The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Swami Krishnananda
The Divine Life Society is een belichaming van de geest van Goeroedev Swami Sivanandaji Maharaj. Men kan niet denken aan the Divine Life Society of ervoor werken zonder te denken aan Goeroedev Swami Sivananda, de bezielende bron ervan. The Divine Life Society is een netwerk van spirituele en culturele krachten. We zien een instituut al te vaak als een stuk land of als een aantal gebouwen of als mensen die van 's morgens tot 's avonds druk bezig zijn. We moeten het op een veel subtielere manier leren zien. Ook een mens kunnen we niet beperken tot een louter lichamelijke of individuele persoonlijkheid. Een mens is niet alleen een lichaam. Een mens belichaamt een aantal waarden. We noemen iemand geen mens om zijn lichamelijke vorm alleen. Met een mens bedoelen we dat wat hem kenmerkt en verschillend maakt van het dier, dat geen menselijke kenmerken heeft.
Een waarde die alle andere waarden omvat is een goddelijke waarde. Dit is het verschil tussen een goddelijk kenmerk en andere kenmerken. Zoals men zegt omvat de pootafdruk van de olifant de pootafdruk van alle andere dieren. Zo omvat ook het goddelijke kenmerk of de goddelijke waarde alle andere denkbare kenmerken en waarden. Goddelijkheid is dus geen mirakel dat ons begripsvermogen te boven gaat, maar een innerlijke kracht die leven en betekenis geeft aan zelfs de materiële waarden van het leven. God is niet, zoals dwalende religies voorhouden, een buitenwereldse, bovenmenselijke schepper, die ontoegankelijk is voor het hunkerende hart van de mens. Hij is een hier en een nu, een eeuwigheid en een oneindigheid versmolten en samengevoegd tot één enkele massa van innerlijkheid, die men op ieder ogenblik kan aanroepen. Wij hebben de historische en luisterrijke illustratie van de Narasimha Avataara (de manleeuw neerdaling) of God die te voorschijn komt uit een stenen zuil. Hij kwam niet van Vaikoentha (verblijfplaats van Vishnoe) of Kailaasa (verblijfplaats van Shiva) of uit de zevende hemel. Hij kwam uit een zuil, hoogst ondenkbaar eigenlijk, maar Hij kan van elke plaats komen, want Hij is immanent én transcendent. Swami Sivananda's missie, in de vorm van The Divine Life Society, had precies de bedoeling in de geest van de mensen de waarden te prenten, die verkeerd werden voorgesteld door voorbijgestreefde religies en religieuze filosofieën en om een hervormende toets te geven aan het concept van filosofie, spiritualiteit en religie, die er een levende kracht van maakt en geen dood mechanisme van tempels en kerken.
Religie is een leven schenkend beginsel. Het is een kracht die het onmogelijk maakt te leven of te bestaan zonder religieuze en spirituele waarden in de ware zin van het woord.
Religie werd een voorbijgestreefde routine van wanhopige mensen, waardoor verkeerde doctrines denken dat het een soort van opium is die het intellect verdooft en die iemand een verkeerd zelfbeeld geeft. De reden is dat religie werd gedefinieerd en onderwezen op de verkeerde manier.
Religie is een staat van de geest en het bewustzijn en een levenshouding. Ze behoort niet tot tempels, moskeeën en kerken, ze behoort niet tot paters en nonnen of kloosters, kapellen enz., niets van dat alles. Waar God is, daar is ook religie. De religieuze waarde ligt in de handen van wijzen zoals Swami Sivananda, die een instrument tot wereldhervorming was. Noem het religie, noem het spiritualiteit, noem het filosofie, om het even. Al die benamingen wijzen op één enkele algemene levensnoodzakelijkheid. We mogen het woord "noodzakelijkheid" onderstrepen. De uiteindelijke noodwendigheid van de ziel is immers religie. Religie is geen evangelie uit boeken of een cultus van predikers en profeten, die men kan aanvaarden of verwerpen.
