The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Narayana
De volledige ademhaling
Adem uit met een licht geruis in de keel (Oejjaayie). Adem dan in als volgt:
welf lichtjes de buik, laat hem dan even op zijn plaats komen om steun te geven
aan de longen en houd de buikspieren lichtjes aangespannen. Zet nu de ribben
uit en hef tenslotte lichtjes de sleutelbeenderen en de schouders.
Adem uit als volgt. Laat de schouders en de sleutelbeenderen zakken. Laat dan de longen in elkaar zakken en trek tenslotte de buik in.
Het geruis in de keel is ononderbroken en volstrekt gelijkmatig. De in- en de uitademing verlopen in een vlotte beweging.
Probeer langer uit te ademen dan in te ademen. Dit is heel belangrijk.
Op geen enkel ogenblik mag je behoefte voelen aan een snelle in- of uitademing. Dit zou betekenen dat je overdrijft en niet ontspannen bent. Leer zo langzaam te ademen dat een pluisje dat je onder je neus houdt schier niet beweegt. Adem door de neus, zowel in als uit.
De rest is oefening. En als je het beoefent op een op ervaring gerichte wijze zul je vaststellen hoe dankbaar je lichaam en je geest op de oefening reageren. En het mag wel eens datje hen helpt, want meestal is het andersom. Soms denk ik als mensen een hartinfarct of een beroerte krijgen dat het een wonder is dat dit niet vroeger gebeurde en dat dit bewijst dat het regeneratievermogen van het lichaam en de geest toch wet heel groot zijn. Niet gewanhoopt dus! "Nil desperandum, never despair", zei Swami Sivananda.