The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


YOGACURSUS 2

Narayana

In vorig Redactioneel schreef ik onder andere over Japa en Kiertan. Beide werken even doeltreffend in op de geest als Aasanas (Yogahoudingen) en Praanaayaama (ademhalingsoefeningen) op het lichaam. Maar aangezien onze tijd volkomen materialistisch is en we door en door lichamelijk en zintuiglijk ingesteld zijn, bestaan er tegen Japa en Kiertan nogal wat weerstanden. Ze worden nogal eens afgewezen als irrationele nonsens.



Moekoenda Maadhava Govinda bol
Keshava Maadhava Hari Hari bol
Naaraayana Naaraayana Naaraayana OM OM
Naaraayana Naaraayana OM OM

Hari Hari bol bol Hari bol
Vahi Goeroe bol Satnaam bol

Just as curd, paapad, achaar, chutney
Goad the tongue to eat more kichari;
So also japa, kiertan, satsang, svaadhyaaya
Develop Bhakti miraculously.

Vrij vertaald
Zoals zout, pickles, mayonaise de tong ertoe aanzetten meer frieten te eten, zo ook ontwikkelen herhaling van de Naam van de Ultieme Werkelijkheid (japa), het bezingen van de faam van die Wekelijkheid (kiertan), samen zijn met een wijze of met gelijkgestemde zoekers (satsang), studie van de Schriften (svaadhyaaya) devotie (bhakti) op een wonderbaarlijke wijze.

Practise yama, niyama, aasana, praanaayaama,
Pratyaahaara, dhaaranaa, dhyaana, samaadhi.

Dit is het achtvoudige Yogapad van Maharshi Patanjali (Raaja Yoga).

Do shravana, kiertan, smaran, paadasevan, archan,
Vandan, daasya, saakhya, Aatmanivedan.

Dit beschrijft het pad van Bhakti Yoga.

Have viveka, vairaagya, sama, dama, titikshaa,
Oeparati, shraddhaa, samaadhaana, moemoekshoetva.

Dit is het pad van Vedanta.

Do always shravana, manana, nididhyaasana,
You will have quickly Self-realisation.

Dit geeft het vervolg van het pad van Vedanta. Voor leerlingen van de Yoga Academie is dit lied een uitstekende geheugensteun.

Satyam, gnyaanam, anantam, brahma,
Shaantam, ajaram, amritam, abhayam.

De Ultieme Werkelijkheid is waarheid, wijsheid, eeuwig, absoluut, vrede, ongeboren, onsterfelijk, vrij van angst.



Ik had het er in vorig Redactioneel ook kort over dat de resultaten van modern hersenonderzoek een herwaardering inhouden van belangrijke psychische aspecten die in onze rationalistische samenleving lange tijd werden genegeerd. De mogelijkheden van de rechter hersenhelft zijn afgestompt door het geringe gebruik dat er wordt van gemaakt.

Ik introduceerde in november 1986 in de zaterdagsatsang en de Yoga Academie een lied van Swami Sivananda, Song of Abhyaasa. Iemand vroeg of ik mijn commentaar niet op papier wilde zetten. Graag gedaan, natuurlijk; meer nog, ik doe er mezelf een plezier mee. Laat ik het opdragen aan alle leden van de Satsang en de Yoga Academie en onze Yogaleraren.

Swami Sivananda leerde ons zingen. Misschien zullen ze van Yoga Vedanta Aalst ooit zeggen dat ze de Yogis alhier (Europa) leerden zingen. Hoe dan ook, slechts de bozen zingen niet, behalve in de opera, waar zelfs de doden zingen.

Neem een doorsnee Westerling en vraag hem wie hij in zijn eigen ogen is. Als je hem een beetje prest, krijg je een hele waslijst antwoorden: een man, een vrouw, oud, jong, dik, mager, zoon of dochter van zo en zo, moeder of vader van X en Y, werknemer of werkgever... Je vraagt hem daarna wat hij in de ogen van de wereld is. De antwoorden die hij je geeft, zullen ongeveer gelijklopend zijn. Dat "ongeveer" betekent dat hij in zijn eigen ogen bijvoorbeeld een "goede" vader is en in de ogen van zijn kind misschien niet helemaal. Het onderscheid is niet moeilijk te begrijpen: het is het onderscheid tussen mijn en dijn.

