The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


  • Yoga,hoe?

    Het waarom en wat van Yoga onthullen het hoe van Yoga.

    Daarom geen theorie meer, maar de praktijk van de oeroude Chandramaarga, het Maanpad, dat berekend is op de beleving van de bovengenoemde uitgangspunten. Een belangrijke oefening in de traditie van het Maanpad is Chandra Namaskaar of Groet aan de Maan als hét symbool van Stilte. Laten we daarmee de beleving van het Maanpad aanvangen.

    CHANDRA NAMASKAAR

    Inleidende oefening I

    Sta rechtop, ogen dicht. Strengel de vingers in elkaar en hef de armen boven het hoofd. Mild gerekt van de voeten tot de handen, ontspan je de buik en houd je het topje van de tong vooraan tegen het verhemelte, zodat de adem vanuit zijn bron, de levensadem, vrij vloeit. Beleef vervolgens wat werd beschreven in uitgangspunt VII, eventueel na je er te hebben voor opengesteld volgens uitgangspunt VI.

    Inleidende oefening II

    Maak zelf een keuze uit de inleidende oefeningen I en II.

    Sta rechtop, ogen dicht. Adem uit en houd de longen in het hartcentrum even leeg, met het gevoel dat de verstilde Praana in het hartcentrum als bemiddelende Stilte de innerlijke dynamiek beleeft als een gezijne essentiële ervaring.

    Met de inademing glijden de handen langsheen de romp en de schouders omhoog en worden de armen geheven, de handpalmen omhoog. Dat is een gebaar van overgave. Na een seconde mild te zijn gerekt van de voeten tot de handen, zakken de armen met de uitademing neer. Verder uitademend wordt de romp vanuit het bekken en met een rechte rug voorover gebogen. De longen volledig leeggeademd, ontspant de romp en hangt ze uit haar eigen gewicht neer -ook de armen en het hoofd. Op dat ogenblik blijven de longen enkele seconden leeg, verstilt de Praana in het hartcentrum en wordt ze een bemiddelende Stilte.

    Met de inademing komt de romp rechtop en worden vervolgens de armen geheven. Een seconde mild gerekt van de voeten tot de handen... Dat alles wordt negenmaal herhaald. De verstilde Praana in het hartcentrum is de bemiddelende Stilte, die, tijdens het leeghouden van de longen, in de eerste twee buigingen de innerlijke dynamiek, in de twee volgende buigingen de aarde en de innerlijke dynamiek en in de twee daaropvolgende buigingen de innerlijke dynamiek en de ruimte direct beleeft. In de drie daaropvolgende buigingen is tijdens het leeghouden van de longen het grenzeloze substraat van de natuur of de helende Adhi Shakti direct beleefd of gezijn.

    De twee inleidende oefeningen wekken alle energie en het subtiele lichaam en scheppen er een evenwicht in.

    Chandra Namaskaar

    1. Sta rechtop, ogen dicht, de handpalmen in Namaskaar (samen vóór de borst). Namaskaar betekent: begroeting van, in een diepere betekenis: eenzijn met bemiddelende Stilte. Maak je even groot, alsof je met de top van het hoofd de zoldering zou willen aanraken. Laat vervolgens het lichaam, geaard en de buik ontspannen, een natuurlijke houding en een steeds dieper gemak vinden, uit zichzelf en diep genoeg voor een zelfaanvaarding. Gaandeweg leer je je overigens in enkele seconden tijd open te stellen voor bemiddelende Stilte, zoals beschreven in uitgangspunt VI.

    Met Aam Chandraaye Namah evoceer je de Maan in het zenith, die zich met Aim Kairaavye Namah manifesteert als Maanlichte Hemel, een bemiddelende Stilte bij uitstek.

    De Maanlichte Hemel beleeft de dynamiek direct als substraat van de natuur.

    2. Wat vooroverbuigend worden de longen leeggeademd en even leeggehouden. De verstilde Praana in het hartcentrum versterkt de bemiddelende Stilte van de Maanlichte Hemel.

