The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Waar het echt om gaat

Uit: Licht van Sivananda, mei 2009, vol. 507

mei 09

Waar het echt om gaat
Yoga Vedanta is de belangrijkste van alle wetenschappen. Het Sanskrit heeft daar een woord voor, namelijk Paraavidyaa, de hoogste kennis. Alle andere wetenschappen worden Aparaavidyaa genoemd, lagere kennis. Elke wetenschap houdt zich immers bezig met ""iets"": de metallurgie bestudeert metalen, de botanie bestudeert bloemen en planten, de sterrenkunde bestudeert de sterren enz., maar Yoga Vedanta houdt zich niet met ""iets"" bezig, het is de wetenschap van de kennis van de Kenner, het is de wetenschap van de Zelfkennis. Maar Zelfkennis is een verraderlijk woord. Je kunt immers jezelf niet kennen, omdat jij het bent die kent. Zo kun je ook je ogen niet zien, omdat zij het zijn die zien. Je kunt slechts hun spiegelbeeld zien. Zo is het ook met het Zelf. Je kunt slechts zijn spiegelbeeld zien. De spiegel is de geest. Als de geest onzuiver is, heb je geen spiegelbeeld of met andere woorden geen Zelfbewustzijn. Wat je in wezen bent, ligt buiten het bereik van woorden en gedachten. Het is met andere woorden onkenbaar en onuitspreekbaar, maar het is zijn-baar.

Ziekte
Ik zeg vaak dat iemand die gezond is van lichaam en geest in het licht van Yoga toch nog ziek is, want dat hij lijdt aan een kwaal die zijn bewustzijn versluiert. Hij is met andere woorden Zelfvervreemd. Dit wil zeggen dat hij niet weet niet wie hij in wezen is en dat hij zich vereenzelvigt met zijn lichaam, zijn geest, zijn activiteiten en allerlei relaties. De Bijbel noemt dit de erfzonde, omdat we ermee worden geboren. Een ander woord voor Zelfvervreemding is onwetendheid. Onwetendheid kan worden vergeleken met de duisternis. De duisternis verdwijnt alleen als je het licht aansteekt. De grote wijze Shankara zei over dit Licht:

Antarjyotir bahirjyotih pratyakjyotih paraatparah,
jyotirjyotih svayamjyotih aatmajyotih shivo''smyaham.

Het innerlijke licht, het uiterlijke licht, het licht vanbinnen, hoger dan het hoogste, het licht van alle lichten, zelflichtend, het licht dat het Zelf is, die Voorspoedige (Shiva) ben Ik.

De openbaring van de Bhagavad Gietaa gaat vooral over dit Licht. Bijvoorbeeld in de verzen 4 en 5 van hoofdstuk IX dat als titel Raajavidyaa Raajagoehya Yogah (de Yoga van de koninklijke wetenschap en het koninklijke geheim) draagt, zegt Shrie Krishna:

4. Mayaa tatamidam sarvam jagadavyaktamoertinaa,
Matsthaani sarvabhoetaani na chaaham teshvavasthitah.

Heel deze wereld is door Mij doordrongen in Mijn ongemanifesteerde vorm; alle wezens bestaan in Mij, maar Ik verblijf niet in hen.

5. Na cha matsthaani bhoetaani pashya me Yogamaishvaram,
Bhoetabhrinna cha bhoetastho mamaatmaa bhoetabhaavanah.

De wezens verblijven ook niet in Mij, aanschouw Mijn goddelijke Yoga, alle wezens dragend, maar niet verblijvend in hen, brengt Mijn Zelf alle wezens voort.

In vers 12 van hoofdstuk VII, Gnyaana Vignyaana Yogah (de Yoga van Kennis en Verwerkelijking), zegt Hij:

12. Ye chaiva saattvikaa bhaavaa raajasaastaamasaashcha ye,
Matta eveti taanviddhi na tvaham teshoe te mayi.

Weet dat alle wezens, of ze nu zuiver (saattvisch), rusteloos (raajasisch) of lusteloos (taamasa) zijn, uit Mij voortkomen. Zij zijn in Mij, toch ben Ik niet in hen.

De koninklijke wetenschap en het koninklijke geheim
Met koninklijk bedoelt Hij dat het voor iedereen van toepassing is. Aan de Belgische kust vindt men nog koninklijke banen. Dit zijn straten die in beide richtingen mogen worden bereden en die toegankelijk zijn vanuit alle richtingen en voor alle mogelijke voertuigen.

Er zijn verscheidene Yogapaden naargelang van het facet van de persoonlijkheid dat de belangrijkste rol speelt. Bij sommigen overheerst het intellect, bij anderen is het hart best ontwikkeld, nog anderen willen dingen doen en nog anderen hebben een mystiek temperament. Maar al die paden hebben raakvlakken, want al die facetten zijn in mindere of meerdere mate in allen aanwezig.

Raaja Yoga of de Koninklijke Yoga maakt van al die raakvlakken een sluitend geheel en de essentie ervan is dat de Ultieme Werkelijkheid alles doordringt in een ongemanifesteerde vorm en dat wij in onze Zelfvervreemding niet in die Werkelijkheid aanwezig zijn en dat Zij in onze Zelfvervreemding niet in ons aanwezig is.

In de Bhagavad Gietaa wordt die Werkelijkheid Bhagavaan genoemd, de bezitter van alle bhagas of heerlijkheden. Dit wordt meestal vertaald als Heer. Zo wordt Bhagavad Gietaa veelal vertaald als Het Lied van de Heer.