Hierbij denk ik aan een uitspraak van Swami Sivananda. Ze hing in de Satsang Hall in zijn Aashram aan de muur bij mijn laatste bezoek. Elke avond zat ik er tijdens de Satsang tegenaan te kijken. Ik hoop dat ze er nog hangt. Yoga leert je dat je moet opkomen voor jezelf, maar niet op een egoïstische manier. De uitspraak waarover ik het heb maakt dit duidelijk: "Beschuldig jezelf zoals je anderen beschuldigt. Vergeef anderen zoals je jezelf vergeeft."

Maar nu -en nu komt de kat op de koord- vraag je hem iets wat hij niet gemakkelijk begrijpt. En je zult geduld nodig hebben om het hem uit te leggen. Je vraagt hem dat hij even zijn verbeelding laat werken en zich voorstelt dat hij alles kan vergeten wat hij in zijn eigen ogen én in de ogen van de wereld is. "Veronderstel dat je dit zou kunnen," zeg je hem, "wie blijft er dan over?" We zitten hier niet in Hoger-Lager, maar ik durf er toch een wedding op te doen dat hij antwoordt: "Niets!" En dat is zijn grote vergissing. Dat bewijst zijn diepe onwetendheid. En dat verklaart al zijn talrijke problemen.

Stel diezelfde vraag nu aan een echte Yogi en je zult ontdekken wat het verschil is tussen wijsheid en onwetendheid.

Een echte Yogi ? Zijn er dan ook onechte Yogis ? Laat ik verduidelijken wat ik bedoel met een simpel voorbeeld. In een (denkbeeldige) balletgroep worden alle mogelijk moeilijke danspassen ingestudeerd. Veronderstel dat iemand aan Maurice Béjart zou vragen wat hij van balletgroep X denkt en dat hij antwoordt: "Dat is nog geen ballet!" Waarom zegt hij zoiets, denk je ? Vraag het hem: "Waarom beweert u dat, meneer Béjart ?" En hij antwoordt: "Ze dansen niet!" Ze leren wel verschillende danspassen, maar ze dansen niet. Kun je je zo'n balletschool voorstellen ? Want wie wil er nu aan zo'n balletschool studeren ? Nog geen dwaas. En toch is het in Yoga vaak zó gesteld. Blijkbaar ligt Yoga op een vlak waar het gezond verstand minder werkt. Want wat zie je? Ze doen allerlei oefeningen, maar ze mediteren niet. Het hart van Yoga staat buiten hun leven, want ze zijn niet verankerd in Zelfbewustzijn.

Stel nu de vraag aan iemand die wel Yoga in zijn hart heeft:
"Als je vergeet wie je bent in je eigen ogen en in de ogen van de wereld wie blijft er dan over?" Hij antwoordt: "De Waarheid blijft over," of: "De Werkelijkheid blijft over," of: "Ik blijf over." Het woord in het Sanskrit voor Waarheid is: Sat.

Als Yogis samenkomen (Sanga) voor studie, meditatie, Kiertan enz. noemen ze dat Satsanga. Shiva schreef ooit, naar aanleiding van de Kiertan: "Ik zing me Sat." Sat of die Waarheid is niet mooi, Het is schoonheid zelf. Sat is niet intelligent, Het is intelligentie zelf. Sat is niet sterk, Het is energie zelf. Sat is het begin, het midden en ook het einde van alle dingen. Sat is in wezen Zaligheid of Aananda. Je ogen kunnen Het onmogelijk zien, maar door Dat zien je ogen. Je oren kunnen Het niet horen, maar door Dat horen je oren. Je verstand kan Het niet vatten, maar door Dat werkt je verstand. Het is dichterbij je dan je kransslagader. Het is dichterbij je dan jijzelf.

Mensen roken, drinken, rijden te hard, eten zich dood... Hun gedrag is zo door en door zelfvernietigend dat Freud geloofde dat mensen bezeten zijn van een doodsdrang. Kijk in de spiegel. Wat zie je? Er zijn talrijke mogelijkheden. Een blij iemand? Een verliefd iemand? Een moe iemand? Een angstig iemand ? Een bezorgd iemand ? Een verdrietig iemand? Een wrokkig iemand? Een ziek iemand? In vele gevallen een weinig beminnelijk iemand.

Als een wijze in de spiegel kijkt, ziet hij altijd, in alle omstandigheden, een beminnelijk iemand, want hij ziet niet zozeer het lichaam of zelfs niet de geest, hij ziet de Ziel of het Zelf dat zich in het lichaam en in de geest manifesteert. Hij houdt van zichzelf en hij houdt ook van anderen. Hij houdt van zijn evennaaste zoals van zichzelf, omdat hij in zijn evennaaste zichzelf ziet. Maar de meeste mensen houden niet echt van anderen, omdat ze ook niet echt van zichzelf houden. Ze houden niet van zichzelf, omdat ze zichzelf niet kennen. Het enige wat hen dan ook kan helpen is Zelfkennis, want dit is de ervaring van Yoga: je diepste werkelijkheid is zaligheid in wezen.

