The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage

Uit licht van Sivanada : april 2009   Vol. 506

NAARADA

Een tweede geboorte
Het is een traditie in India dat de goeroe of spirituele leraar bij de inwijding zijn discipel een spirituele naam geeft. De inwijding is immers een tweede geboorte, die je op de weg van de verlichting plaatst en die je een nieuwe Vader en Moeder geeft. De Ultieme Werkelijkheid of God is dan de Vader, de Goeroe is de Moeder. Ik moest ooit naar Sabena met de reispas van Swami Satchidanana. Hij had de naam van zijn vader geschrapt en erboven gezet: "God." In de plaats van de naam van zijn moeder stond er: "Goeroe." Een lezer kreeg van een Swami de spirituele naam Naarada en wil er graag meer uitleg over.

Naarada werd geboren uit de schoot van Brahmaa, de Schepper, die uit zijn geest ook de beroemde saptarshis, de zeven zieners, schiep: Mariechi, Angiras, Atri, Poelastya, Vasishtha, Poelaha en Kratoe. In de Poeraanas(hindoe mythologie) worden zeven geboorten van Naa-rada beschreven, die niet alle in dezelfde manvantara(scheppingskringloop) voorkwamen. Geen enkele andere wijze bekleedt zulk een vooraanstaande plaats in de Poeraanas. De verhalen over hem zijn schier ontelbaar. Brahmaa verwachtte van hem dat hij zou trouwen en voor een nageslacht zorgen, maar Naarada wilde liever celibatair blijven. Brahmaa werd heel kwaad, want ook zijn andere, uit zijn geest geboren zonen weigerden te trouwen. Brahmaa vervloekte Naarada. Hij zei: "Je zult worden geboren als de Gandharva (hemelse muzikant) Oepabarhana. Je zult een groot muzikant worden en je zult ongeëvenaard zijn op de vienaa. Daarna zul je worden geboren als de zoon van een meid en zul je een grote toegewijde van Vishnoe worden. Daarna zul je weer worden geboren als mijn zoon en zal ik je kennis geven."

Er zijn vele verhalen over hem
Naarada wordt voorgesteld als gekleed in een hertenvel en met een vienaa in zijn hand. De vienaa is het snaarinstrument met twee klankkasten, dat je ook ziet op afbeeldingen van Sarasvatie, de godin van de wijsheid. Sarasvatie wordt voorgesteld zittend op een zwaan. De zwaan verzinnebeeldt immers onderscheidingsvermogen (viveka): zet een zwaan melk en water voor en ze drinkt de melk op en laat het water ongemoeid. Sarasvatie wordt voorgesteld met vier armen. In haar onderste linkerhand houdt ze een boek vast: ze is de godin van de wijsheid en de kennis, maar ze leest nog af en toe een boek; dat moeten wij dus zéker doen. In haar bovenste rechterhand houdt ze een maalaaof bidsnoer vast waarmee ze over de ultieme Werkelijkheid mediteert. Dit illustreert het grote belang van Japa Yoga, de systematische herhaling van een Mantra. Met twee handen bespeelt ze de vienaa. Dit betekent dat intuïtie een hoger kennisinstrument is dan het intellect.

Naarada zong prachtig en begeleidde zichzelf met zijn vienaa. Maar hij werd mettertijd zo trots op zijn kunst en zo ingenomen met zichzelf dat Vishnoe, de Allerhoogste zelf, besloot hem een les te leren. Hij nam Naarada mee naar een woud waar ze vele vrouwen zagen liggen met afgehakte ledematen, kermend van pijn. Vishnoe vroeg hen wie ze waren en wie hen zo had verminkt. Ze antwoordden dat ze raaginies, de voorzittende godheden van de verscheidene melodieën, waren en dat Naarada verantwoordelijk was voor hun toestand. Hij zong immers de melodieën volledig vals. Naarada liet beschaamd het hoofd hangen.

Op zekere dag zong Hanoemaan een lied voor Naarada. Hanoemaan is de aapgod, de dienaar van Shrie Raama. De aap verzinnebeeldt de menselijke geest. Hanoemaan wordt vereerd als de volmaakte discipel en toegewijde. Zijn devotie was ongeëvenaard. De liefde die hij voor Raama voelde was een mengeling van drie soorten liefde: de liefde van een man voor zijn kuise en trouwe echtgenote, de liefde van een moeder voor haar kind en de liefde van een vrek voor zijn geld. Dit houdt een belangrijke vingerwijzing in. De grote moeilijkheid van de mens is zijn eigen geest. Je wil bijvoorbeeld afslanken en matig eten, maar je geest zet je ertoe aan de koelkast te plunderen en je mond te gebruiken als een trechter om de maag vol te stouwen. Zo zijn er talloze voorbeelden. Hanoemaan leert ons dat we van de geest een volgzame en liefhebbende dienaar kunnen maken door devotie en door dus het hart te ontwikkelen. Op zekere dag had Hanoemaan bescherming beloofd aan een man, die hem zei dat hij met de dood werd bedreigd. Hanoemaan beloofde hem te zullen beschermen, maar hij wist niet dat hij bescherming beloofde tegen zijn eigen meester, Shrie Raama. Toen Raama de booswicht wilde grijpen, zag Hanoemaan zijn vergissing in, maar een gegeven woord is een gegeven woord. Wat te doen? Hij moest zich verzetten tegen zijn eigen meester. Hij ging zitten en herhaalde de naam van zijn meester (Raamnaam): "Raam, Raam, Raam…" en Raama was machteloos: hij kon niet weerstaan aan Hanoemans liefde, Hanoemaans liefde maakte van Raama de slaaf van Hanoemaan.