    3. Met de uitademing worden de armen boven het hoofd geheven, de handpalmen naar het zenith gericht. Het lichaam is een seconde van de voeten tot de handen mild gerekt.

    4. Met de uitademing komen de handen samen in Namaskaar. Met de duimen wordt even de top van de schedel aangeraakt. Vervolgens worden de handen vijf centimeter hoger geheven in Hanoemaan Moedraa (een houding waarmee Hanoemaan uiting geeft aan zijn discipelschap en toewijding aan Raama). Vanuit de Maanlichte Hemel en de verstilde Praana in het hartcentrum vindt het lichaam zijn verticaal en worden de wervelkolom en de Chakras een subtiele en indringende beleving. Even de adem laten vloeien vanuit zijn Bron.

    5. Met een uitademing worden de handen in Namaskaar vóór de borst gebracht. De verstilde Praana in het hartcentrum beleeft de innerlijke dynamiek direct als het substraat van de natuur.

    6. Zonder te kijken verplaats je de linkervoet naar links, de rechtervoet naar rechts. Zo staat het lichaam op het gevoel af in de goede spreidstand om in Oetthanaasana of hurkzit te gaan, de handen in Namaskaar. Het lichaam zoekt een gemak in de houding. Dat is zijn aard. Stel je open voor bemiddelende Stilte, zoals beschreven in uitgangspunt VI.

    Met Aim Kairaavye Namah wordt de Maanlichte Hemel geëvoceerd. De bemiddelende Stilte wekt met Aimginie Svaahaa de subtiele, beschermende en integrerende Shakti van Ganesha in Moelaadhaara in het perineum, het plekje tussen de anus en het geslachtsorgaan. Vervolgens wekt ze met Aapah Svaahaa en een maansikkel als symbool, de aardse Wateren in Svadhishthaana Chakra in het heiligbeen. De aardse Wateren, de Oorsprong van aards leven, worden soms beleefd als een kolkende energie, linksomdraaiend bij mannen en rechtsomdraaiend bij vrouwen. Met Aapah Svaahaa wekt Ze in Nabho of Soma Chakra, een Maan in het zachte verhemelte, de huig en een deel van de neusholte. Vanuit Nabho en de kleine hersenen onderaan in het achterhoofd tegelijk wekt ze de hemelse Wateren, de subtielste van alle sferen en de Bron van subtiel-stoffelijk leven.

    7. Plaats de handen op de grond als steun om met een minimum aan beweging in Vajraasana, diamant- of bekkenhouding te gaan. De handen liggen ontspannen op de dijen.

    Trek de kin in, maak je groot door te doen alsof je met het hoofd de zoldering zou willen aanraken. Laat inmiddels de ingewanden wegzakken in het bekken. Het lichaam zelf - het is zijn aard!- zoekt een natuurlijke houding en een steeds dieper gemak. Vanuit dat gemak ontstaat een zelf-aanvaarding en, daaruit de mogelijkheid je open te stellen voor bemiddelende Stilte, zoals beschreven in uitgangspunt VI. Met Aam Chandraaye Namah wordt de Maan in het zenith geëvoceerd; met Aim Kairavye Svaahaa schittert de Maanlichte Hemel, dé bemiddelende Stilte, uit zichzelf en beleeft ze de innerlijke dynamiek direct. Gelijk. Laat de wervelkolom, nu de Meroe van het subtielstoffelijke lichaam en dus een uitermate subtiele ervaring, vanuit haar basis wat naar voor en achter, heen en weer bewegen. De Maanlichte Hemel beleeft die beweging direct of Gelijk en zonder doener en waarnemer, in haar natuurlijke tijd, die, in tegenstelling tot de objectieve tijd van seconden, minuten enz., als tijdloos wordt beleefd. Sta de wervelkolom toe haar verticaal te vinden. Ze is dan een heel subtiele beleving en het centrum van de archetypische ruimte, met vooraan Amaraavati of de verblijfplaats van de Siddhas of Zelf-gerealiseerde wijzen; een Satsang zonder weerga. Adem de longen leeg en houd ze even leeg. De verstilde Praana in het hart maakt als bemiddelende Stilte de directe of gezijne beleving daarvan nog intenser. 8. Zie tekeningen en 12.