Nu terug naar Goeroedevs lied. Het heet Song of Abhyaasa. Abhyaasa betekent: oefening. Song of Abhyaasa beschrijft de methodiek van de volgende Yogapaden: Maharshi Patanjali's Ashtaanga Yoga, ook Raaja Yoga genoemd, Bhakti Yoga en Vedaanta of Gnyaana Yoga. De laatste strofe beschrijft de realisatie van Yoga.

Het lied wordt, zoals zijn andere liederen, gezongen op het ritme van Kiertan. In Kiertan worden Namen (Naama) van de Waarheid of God gezongen. Kiertan betekent: het bezingen van de Kierti of glorie (van Sat). Sat is de Onvergankelijke Werkelijkheid, die van alles de basis en de ziel is.

De Kiertan die Song of Abhyaasa inleidt bestaat uit de volgende Namen:

Hari: Hij vernietigt (het lijden);
Bool: dit is geen Naam, maar betekent gewoon: herhaal; watje ook doet, herhaal Hari; als je opstaat, herhaal Hari;
als je gaat liggen, herhaal Hari; dat wil zeggen: leef in Hari, eet in Hari, adem in Hari enz.
Moekoenda: Hij is de schenker van Moksha of verlossing:
de Waarheid maakt je vrij, zegt men terecht.
Maadhava: Hij is de gemaal van Maa of de ziel van de Natuur.
Govinda: Hij is de herder, de behoeder van de Schriften.
Keshava: Hij is aantrekkelijk en beminnelijk; wie in zichzelf Keshava ziet, kan onbevreesd in de spiegel kijken.
Naaraayana: Hij heeft Zijn verblijfplaats in ieder hart, of: Hij slaapt op de wateren (dit laatste is de mythologische betekenis).
OM symboliseert het Absolute, het alles, het allesomvattende, het ene Bewustzijn achter waken, dromen en slapen.
Vahi Goeroe: Hij is de Goeroe of spirituele leraar.
Sat Naam Bool: herhaal de Naam van Sat of de Werkelijkheid.

De Namen moeten correct worden uitgesproken en gezongen. De voorzanger zingt een regel. De anderen zingen hem daarna eenstemmig na op dezelfde toonhoogte en op hetzelfde ritme. Als die voorwaarden vervuld zijn, kan de extase komen. Stress toont zijn hielen. De bezongen facetten van de Werkelijkheid manifesteren zich. De levenskracht wordt opwaarts gericht. Er zijn geen woorden om dit te beschrijven. De extase van Kiertan is geen roes, zoals in het geval van drugs en drank. Er volgt dan ook geen kater. Integendeel, je komt er gelouterd en gesterkt uit. Je weet niet wat je mist, als je dit niet beoefent.

Maar misschien schaam je je om te zingen. Als je je wil schamen, voor mij niet gelaten, maar dit is geen reden. Er zijn redenen te over om je te schamen. Of niet soms?

De eerste strofe is typisch Swami Sivananda: "Zoals curd, Paapad, Achaar, Chutney de tong aanzetten tot het eten van meer Khicharie, zo ook ontwikkelen Japa, Kiertan, Satsang en Svaadhyaaya Bhakti op een wonderbare wijze." Wil je dat ik dit vrij vertaal in het Vlaams? Ziehier dan: "Zoals zout, mayonaise, pickles, ketchup de tong aanzetten tot het eten van meer frieten, zo ook ontwikkelen Japa, Kiertan, Satsang en Svaadhyaaya Bhakti op een wonderbare wijze."

Swamiji verplichte mij met deze strofe wat huiswerk te maken met behulp van het Hindi-Engels-woordenboek. Curd is gestremde melk. Dit is in India een gewaardeerde lekkernij, die bij vele maaltijden wordt opgediend. Paapad is een dunne krokante koek, gemaakt van peulvruchten, sago en aardappelmeel. Achaar is een pickle, jam of ingelegde vruchten. Chutney is een saus of kruiderij. Khicharie is een bereiding van rijst en peulvruchten samen gekookt.



