The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage

 

OVER VERLOSSING

Wat de wijzen zeiden         
Woorden zijn de enige juwelen die ik bezit.
Woorden zijn de enige kleren die ik draag.
Woorden zijn het enige voedsel dat mij in leven houdt.
Woorden zijn de enige rijkdom die ik met mensen deel.
Toekaa zegt:
Wees getuige van het woord dat Hem aanduidt,
die ik met mijn woorden vereer.
Toekaaraam (1398-1448)

Luister naar mij, mijn kind.
Ben je mijn discipel
zeg dan niet wat je doen zult.
Doe het en toon je kracht.

Kies je leermeester met zorg
zoals je drinkwater filtert.
Kies je onzorgvuldig dan beland je
beslist in de draaikolk van geboorte-dood.

Maar met de juiste leermeester
overwin je zorgen en gehechtheid.
Plezier en pijn zijn dan gelijk
en je verwerft de neiging van je leermeester.

Maak van hem je leermeester die geen hebzucht kent
en geen gehechtheid noch het streven van de geest,
die, al leeft hij op aarde,
vrij is van aardse kluisters.
Kabier (1609-1650)

Ik onderwerp me aan de God en Godin,
de onbegrensde oerouders van het heelal.

Ze zijn niet helemaal gelijk,
maar evenmin zijn ze ongelijk.
We kunnen niet juist zeggen wat ze zijn.

Hoe zoet is hun vereniging!
De hele heelal is te klein om hen te bevatten.
Toch leven ze gelukkig in het kleinste deeltje.

Deze twee zijn de enigen
die verblijven in dit tehuis van het heelal.
Slaapt de Meester van het huis,
dan waakt de Meesteres
en doet het werk van beiden.

Ontwaakt Hij, dan verdwijnt het hele tehuis
en blijft er niets van over.

Twee luiten, één noot.
Twee bloemen, één geur.
Twee lampen, één licht.
Twee lippen, één woord.
Twee ogen, één zien.
Deze twee, één heelal.

In eenheid is er weinig te ervaren.
Zij, de moeder van de overvloed, schiep dan ook
de wereld als een spel.

Hij speelt de rol van getuige
uit liefde Haar gade te slaan.
Maar wordt Haar verschijning teruggetrokken,
dan wordt ook de rol van getuige opgegeven.

Door Haar
neemt Hij de vorm van het heelal aan;
zonder Haar
blijft Hij naakt achter.

Mochten nacht en dag de zon benaderen,
beide zouden verdwijnen.
Zo verdwijnt ook hun dualiteit
als hun wezenlijke eenheid wordt gezien.

De dualiteit van Shiva en Shakti kan
niet bestaan in die oorspronkelijke eenheidsstaat
waaraan OM ontspringt.

Ze zijn als een stroom van kennis
waaraan een kenner zich niet kan laven
tenzij hij zichzelf verzaakt.

Is de klank OM verdeeld in drie
alleen omdat hij uit drie letters bestaat?
Of is de letter N verdeeld in drie
omdat ze door drie lijnen wordt gevormd?

Blijft de eenheid onverstoord
en wordt een aangenaam plezier daaraan ontleend,
waarom zou het water dan geen behagen scheppen
in de bloemige geur van zijn rimpelend oppervlak?

Het is in deze zin dat ik buig
voor de onscheidbare Shiva en Shakti.

Een mens keert terug tot zichzelf
als hij uit de slaap ontwaakt.
Zo ook zag ik de God en Godin
door te ontwaken uit mijn ego.

Zout dat oplost, wordt één met de oceaan.
Toen mijn ego oploste
werd ik één met Shiva en Shakti.
Gnyaanadev (1275-1296)