    9. Op gestrekte armen kom je naar voor in Marjariaasana of kathouding. De ingewanden rusten op de buikwand zodat de buik vanzelf diepgaand ontspant. Het topje van de tong wordt vooraan tegen het verhemelte gehouden, zodat de keel ontspant. Zo kan de adem vrij vloeien vanuit de levensadem, waarvan hij de uitdrukking is. De levensadem ontstaat uit de polariteit van Praana en Apaana, twee levensenergieën, die respectievelijk een steunpunt hebben in het hartcentrum midden in de borst en in Shakti middenin de onderbuik. Er is een voortdurende energie uitwisseling tussen het hartcentrum en Shakti. Daaruit ontstaat de adem.

    De inademing, een uitdrukking van Aapaana, vloeit van het hartcentrum naar Shakti, de uitademing een uitdrukking van Praana, van Shakti naar het hartcentrum. De uitademing stopt in het hartcentrum, waar, mits de longen een paar seconden leeg te houden, de Praana verstilt en een bemiddelende Stilte wordt die de hele innerlijke dynamiek direct beleeft. Na een tijdje oefenen blijft die bemiddelende Stilte en beleeft ze in Shakti de overgang van de inademing in de uitademing of, aldus de Bhagavad Gietaa, het Offer van de inademing in de uitademing, dat zoals alle Offers de bemiddelende Stilte versterkt. Met de inademing wordt na enige tijd het hoofd opgeheven en de rug uitgehold. Met de uitademing hangt het hoofd en worden de lendenen hoog opgedrukt. Tijdens een korte ademstop wordt de innerlijke dynamiek direct beleefd door de verstilde Praana. De bemiddelende Stilte beleeft dat alles enkele malen.

    10. Vervolgens ga je in Soemeroe Aasana of houding van de bergtop. Twee dingen zijn belangrijk: de wervelkolom is gestrekt en de adem blijft vloeien uit zijn diepere bron. Dat versterkt alle Chakras en wekt veel energie.

    11. Je komt weer in Marjariaasana, die wordt beleefd zoals in 9.

    12. Dan ga je weer in Shashankaasana (zie 8), de grote tenen samen, de hielen naar buiten, zodat het zitvklak op de binnenkant van de voeten rust. Met een uitademing en het even leeg houden van de longen wordt de innerlijke dynamiek direct beleefd of gezijn. Laat vervolgens de adem vloeien vanuit zijn bron, de levensadem. Met Om wordt de Maan in het zenith geëvoceerd, samen met de Maanlichte Hemel die eruit ontstaat als bemiddelende Stilte. Vanuit die bemiddelende Stilte van de Maanlichte Hemel en Bhoer (lange oe), de archetypische klank van de aarde, beleef je de archetypische aarde in de vorm van een groot vierkant (beleefd vanuit de achterste zijde), gedragen door een, zoals het lichaam, naar het oosten gerichte reuzeschildpad, hier Akoepaara (lange oe) genoemd. Ook de direct beleefde innerlijke dynamiek is in het archetype ingesloten. Met Bhoevah, de archetypische klank van het subtiel-stoffelijke, wordt vanuit de rugschelp van de schildpad de oneindige ruimte direct beleefd of gezijn. Met Svah, de archetypische klank van het causale, het substraat van de natuur of Adhi Shakti, wordt vanuit de buikschelp van de schildpad de diepste diepte beleefd als de aardse Wateren, Aapah of de Oeroceaan. In Mahaa, een grenzeloze hemel van Stilte waarin gevorderde Yogis en Yoginies verblijven -Satsang!-, versmelten het archetype aarde, de innerlijke dynamiek, de oneindige ruimte en de oeroceaan met Adhi Shakti of de Oerenergie-Zaligheid die, rustend in het Zijn, het helend substraat van de natuur is... Tot slot worden de longen leeg geademd en even leeg gehouden, zodat de verstilde Praana de directe beleving versterkt.