Gérard Blitz, voorzitter van de Europese Yoga Unie, die zijn jeugd in Antwerpen doorbracht en Nederlands kent, schrijft ons uit Parijs het volgend briefje Zo hoor je ook eens van een ander hoe goed dit blad wel is.



Just as curd, Paapad, Achaar, Chutney Goad the longue to eat more Khicharie, So also Japa, Kiertan, Satsang, Svaadhyaaya Develop Bhakti miraculously.

Japa is herhaling van een Mantra (meditatieformule), Kiertan is meditatief zingen. Satsang is samenkomen met Yogis. Svaadhyaaya is studie van de Yogaschriften. Wat ontwikkelen ze op een wonderbare manier? Bhakti.

Bhakti betekent: liefde, devotie. Bhakti is een grote kracht. In Bhakti is het hart ontwikkeld.

In zijn Song of Salutations (zie onze cd's) zingt Swami Sivananda: "Hij die verblijft in het hart van Bhaktas (toegewijden), Hij die Lanka Raavan overwon (letterlijk: die de demon Raavana, die heerste over Shrie Lanka, overwon; symbolisch: die de geest en de zinnen overwon), Hij die de vruchten van Shabarie at. Hem geef ik mijn groet."

Deze strofe verheerlijkt Shrie Raama, de held van het epos de Raamaayana, die tientallen eeuwen geleden door Zuid-India trok. Shabarie was een wilde. Ze leefde in het oerwoud. Zij had een grote devotie (Bhakti) voor Raama opgevat. Ze had voor hem in het oerwoud vruchten gezocht. De vruchten die ze had geplukt zijn zeer lekker, maar als ze niet helemaal rijp zijn veroorzaken ze buikloop. Om zich er van te vergewissen dat ze rijp waren, had ze uit elke vrucht een stukje gebeten. Voedsel dat iemand met zijn mond had aangeraakt was voor hindoes van hoge kaste onrein. Het was dan ook een grove overtreding tegen het etiquette als men hen dergelijk voedsel aanbood. Maar Raama at de vruchten van Shabarie met smaak op. Hij ziet immers iemands hart en niet zozeer iemands uiterlijk gedrag. Hij laat zich niet misleiden door pluimstrijkerij.

In de tweede strofe van Song of Salutations zingt Goeroedev: "Hij die verblijft in de Brindavan Dhaam (een plaats niet ver van Delhi; met Hij in de strofe wordt Shrie Krishna bedoeld). Hij die de boosaardige Kamsa vernietigde (de tiran ; symbolisch wordt bedoeld: onwetendheid, egoïsme), Hij die de granen van Soedaamaa at, Hem geef ik mijn groet."

Soedaamaa was een discipel van Krishna. Op zekere dag bracht hij Krishna een bezoek. Er waren toen hij aankwam nog enkele andere bezoekers. Zij hadden kostbare geschenken meegebracht. Maar Soedaamaa, die zeer arm was, had alleen wat gekookte rijst mee, die hij lekker had gekruid en in een doekje gewikkeld om hem vers te houden. Toen hij de geschenken van de andere bezoekers zag, schaamde hij zich. Hij verborg zijn pakje rijst in de plooien van zijn gewaad. Maar Krishna omhelsde zijn discipel, haalde de rijst te voorschijn en at deze met smaak op. Hij ziet immers iemands devotie en niet de materiële waarde van zijn offergave. Geld geven kunnen alle rijken, maar zijn hart geven kan niet iedereen.

Enkele jaren geleden in Zinal, tijdens de Internationale Yogaweek, stond er een rabbijn op het programma, Shlomo Carlebach, uit de USA. Hij verkondigt zijn geloof met gezang. In hun eredienst fluiten deze rabbijnen op een bepaald ogenblik, al wordt fluiten in de tempel beschouwd als zeer vulgair. Ze doen dit ter ere van een simpel man met een groot hart en om een grote eigenschap die hij belichaamde in ere te houden.

Shlomo Carlebach zong voor ons dit verhaal. Een arme jood kon na lang sparen naar het land van zijn voorouders terugkeren. Hij had zijn grootouders en zijn ouders altijd al met gloed horen spreken over de grote tempel in hun land van herkomst. Na talrijke ontberingen kon hij eindelijk de tempel van zijn voorouders betreden. Maar hij wist niet hoe zich te gedragen. Ook kende hij de woorden van de heilige teksten niet. Hij kende de voorgeschreven gebeden niet. Maar zijn hart stroomde over. Wat te doen? Om uitdrukking te geven aan zijn gevoelens floot hij. De aanwezigen waren verbolgen. Maar wat gebeurde er? De hemel opende zich en daaruit scheen een helder licht te voorschijn.