Het is evenwel niet aan ons om religie te aanvaarden of te verwerpen, aangezien ze zoals gezegd een noodwendigheid is. Ze is zelfs de uiteindelijke noodwendigheid, geen onbelangrijke noodwendigheid van het dagelijks leven. De uiteindelijke nood van de menselijke ziel wordt religie genoemd. Dit moest aan de mensen worden voorgehouden, want het was op de achtergrond geraakt en weggezonken in de diepten van het menselijk bewustzijn. Het was stervend. Vele heiligen en wijzen werden voortgebracht door de Almachtige zelf, al van in de tijd van Shrie Ramakrishna Paramahamsa, toen empirische, materiële waarden de bovenhand begonnen te krijgen en aan lichamelijke noden, economische behoeften en openbare omgang meer belang werd gehecht dan aan de schreeuw van de menselijke ziel.
Het was een tijd waarin het leven in India op cultureel gebied in beroering was. Het was dan dat wijzen zoals Shrie Ramakrishna Paramahamsa opstonden om de balans in evenwicht te brengen en de nagel op de kop te slaan. Er volgde dan een grote constellatie heiligen en wijzen. Lees hun geschiedenis. Ik heb het over de moderne renaissance in India en niet over de oude heiligen en wijzen, zoals Vasishtha en Vyaasa. Al waren zij er en al zijn zij er, ik heb het vooral over de moderne beweging in de spirituele renaissance van India, vanaf de tijd van Ram Mohan Roy, Shrie Ramakrishna Paramahamsa, Swami Vivekananda en Swami Rama Tirtha. Dan hadden we Shrie Aurobindo, die de nadruk legde op de meesterlijke zetten van de meesters vóór hem. We hadden Ramana Maharshi, Ramadas, Mahatma Gandhi. God zwijgt niet. Wanneer Hij wordt miskend, manifesteert Hij zich in ieder domein. Hij bevestigde zichzelf in de politiek in de vorm van Mahatma Gandhi. Shrie Swami Sivanandaji Maharaj speelde krachtig in op deze spirituele nood van de mens en bracht The Divine Life Society voort, niet louter als een reeks gebouwen, maar als een aantal waarden.
Het was zijn eerste bedoeling de geest van de mens te doen ontwaken en hem wakker te schudden uit zijn sluimer van onwetendheid. Het is van het grootste belang dat wij in ons enthousiasme en haast niet vergeten The Divine Life Society te zien als een spirituele organisatie. Het is een concept dat mensen maakt. Het is geen huizenbouw en het heeft geen winstoogmerk. Het is een instrument om dierlijkheid om te vormen tot menselijkheid, die kan opstijgen tot goddelijkheid. Men leert ons dat we ontstonden uit mineralen, opstegen tot het plantaardige niveau en dan overgingen via het dier naar de staat van de mens.
We zijn homo sapiens. We zijn mensen, wat betekent dat wij het dierlijke niveau hebben overstegen. We kunnen onszelf geen mensen noemen als de dierlijke aard nog in ons aanwezig is. Wat is de dierlijke aard? Als we kunnen steken als een schorpioen of bijten als een slang, onze tanden laten zien als een tijger of anderen bespringen als een leeuw, dan zijn we geen menselijke wezens. En we weten dat we kunnen steken als een schorpioen en bijten als een slang. Dit betekent dat we, al ontstegen we de fysieke structuur van het dierlijke lichaam, toch nog niet ten volle de dierlijke natuur overstegen. Dat is de reden waarom er oorlogen en veldslagen zijn, waarom er kelen worden overgesneden, waarom er aan zakkenrollen wordt gedaan, waarom er corruptie enz. is. Het zijn alle pogingen om onze broeders te onderdrukken. Goddelijkheid is het overstijgen van de menselijke natuur zelf, wat onmogelijk zou zijn als de mens niet zijn eigen bewustzijn had verworven, tenminste in een apprecieerbare verhouding. Goddelijkheid kan zelfs het hoofd niet tonen in een mensheid die haar dierlijke natuur niet afdoende heeft gesublimeerd, maar ze manifesteert zich ten volle als dierlijkheid volledig is overwonnen en we volledig menselijk zijn geworden.