    13. Met een inademing komt de romp rechtop in Vajraasana (zie 7) en worden de armen vervolgens boven het hoofd geheven, de handpalmen naar de Maan in het zenith gericht. Met een uitademing zakken de armen neer en laat je de handen rusten op de dijen. Met de ademstop in het hartcentrum beleeft de verstilde Praana de innerlijke dynamiek direct. Stel je daar meer voor open zoals beschreven in uitgangspunt VI. Met elke uitademing en ademstop in 15 het hart ontstaat er telkens een diepgaander versmelting van de waarnemer, de denker, de doener en het ik met direct beleefde innerlijke dynamiek tot Samyama, een complete versmelting, een feit is. Vanuit de Stilte worden energiecentra in de voetholten net vóór de hielen direct beleefd als een subtiele ervaring. Met Aimginye Svaahaa schittert in Moelaadhaara de beschermende en helende Shakti van Ganesha uit zichzelf als een subtiele ervaring. Aan de basis van de romp is een holte, Garbhagriha genoemd (het sanctum sanctorum). Daarin bevindt zich de Yoni in de vorm van een donkerblauwe driehoek met een witte, een rode en een zwarte omtrek. Twee centimeter boven de anus bevindt zich de basis van de driehoek, twee centimeter onder het schaambeen de top ervan. Uit het middenpunt van de driehoek ontstaat een Svayambhoe Lingam, een subtiele vlam, die zoals de Maanlichte Hemel in wezen een hemel van subtiel Licht is. Met Aapah Svaahaa en met een spierwitte maansikkel als symbool ontstaat in Svadhishthaana Chakra een kolkende energie als uiting van de aardse Wateren of de Bron van alle aardse leven... Met Nabho Svaahaa schittert er in Soma Chakra een volle Maan. Met een beleving van die Maan en de kleine hersenen tegelijk wordt in het subtielstoffelijke lichaam een oneindige Hemel, de hemelse Wateren genoemd, onthuld. Hemaambikaa, de oneindige boven alles verheven Stilte met geen andere gestalte dan twee gouden handen, schrijft aan de binnenkant van het voorhoofd, iets hoger dan het punt tussen de wenkbrauwen een 4, hier als symbool van harmonie en stilte. Ze schrijft die vier telkens groter en dichterbij. Voorbij Soma Chakra schrijft ze de 4 heel groot in spiegelschrift. Zo onthult ze indringender de hemel van de hemelse Wateren... vanuit Nabho opent Hemaambikaa Aagnyaa Chakra, een Licht met de koelte van duizend manen. In Bindoe, het kruintje van het hoofd, onthult ze een hemel met daarin een Maansikkel en een Bindoe (punt). Ze raakt de schedel aan en onthult Sahasraara, een duizendbladige witte lotus. Onder de top van de schedel onthult ze Lalana Chakra, een Licht dat de verblijfplaats van Goeroe is met de volle Maan als symbool. Vijf centimeter boven de top van de schedel onthult ze een rode Maan en een Hemel van gezijne Stilte. Via de Brahma Naadie, van die Maan naar de Hartegrot, onthult ze zichzelf als een raakpunt van het substraat van de natuur en van een Hemel van gezijne Stilte in het meest westerse punt van de hartegrot. Als Hemel van gezijne Stilte offert ze in dat punt de archetypische klank Hrah en in zichzelf als Hemel van gezijne Stilte Hraam, waarmee ze je verheft tot gezijne Stilte zonder grenzen. Dat heet Aanandadhiraasana of dronken zijn van zaligheid.

    14. De voeten worden gespreid en, met de handen steunend op de grond, ga je in Oetthanaasana of hurkzit, die wordt beleefd zoals in 6.