Wat de geleerdheid van de rabbijnen niet vermocht, dat kon de devotie van een ongeletterde wel.

Van rabbijn Shlomo Carlebach bleef me ook het volgend verhaal bij. Aan een oude verlichte rabbijn in New York vroeg iemand waar hij zijn wijsheid vandaan had. De rabbijn zei dat de verklaring zeer eenvoudig was. Hij vertelde dat zijn ouders lang geleden gevlucht waren uit Polen. Het vroor hard. Ze hadden hem, terwijl ze wachtten op vervoer, in het politiekantoor te slapen gelegd op twee stoelen. Hij had het koud en was bang en hij kon niet slapen. De oude rabbijn van die plaats kwam tijdens de nacht eens kijken. Hij zag dat de kleine jongen zachtjes lag te wenen van ellende en dat hij beefde van de kou. De rabbijn deed zijn zware winterjas uit en dekte er de jongen mee toe. De New Yorkse rabbijn zei:

"Ik voelde de warmte van de jas mij verwarmen. Het gevoel dat me op dat ogenblik doorstroomde heeft me nooit meer verlaten."

Dit is Bhakti. Als Bhakti er zich in manifesteert, kan je hart niet langer in je borstkas blijven. Het gaat dan overal heen en omvat alles en iedereen. Je kunt het niet helpen. Niets kan je nu nog deren. Of je nu geeft of neemt, je voelt slechts dat je twee rollen speelt: de rol van gelovige en de rol van God: als iemand je iets geeft, speel je de rol van gelovige; als jij iemand iets geeft, speel je de rol van God. Hart geeft aan hart, hart krijgt van hart. Dit is Bhakti. Bhakti is een zeldzame gave. Japa, Kiertan, Satsang en Svaadhyaaya ontwikkelen Bhakti op miraculeuze wijze, zegt Goeroedev, in Song of Abhyaasa.



Pratise Yama, Niyama, Aasan, Praanaayaam, Pratyaahaara, Dhaaranaa, Dhyaan, Samaadhi.

In zijn tweede strofe van zijn Song of Abhyaasa of Lied van de Oefening zegt Goeroedev: "Beoefen Yama, Niyama, Aasana, Praanaayaama, Pratyaahaara, Dhaaranaa, Dhyaana, Samaadhi."

Dit lied is een uitstekende en inspirerende methode voor leerlingen van de Yoga Academie om Maharshi Patanjali's Ashtaanga Yoga van buiten te leren. Voor gewone lezers kan dit moeilijk schijnen, maar voor leden van de Yoga Academie is het gesneden koek.

leder woord geeft een trede of Anga aan. Er zijn er acht (Ashta). Daarom heet dit pad Ashtaanga Yoga. Het heet ook Paatanjala Yoga of de Yoga van Patanjali. Patanjali is de grondlegger. Zijn pad wordt ook Raaja Yoga of Koninklijke Yoga genoemd, omdat het alle andere paden bevat. Je kunt het ook Integrale Yoga noemen.

Maharshi Patanjali beschrijft zijn Asthaanga Yoga in het tweede boek van zijn Yoga Soetras. Je vindt de volledige Yoga Soetra in ons boek Yogakompas. Zijn naam geeft aan dat Patanjali een zeer beminnelijk iemand was. Anjali betekent: buigen met gevouwen handen. Patanjali: iedereen boog vanzelf aan zijn voeten neer.