Die Hanoemaan zong voor Naarada dus een lied. Naarada legde zijn vienaa op een rots om rustig te kunnen luisteren. Toen Hanoemaan stopte met zingen was de rots gesmolten en was de vienaa in de weke massa gezakt, die spoedig weer hard werd. Naarada hief een lied aan om de rots weer te doen smelten, maar zijn pogingen waren vergeefs. Nederig vroeg hij Hanoemaan om een ander lied te zingen. Hanoemaan deed dit en weer smolt de rots. Naa-rada prees Hanoemaan, nam zijn vienaa en verliet beschaamd de plaats.

Betekenis van de naam
Naarabetekent: mens of denker. De mens is immers een denker. Het is dat wat hem verheft boven het dier. Het dier kan geen goed doen en het kan geen kwaad doen. Een paard zet zich bijvoorbeeld met zijn kop in de wind, zodat de wind niet onder zijn haren kan waaien. Dat is het soort verstand dat hij heeft. Zijn gedrag is met andere woorden instinctief bepaald. Het denken stelt de mens in staat goed te doen en kwaad te doen. Het is zijn grootheid en het is tevens zijn handicap. Het kan van iemand een duivel of een engel maken, een pater Daminaan, een Florence Nightingale, een Mahatma Gandhi enz. of een Dutroux, een Hitler, een Mussolini, een Al Capone enz.

Het denken is een neutrale kracht. Het is goed noch slecht. Alles hangt ervan af hoe je het gebruikt. Het is zoals elektriciteit. Ook dat is een neutrale kracht, goed noch slecht. Steek je vinger in het stopcontact en je bent dood. Sluit je radio erop aan en je hebt muziek. Hoe je elektriciteit moet gebruiken, is niet moeilijk te begrijpen, maar de vraag is: hoe moet je de geest gebruiken? Het simpele antwoord is: ten bate van anderen. Leef je voor jezelf, dan openen zich in de kortste keren de poorten van de hel. Leef je voor anderen dan openen zich de poorten van de hemel.

Dabetekent: gever. Naarada maakte mensen immers bewust van hun diepste of verborgen gedachten. Hij bewees hen daardoor een grote dienst, want verborgen gedachten zijn trouwens geen inactieve gedachten. Ze werken op de achtergrond, vaak zonder dat we er ons bewust van zijn en ze verklaren grotendeels de dwangmatigheid van de mens en ze zorgen soms voor grote problemen.

In India geeft eigenlijk niemand de naam Naarada aan zijn kinderen. Hij was immers een onverbeterlijke ruziestoker en onrustzaaier. Hij stookte evenwel geen ruzie om de ruzie en hij zaaide geen onrust om de onrust, maar hij bracht sluimerende conflicten aan het licht. Hij confronteerde iemand met zijn verborgen onhebbelijkheden. Als hij ergens kwam en hij voelde dat er onder de oppervlakte onuitgesproken conflicten en moeilijkheden sluimerden of werkzaam waren en de relatie verzuurden, dan bracht hij die op zijn eigen ongeëvenaarde manier aan de oppervlakte. Ook hielp hij schrijvers met een weergaloos talent, zoals Vaalmieki, de allereerste dichter, de schrijver van het Raamaayana-epos en de Yoga Vasishtha en Vyaasa, de schrijver van het Mahaabhaarata-epos, de Brahma Soetras en de Poeraanas, inzicht te krijgen in hun werk en hielp hij hen een eind op weg met zijn goeddoordachte suggesties.

De naam Naarada wordt in de Bhaagavata Poeraana ook verklaard als: degene die water geeft. In Kaanjakoebja heerste keizer Droemila. Samen met zijn vrouw Kalaavatie beoefende hij versterving op de oever van de Ganges om te worden gezegend met een kind. Kalaavatie werd zwanger. Haar man stierf en ze wilde hem volgen op de brandstapel, maar een hemelse stem weerhield haar daarvan. Ze keerde terug naar huis en diende als een meid in het huis van een brahmaan. Ze baarde een zoon. Het kind werd geboren na een lange en verschrikkelijke droogte. Onmiddellijk na de geboorte begon het overvloedig te regenen. En daarom werd het kind Naarada genoemd, degene die water brengt. Zijn moeder werd gebeten door een slang en stierf. Als wees diende Naarada een groep wijzen. Hij at de resten van hun voedsel en leerde hun liederen zingen. Hij werd een groot muzikant en werd door de wijzen ingewijd in hun goddelijke geheimen.