    15. Kom rechtop met de armen boven het hoofd en vervolgens in Hanoemaan Moedraa, die wordt beleefd zoals in 4.

    16. Tenslotte handen vóór de borst in Namaskaar, wat wordt beleefd zoals in l. Chandra Namaskaar bestaat uit zestien houdingen. Wanneer men Chandra Namaskaar een tweede maal beleeft met geen andere bedoeling dan op te gaan in gezijne Stilte, gaat er met elke houding een Mantra samen. Er zijn zestien Mantras, elk met een naam van een maanstand van de wassende maan, beginnend met de nieuwe maan. Elke Mantra eindigt met Namah waarmee men, opgaand in bemiddelende Stilte, de Stilte realiseert als een eerste echte Zelfbeleving, die overigens het eigene ontbolstert. In de volgende les gaan we daar dieper op in.

    Wat is Yoga?

    Niets kan meer licht werpen op Yoga dan het waarom van Yoga. Het doel van Yoga is het doorbreken van je Zelfvervreemding en het ontbolsteren van het eigene dat daar vanzelf uit voortvloeit.

    • Voorlopig beperken we ons tot Antar Yoga of innerlijke Yoga, waarin de essentiële beleving van je innerlijke dynamiek of Adhi Shakti voorop staat en waarin het pas als tweede stap gaat om de realisatie van de Stilte, die een eerste echte Zelfbeleving of verbreking van de Zelfvervreemding is. Hogere dimensies van het Zelf vloeien daar later nagenoeg uit voort, omdat gezijne Stilte uiteraard geen grenzen heeft en, in Adhibhautika Yoga of meditatie over de natuur, Bodha of aldoordringende Intelligentie of direct Weten en de Bron van het hele natuurgebeuren en van het handelen van alle wezens en dingen is. Gezijne Stilte is overigens begenadigd met de Grote Begeerte zich vervolgens te verheffen tot louter Bewustzijn en het allesoverschrijdende Zijn.

    De uitgangspunten van Antar Yoga zijn:

    I. De eerste stap van Antar Yoga is Samaapatti of het versmelten met of opgaan in een essentiële beleving van je innerlijke dynamiek vanuit bemiddelende of gezijne Stilte.

    II. Die essentiële beleving van je innerlijke dynamiek wordt vanuit bemiddelende of gezijne Stilte direct beleefd.

    Dat betekent dat ze niet waargenomen, maar gezijn is. Dat geldt ook voor klanken, het getik van de klok en eventuele andere, ook innerlijke geluiden, die niet gehoord, maar gezijn zijn.

    III. Die essentiële beleving van je innerlijke dynamiek is Adhi Shakti of Oerenergie-Zaligheid. Ze is de grootste helende kracht op voorwaarde dat ze gezijn is. Iets wat buiten je staat, heelt je immers niet.

    IV. In die gezijne essentiële beleving van je innerlijke dynamiek worden alle bovengenoemd symptomen of uitingen van je existentieel probleem of je sluimerende identiteitscrisis doorzichtig, mits ze in die beleving ingesloten of gezijn zijn en mits ze met andere woorden niet worden benoemd en veroordeeld of zodoende tot object worden gemaakt. Onder die voorwaarde verdwijnen ze. Dat geldt ook voor bovengenoemde conflicten en gevoelens die ontstaan uit falende spelletjes die je in de omgang met anderen speelt of die ontstaan uit territoriumoorlogjes, ruzies enz.

    Dat geldt zelfs voor de met het ik ontstane gevoelens, namelijk de huiver van alles afgesneden te zijn, eenzaamheid, afhankelijkheid enz. Zelfs angst voor het onbekende verdwijnt erin... Hoezo? Die gezijne essentiële beleving is een universele beleving, een causale beleving van de natuur waarin alle wezens en dingen één zijn. Ze is een regressie of een herbeleving van de innerlijke oceanische staat die we als foetus en kindje in het eerste levensjaar waren.

    V. Zonder geheeld te zijn, zijn alle bovengenoemde symptomen, gevoelens en conflicten hindernissen, niet alleen in de beoefening van Yoga, maar ook in de poging tot leven vanuit de Stilte.