Maharshi (Mahaa Rishi: letterlijk: grote ziener) is een eretitel. Technisch gesproken was een Rishi iemand die één Veda kende, een Maharshi iemand die alle vier de Vedas kende. Patanjali's beroemde tekst heet Yoga Darshana (Yoga-zienswijze). Hij is samengesteld uit aforismen of Soetras. De gehele tekst wordt aangeduid als de Yoga Soetra (Yo-galeidraad) of de Yoga Soetras (aforismen over Yoga). De Vedas zijn boeken van wijsheid. Veda betekent: weten. De ortodoxe filosofieën (er zijn er zes in totaal: de Shat Darshanas of zes Zienswijzen) worden zo genoemd, omdat ze de autoriteit van de Vedas aanvaarden. Ze moeten al hun beweringen sterk maken door een verwijzing naar de Vedas. De Shad Darshanas zijn verschillende niveaus van kennis, die bestaan, omdat de zoekers in verschillende stadia van ontwikkeling zijn. Eén Darshana geeft een ritualistische benadering. Twee scholen bestuderen de logica. Eén school maakt een studie van alle bestanddelen van dit heelal. Ze wordt Saankhya genoemd. Saankhya betekent letterlijk: het tellen van aantallen. De grondlegger was Kapila Moeni. De Yoga Darshana is een voortzetting van de Saankhyafilosofie, maar Patanjali aanvaardt een persoonlijke God, die hij leshvara noemt (degene die is). Yoga wordt dan ook Sa leshvara Saankhya genoemd: de Saankhyafilosofie plus leshvara. Het einde van de weg is Vedaanta; letterlijk: het einde (Anta) van het weten (Veda). Vedaanta laat het dualisme van de Saankhyafilosofie van Kapila Moeni en van de Yogafilosofie van Maharshi Patanjali achter zich (dualisme of Dvaita, letterlijk: tweeheid: er is Natuur en Bewustzijn). Volgens Vedaanta is dit dualisme zelf de manifestatie van de onwetendheid.

Shankara vatte zijn Advaita Vedaanta (Advaita: niet-twee) samen als volgt: "Brahma Satyam Jaganmityaa Jievo Brahmaiva Naaparah. Het Absolute is werkelijk. De wereld is onwerkelijk. Het individuele Zelf en het Absolute zijn in wezen niet verschillend." Ook die zin heeft Goeroedev verwerkt in een van zijn Kiertans, zoals leerlingen van de Yoga Academie wel weten.

Ben je je bewust van het formidabel feit dat ik hier op nog geen bladzijde eeuwen van menselijk streven heb samengevat? De oude wijzen ontleedden allen dezelfde menselijke situatie. Ze zochten een oplossing voor de moeilijkheden, die eigen zijn aan de verscheidene fasen van evolutie. Op ieder niveau moet er een oplossing worden geboden. Dit is een simpele verklaring voor de vele benaderingen. Aan die oude wijzen danken we de rijke Yogawetenschap.

Er zit een volstrekt logische lijn in het achtvoudig pad van Maharshi Patanjali: het leidt je van uiterlijkheid of zintuiglijkheid naar innerlijkheid en van innerlijkheid naar het universele, van stress en onlust naar de diepe vrede van Zelfbewustzijn.

Een beetje denkwerk. Wat is hier op aarde de grootste moeilijkheid van de mens en welk woord in verband hiermee ligt psychiaters en psychologen bestorven in de mond?

Het begint al als je ter wereld komt: uit de duistere, warme geborgenheid van de schoot van je moeder kom je terecht in het harde elektrisch licht en de koude lucht van de verloskamer via de in plastic gewikkelde handen van de dokter, die je een tik tegen je billen geeft. Nogal een entree. Vreselijk!

Ik zag enkele jaren geleden in Zinal in de Internationale Yogaweek een paar films van mensen die de nieuwe wereldburger niet behandelen op de gevoelloze manier waarop een vishandelaar met een kabeljauw omgaat. De eerste film was van de bekende Franse dokter Fréderic Leboyer, van wie ik voordien ook al een film zag op tv. De pasgeborene wordt door hem niet onthaald in hel licht en koude lucht. Hij legt de baby onmiddellijk in water op lichaamstemperatuur. Ook wordt de navelstreng niet onmiddellijk doorgeknipt. De longen gaan heel langzaam open en de baby huilt amper. Zijn gezicht drukt een groot welbehagen uit. De tweede film was van een landgenoot, Jo Van Orshoven, een bioloog die zijn hart verloor in Nederland aan een Fries meisje. Zijn film toonde de geboorte van zijn eigen zoontje. Een indrukwekkend document. Zijn methode is enigszins anders al is ze op dezelfde inzichten gebaseerd. De baby wordt op de buik van zijn moeder gelegd. Zijn neusje en mondje worden met de hand bedekt. De lucht wordt slechts langzaam in de longen gelaten. Het bereikte resultaat is hetzelfde. De vader en de moeder en de nieuwe baby knappen het werk tezamen op. Ze hebben het immers negen maand voordien ook samen opgeknapt. Bij de jonge Van Orshoven was alleen een verpleegster aanwezig om de navelstreng door te knippen. Zo komt de eerste buiten baarmoederlijke relatie tot stand, op een totaal andere, vriendelijke, geweldloze manier, die geen problemen doet ontstaan.

En hier vallen de woorden die we zochten en die een antwoord geven op de vraag wat hier op aarde onze grootste moeilijkheid is: relaties en relatieproblemen.

