The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Narayana
Techniek van Kapaalabhaati
Trek de buik met een krachtige ruk in, zodat de lucht met een forse stoot naar
buiten wordt gedreven. Ontspan dan onmiddellijk de buik, zodat de lucht vrij
naar binnen kan stromen. Herhaal dit zonder onderbreking in een volstrekt
harmonisch ritme. De borst en de schouders blijven zo onbeweeglijk mogelijk.
De neus blijft passief. Je mag de lucht niet uitblazen met de neus, want op die
manier kun je het neusslijmvlies prikkelen waardoor de neus dichtgaat. De neus
moet neutraal en ontspannen blijven.
Kapaalabhaati kan het beste worden vergeleken met het hanteren van een blaasbalg. Als je met een blaasbalg een vuur aanwakkert, moet je alleen een inspanning doen om te blazen: je drukt de handvatten met kracht samen en laat dan onmiddellijk los. De lucht vult vanzelf de ontstane leegte. De neus is de opening, de blaas is de longen, de handvatten zijn de rug en de buik. Van beide is alleen de buik beweeglijk.
Als je de buik met kracht intrekt wordt het middenrif naar boven gestoten en worden de longen leeg geperst. Het middenrif is de spier die de borst van de buikholte scheidt. Het wordt doorboord door de grote slagader, de grote ader en de slokdarm. Met elke in- en uitademing gaat het middenrif op en neer: als je inademt wordt het vlakker, als je uitademt wordt het boller. Dit geeft onophoudelijk een massage aan de ingewanden, het hart en de longen. De op- en neergaande beweging van het middenrif trekt ook de bloedvaten en de slokdarm op en neer. De beweeglijkheid van het middenrif is dan ook van ontzettend groot belang voor de gezondheid en het algemene welzijn.
Aantal ademstoten in een ronde
Begin met 11 ademstoten in een ronde. Leer in het begin de techniek. Leer dan
de snelheid opdrijven, maar doe dit niet ten koste van de kracht van de
ademstoten. Drijf het aantal ademstoten telkens op met 11. Doe er bij voorbeeld
elke week 11 bij. 121 of 11 x11 is het voorgeschreven aantal per ronde.
Waarom 11? Dit heeft een symbolische betekenis. Het is belangrijk dat je niet vergeet dat ook Kapaalabhaati een spirituele betekenis heeft en meer is dan louter een ademhalingsoefening. Als je van 11 de tegenstellingen aftrekt, zoals hitte en koude, eer en schande, plezier en pijn, voorkeur en afkeer enz. blijft 1 over. Dualiteit is een illusie.
De Yogi ziet de eenheid in de verscheidenheid. Hij heeft een dubbele visie: hij ziet de verscheidene namen en vormen en achter die namen en vormen ziet hij de ene onvergankelijke werkelijkheid. Neem een stuk karton en snijd er 52 rechthoekjes uit. Kun je met zo'n stel kaarten wippen of beloften of om het even welk kaartspel spelen? Het antwoord is neen. De verscheidenheid is noodzakelijk ter wille van het spel. De ene kaart heeft de waarde van een koning, de andere van een dame, de andere van een aas enz. Maar in wezen zijn alle kaarten gemaakt van hetzelfde karton.
Hoe het aantal ademstoten te tellen?
Tel het aantal ademstoten op de vingers van de linkerhand. Plaats voor de eerste
10 ademstoten de top van de duim op de top van de wijsvinger, plaats hem voor
de tweede reeks van 10 op de middenvinger, voor de derde reeks van 10 op de
ringvinger, voor de vierde reeks van 10 op de pink. Plaats de duim dan onder
het eerste kootje van de wijsvinger, dan onder het eerste kootje van de volgende
vinger enz. Plaats hem dan onder het tweede kootje van de wijsvinger enz. Zo
kom je, als de duim op de pink belandt, aan een totaal van 120. Voeg bij de
laatste reeks 1 bij, om het aantal op 121 te brengen.
Aantal ronden
Leer drie ronden Kapaalabhaati te doen in één zitting.