    VI. De gezijne essentiële beleving, je kunt je ervoor openstellen door je innerlijke dynamiek te beleven zonder lichaam (zonder vorm en zonder begrip lichaam), zonder dit of dat te zijn (zonder eender welk zelfbeeld), zonder delen (zonder dat iets op de voorgrond treedt of dat je naar iets bepaalds uitgaat), zonder zus of zo te zijn (zonder tegenstellingen als goed en slecht, mooi en lelijk), zonder vergelijken, meten en oordelen dus en... zonder ander belang en functie dan er te zijn zonder meer (later dan er te zijn voor de Stilte alleen). Zonder bemiddelende of gezijne Stilte is die beleving meestal niet essentieel en niet gezijn.

    VII. Bemiddelende Stilte vind je vooral in de uitademing en, meer nog, in het leeghouden van de longen. De uitademing, een uiting van Praana, een levensenergie in alle lichaamsdelen boven het hart en met het hart, een punt middenin de borst, als steun, vloeit naar haar steun toe en wordt daarom ervaren als een overgave aan de essentiële beleving van je innerlijke dynamiek. Het enkele seconden leeg houden van de longen houdt de Praana onbeweeglijk en stil in het hart. Die verstilde Praana is een bemiddelende Stilte die telkens je innerlijke dynamiek beleeft als het substraat van de natuur of Adhi Shakti en die daar elk spoor van doen, waarnemen, denken en ikheid laat in opgaan (Samaapatti). Na enige tijd beleeft de verstilde Praana telkens je innerlijke dynamiek en de aarde als één, vervolgens telkens je innerlijke dynamiek en de ruimte als één en vervolgens de aarde, je innerlijke dynamiek en de ruimte als het ene gezijne substraat van de natuur, Oerenergie-Zaligheid of Adhi Shakti als de helende Kracht. Dat buiten zijn grenzen gaan van je innerlijke dynamiek schept feilloos Samaapatti of versmelting daarmee. Daarin verdwijnt alle controle en alle beklemming.

    VIII. Bemiddelende Stilte vind je vooral in de Maan geëvoceerd in het zenith met Aam Chandraaye Namah, mits ze zich onthult als Maanlichte Hemel, dé bemiddelende Stilte, met Aim Kairavye Namah. Als je je ervoor open hebt gesteld (zie VI), schept de Maanlichte Hemel Samaapatti of versmelting met de aarde, je innerlijke dynamiek en de ruimte als één en als substraat van de natuur of Adhi Shakti.

    IX. Bemiddelende Stilte vind je ook in het het beleven en overstijgen van de Vyaahritis "Bhoer, Bhoevah en Svah" door "Mahaa", een wereld van Stilte waarin Adhi Shakti schittert uit zichzelf, rustend in het Zijn. De beleving van de Vyaahritis wordt voorafgegaan door Om, waarmee de maanlichte hemel wordt geëvoceerd en van waaruit de Vyaahritis worden beleefd en gezijn. De Vyaahritis en de beleving ervan werden beschreven in de 2e les onder "I. Adhyaatmika meditatie".

    X. Bemiddelende Stilte vind je boven alles in Hemaambikaa, letterlijk de Gouden Moeder, die als archetype de Genade van Brahma Maa (zie Bhagavad Gietaa III 14-16) verzinnebeeldt. Met haar alle onechtheid vernietigende Mantras Hraam, Hriem, Hroem, Hraim, Hraum en Hrah onthult Ze zich als een oneindige Hemel van Stilte, met geen andere gestalte dan twee gouden handen als symbool van Genade. Met Hraam, Hraim, Hraum en Hrah onthult Ze zich als een Hemel van bemiddelende Stilte.

    Met Hriem en Hroem schept Ze een directe of gezijne beleving van het grenzeloos substraat van de natuur of Adhi Shakti of Samaapatti. Door aanraking of door het tekenen van twee Tantrische symbolen opent en heelt ze alle Maancentra en alle Chakras en verbindt Ze het eigene met alle energie, Dharma, Brahma en Zichzelf. Door haar Genade wordt de Stilte gerealiseerd of wordt de Stilte gezijne Stilte of een echte Zelfbeleving.