Relatie is het woord dat de talrijke problemen van de mens goed samenvat. Met zijn relaties in het reine komen, dat is zijn moeilijkste opdracht of opgave. Onze eerste relaties waren: licht, lucht, handen, water, buik, dokter, moeder, vader, moederborst enzovoort. Vul maar zelf in, want je hebt het toch ook meegemaakt.

Dan werd je kleuter en maakte je kennis met leeftijdgenootjes, onderwijzers, misschien met een die overspannen was en die je gebruikte als bliksemafleider voor zijn onlustgevoelens en frustraties. Misschien zag je een beetje scheel of had je rood haar of stotterde je... Wat heb ikzelf toch wat afgevochten door mijn naam, Kiekens. Of er kwam een zusje of een broertje bij en je moest nu de aandacht delen.

Dan ontwaakte je seksualiteit. Herinner je je dat nog ? Je begreep geen snars van wat je overkwam. Je werd dan groot en zocht een baan. Je trouwde of bleef alleen. Of je bent een buitenbeentje. Dan kwamen eventueel de kindjes.

Kindjes blijven niet onmondig: en je weet wat de volksmond zegt: kleine kinderen trappen op je kleed en grote op je hart.

Als je het kunt harden word je dan oud. Je verliest een aantal relaties: je haar, je tanden, je vitaliteit, je begraaft vele dierbaren. Vul zelf maar aan. Het ene woord dat het allemaal goed samenvat is dus ongetwijfeld: relaties. Want wat zijn dit anders?

Het is dan ook normaal dat Maharshi Patanjali begint met Yama en Niyama. Hij doet dat niet uit een moraliserende inslag, die het gevolg was van zijn cultuur. Helemaal niet. Moraliteit is gewoon onvermijdelijk en levensnoodzakelijk. Vroeger en in de meeste beschavingen was er een welomschreven gedragslijn voor iedereen, een welbepaald rollenpatroon waarin iedereen werd getraind. Dit is grotendeels weggevallen, wat moraliteit nog heel wat belangrijker maakt.

Om het kort te maken, je moet orde op zaken stellen in je leven. Dat is wat Patanjali bedoelt met Yama en Niyama. Het onderscheid dat hij maakt, heeft betrekking op gedragsregels tegenover anderen (Yama) en tegenover je eigen lichaam en je eigen geest (Niyama). De details over Yama en Niyama vind je in ons boek Yogakompas op blz. 138.

In een vlaag van enthousiaste ijver die het gevolg is van bijvoorbeeld een inspirerend artikel of een bezielende lezing of les, besluit je ruim tijd te maken voor dagelijkse Yogabeoefening. Je stelt evenwel al vlug vast dat je zonder de waard hebt gerekend. Je vrouw of man, je kinderen, je vrienden, je hobby's, met andere woorden je relaties, gaan nogal eens dwars liggen, tenzij ze van Yoga heil verwachten. Je moet het hoe dan ook met hen klaren, rekening houdend met hun eventuele vooroordelen, weerstanden, tegenkanting enz. (dit "enz." is een erkenning van het feit dat de omstandigheden vindingrijker zijn dan de verbeelding).

Veronderstel nu dat je tijd vindt en dat je gezinsleden je wind in de zeilen geven. Je doet dan algauw de ontnuchterende ontdekking dat regelmaat moeilijk op te brengen is, want dat je eigen tegenkanting al evenmin te onderschatten is. Als je deze moeilijkheden op de korrel neemt zul je achterhalen wat de Yamas en de Niyamas beogen. Herinner je dat Patanjali een grote ziener of wijze was. Yamas en Niyamas zijn geen regels die je worden gegeven om je te dwarsbomen, om je het leven zuur te maken of omdat iets goed of slecht is. Ze worden je alleen voorgeschreven om je toe te laten de vrede van geest te bezitten.