De Naarada Bhakti Soetras
De Naarada Bhakti Soetras, de aforismen over bhakti of devotie, beschrijven het pad van Bhakti Yoga. De allereerste soetras luiden als volgt

Athaato bhaktim vyaakhyaasyaamah. 1
1. Daarom zullen we nu verklaren wat devotie is.

Saa tvasmin paramapremaroepaa. 2
2. Dat (die devotie) is in wezen waarlijk de hoogste liefde.

Amritasvaroepaa cha. 3
3. En ze is in wezen ook onsterfelijk.

Yallabdhvaa poemaan siddho bhavati, amrito bhavati tripto bhavati. 4
4. Dat verworven hebbend wordt de mens volmaakt, onsterfelijk en volstrekt voldaan.

Yatpraapya na kiñchidvaañchhati na shochati na dveshti na ramate notsaahie bhavati. 5
5. Dat bereikt hebbend begeert hij niets, haat hij niemand, verheugt hij zich niet in zingenot, noch voelt hij enig gemis.

Yajgnyaatvaa matto bhavati stabdho bhavati aatmaa-raamo bhavati. 6
6. Dit gekend hebbend is hij in vervoering, stil en verheugt hij zich in het Zelf.

Twee Yogis onder een boom
Naarada is de boodschapper tussen de drie werelden. Op zekere dag werd hij aangesproken door twee Yogis, die dagelijks uren lang mediteerden onder dezelfde boom. Ze vroegen hem in de hemel te informeren hoe vaak ze nog moesten terugkeren op aarde alvorens ze de kringloop van geboorte en dood zouden hebben doorbroken en de verlichting hebben bereikt. Toen hij na lange tijd terugkeerde wachtten ze nieuwsgierig op zijn antwoord. Tegen de ene zei hij: "Je moet nog tweemaal terugkeren." De man begon te jammeren en klopte zich ontdaan op de borst. Tegen de andere Yogi zei Naarada: "Jij moet nog zo vaak terugkeren als er bladeren aan deze boom staan." De man sprong op en jubelde: "Eindelijk is het einde in zicht!" Dan en daar bereikte hij de verlichting.

Er is één ding waar je geen zorgen moet over maken en dat is over de vruchten van je oefening. Die dragen zorg voor zichzelf. Ze komen als de tijd rijp is en geen seconde eerder.

Een verhaal uit de Devie Bhaagavata
Ooit zocht Naarada Mahaavishnoe, de Allerhoogste, op om Hem te vragen wat het geheim van het leven was. Mahaavishnoe antwoordde dat zoiets als het leven niet bestaat en dat het allemaal Maayaa (een illusie) is. Naa-rada vroeg om Maayaa te zien. Vishnoe nam hem mee op de rug van Garoeda, de arend. Ze vlogen over wouden, steden, zeeën, dorpen en bergen. Ze bereikten uiteindelijk Kanyaakoebja waar Garoeda neerstreek aan een prachtig meer. Vishnoe en Naarada wandelden een tijd langs de oever van het meer en gingen dan zitten onder een boom.

Vishnoe vroeg Naarada een bad te nemen in het meer. Naarada legde zijn hertenvel en zijn vienaa in het gras. Na zijn gezicht en voeten te hebben gewassen en aachamanate hebben gedaan (water uit zijn handpalm te hebben gedronken) met koeshagras in zijn hand (insectenwerend gras) nam hij een duik in het water. Toen hij weer boven kwam was hij veranderd in een vrouw van een grote schoonheid, die zich niets herinnerde van haar vorig leven.

Een koning, Taaladhvaja genaamd, die toevallig langskwam te paard, sprak haar aan als Saubhaagyasoendarie (lieflijke schoonheid) en begon een conversatie. Hij nam haar mee naar zijn paleis en korte tijd nadien trouwden ze. Na twaalf jaar werd Saubhaagyasoendarie zwanger. Ze kreeg een zoon. Daarna baarde ze een zoon om de twee jaar gedurende vierentwintig jaar. Na een tijd kreeg ze nog acht zonen. Toen al deze zonen oud genoeg waren trouwden ze en kregen ze zelf kinderen en kleinkinderen.

Op zekere dag werd het rijk onder de voet gelopen door vijanden en werden al hun kinderen en kleinkinderen gedood. De smart van Saubhaagyasoendarie en haar man was intens. Op dat ogenblik verscheen Mahaavishnoe daar vermomd als een brahmaan. Hij onderrichtte hen over het leven. Samen gingen ze naar het meer en zoals haar was gezegd door de oude brahmaan nam ze een duik in het water. Ze veranderde terstond weer in de oude Naarada. Toen Naarada uit het water kwam stond Mahaavishnoe nog altijd op de oever naast het hertenvel en de vienaa. Hij herinnerde zich alles wat er was gebeurd. Vishnoe zei: "Komaan, Naarada, treuzel zo niet. Waaraan sta je te denken?"

De koning was verbaasd toen hij een baardige asceet uit het water zag komen in plaats van zijn mooie vrouw. Mahaavishnoe troostte hem met de woorden dat menselijke relaties vergankelijk zijn. De koning beoefende versterving in het woud en bereikte de verlichting.