Een voorbeeld van een volledig gezuiverde en gesublimeerde natuur is de persoonlijkheid van Shrie Raama. Nergens vinden we iemand als Raama. Hij was de apotheose van de menselijke natuur, de volmaaktheid van het menselijk karakter, dat wil zeggen zoals de mens zou moeten zijn. Hij demonstreerde geen goddelijkheid. Dat was niet de bedoeling van de Raama Avataara. Hij demonstreerde slechts de menselijke natuur in zijn volmaaktheid tot aan de logische grens. En als we dat niveau van menselijkheid kunnen bereiken dan bereiken we vanzelf goddelijkheid. We proberen het zevende niveau van de menselijke natuur of de volmaaktheid van menselijkheid te bereiken en dan bereiken we automatisch de staat van goddelijkheid. We proberen de zevende bhoemika en nirvikalpa samaadhi te bereiken en we spreken over nirbieja en dergelijke. We hebben het over niets minder dan dat. Maar het zijn allemaal slechts woorden. Het loopt uiteindelijk op niets uit wanneer we geworteld zijn in het dierlijke. Shrie Swami Sivanandaji Maharaj hamerde onvermoeibaar op dit punt in de geest van zo vele mensen overal ter wereld. Hij noemde het branches (afdelingen) van The Divine Life Society. De afdelingen van The Divine Life Society zijn niet als takken (branches) van een boom. Het zijn onzichtbare krachten geprojecteerd door zijn eigen Zelf.
Swami Sivananda ging nooit naar het buitenland. Hij bleef in India. En slechts eenmaal reisde hij door India. Hij bleef in Rishikesh. Hij zei: "Mijn kenmerk is stickability (vasthoudendheid)." Men placht hem een stickable (vasthoudende) swami te noemen. Hij schreef zelfs een gedicht over stickability. Met die stickability schudde hij het bewustzijn van de mensen dooreen op een ongeëvenaarde manier. Zijn armen bereikten mensen in verscheidene continenten. Heiligen en wijzen werken niet door hun lichaam. Of ze nu in een vliegtuig vliegen of niet, het maakt geen verschil. Ze kunnen vliegen zonder dat wij het weten. Heiligen en wijzen, meesters en incarnaties werken niet door hun lichaam, want ze zijn geen lichaam. Hun lichaam is slechts het voertuig van de kracht die ze echt zijn. Het is niet de lamp die brandt. Het is haar innerlijke kracht die schijnt en ze overstijgt de buitenkant van de lamp. Wij weten dat. De lamp is zo klein. Ze heeft slechts een diameter van enkele centimeters, maar haar licht gaat zover.
Zo bewerkstelligden ook meesters als Swami Sivananda wonderen, tot verbazing van de mens. Hij schudde de mensheid wakker, schiep juwelen en edelstenen in verscheidene delen van de wereld. Dit alles is te danken aan zijn tapas (versterving). Hoe beter we ons de verstervingen van Swami Sivananda herinneren hoe dieper we in gehoorzaamheid aan zijn lotusvoeten buigen. Zijn kracht werkt met sprongen. Hij placht te zeggen: "Mijn missie is niet volledig." Soms zei hij lachend: "In dit leven heb ik over alles geschreven. In een volgend leven zal ik in het Sanskrit schrijven, want de mensen willen mijn werk ook in het Sanskrit lezen." Hij was een zeer speels man. Zijn grappen hadden vele facetten, bevatten vele instructies, ze gingen soms recht naar het hart van iemand en maakten hem die eigenste minuut totaal anders. Enkele gezegende zoekers ontvingen rechtstreeks zijn genade. Honderden en duizenden werden door hem geïnspireerd en hervormd op een geheimzinnige wijze, door zijn geschriften. Hij bracht een ommekeer teweeg in hun hart door zijn onzichtbare kracht en die harten noemde hij de afdelingen van The Divine Life Society. The Divine Life Society is in het hart van ieder mens. Ze is eigenlijk alleen in het hart.
Ze manifesteert zich daarna naar buiten toe in de vorm van een activiteit en als een zichtbare vorm of als het instrument van zijn missie. Het doel van deze centra is anderen te verlichten. Het licht is overal. Het is in jou en in iedereen. Maar het is gedimd, onderdrukt, het is bedekt en het is niet in staat van zichzelf bewust te worden. Het licht van het Zelf doen schijnen in de mens is het werk van The Divine Life Society en haar afdelingen.