Laten wij het eens concreet bekijken. Nemen wij de eerste van de vijf Yamas: Ahimsaa. Himsaa betekent: geweld. Ahimsaa is geweldloosheid. Het gaat niet alleen om grof geweld, zoals doden, slaan, laster verspreiden enz. Evenmin is het de daad zelf die bepaalt of iets geweld is of niet. Dit wordt bepaald door het motief van de daad. Het gaat ook om veel subtielere dingen, zoals het geweld dat kan liggen in je blik, in je woorden, in je ideeën enz. Je tong kan bij voorbeeld scherper zijn dan een zwaard. Voorbeelden zijn er genoeg. Laat ik er enkele uit de praktijk noemen: een veel te mager meisje juffrouw schellekens noemen, tegen een dik jongetje al is het "om te lachen" dikzak zeggen of een lang opgeschoten meisje aanspreken met lange wapper enz. Of het hoeft nog zo grof niet te zijn. 's Morgens vóór je opstapt naar je werk drink je de koffie op die je partner voor je heeft gezet zonder dat je enige waardering toont, soms zelfs zonder dat je weet dat je aan het drinken bent. Dit tekort aan waardering is een subtiele vorm van geweld. Je plukt er de vruchten van in de vorm van wrevel, ongenoegen en opstandigheid. Als je echter, met Patanjali's Ahimsaa of geweldloosheid in gedachten, je koffie nuttigt met aandacht en waardering voor watje partner je met zoveel genegenheid voorzet, zul je een tevreden partner hebben. Een Yogi weet datje met azijn geen vliegen vangt. Hij gelooft in Sympathie. Hij wil ook geen gelijk halen. Hij doet wat hem te doen staat. Wat anderen doen is hun probleem. Hij gelooft ook niet in de filosofie van een oog voor een oog, want dat zal de wereld blind maken, zei Gandhi terecht.

De tweede Yama is Satya of waarheidszin, nogal vanzelfsprekend aangezien het de Waarheid is die we willen realiseren.

De derde Yama is Brahmacharya, letterlijk: leven in Brahman of het Absolute. Dit is een moeilijk punt voor Westerlingen, want het betekent in de praktijk "kuisheid", een woord dat ons de kriebels geeft. Het wordt nog erger als je het vertaalt als "celibaat", want dan sluit je alle paren uit. En dat kan niet de bedoeling zijn. Yoga is niet alleen voor grot-bewoners, monniken en asceten. Het is voor iedereen. Kuisheid betekent gewoon: houd deze formidabele kracht binnen de perken. Ga er mee om zoals met je geld: gooi het niet weg, maar geef het zinnig uit. Wie achter de rug van zijn partner bijvoorbeeld op seksjacht gaat, kan wel een kruis maken over zijn gemoedsrust en dus ook over het succes van zijn Yogabeoefening. Dat heb ik al vaak genoeg zien gebeuren. Ook kan ik niet inzien hoe sommigen harteloosheid en onverantwoordelijkheid kunnen rijmen met Yoga. Een goede relatie is in onze moderne maatschappij de beste voedingsbodem voor Yoga. Man en vrouw die samen op het Yogapad zijn leven in een hemel op aarde. De volgende Yamas zijn Asteya, niet-stelen en Aparigraha, letterlijk: het niet aanvaarden van giften of het niet nemen van wat je niet echt nodig hebt.

De Niyamas zijn: Saucha, Santosha, Tapas, Svaadhyaaya en leshvarapranidhaana.

Saucha is reinheid. Dit omvat de zorg voor het lichaam: bad, dieet enz.

Roken bij voorbeeld is een overtreding tegen Saucha. Het is ook Himsaa of geweld: het is een verschrikkelijke zonde tegen je longen, die het je vroeg of laat betaald zetten. Santosha is tevredenheid. Dit is het resultaat van overgave, vertrouwen en waakzaamheid. Tapas is versterving van het lichaam, van de geest, van de spraak enz.

Stoppen met roken bij voorbeeld is een goede Tapas. Svaadhyaaya is studie van de Yogaschriften. leshvarapranidhaana is overgave aan leshvara of God. Letterlijk betekent het: zich midden in leshvara of de Werkelijkheid weten.

De Yamas zijn algemene regels die iedereen, zonder onderscheid, binden. De Niyamas zijn Yogaregels. Patanjali geeft ze je om je toe te laten een gelukkig, vredevol en nuttig leven te leiden.

Het is niet de bedoeling dat je je een bepaald gedrag aanmeet als een vlag die een andere lading dekt. Want je kunt misschien je medemensen om de tuin leiden, maar nooit de Waarheid. Het is de bedoeling datje beoefening van de Yamas en de Niyamas de uitdrukking is van een moreel bewustzijn. Het is ook niet zo datje "op je tenen moet gaan lopen om te voldoen aan andermans normen". Gebruik gewoon je gezond verstand en houd het doel voor ogen: in vrede leven met de wereld en met je eigen persoonlijkheid. Dat is het doel van de Yamas en de Niyamas. De rest is gemakkelijker. De grote spelbreker in relaties is het ego, egoïsme.

Om die reden zeggen de grote wijzen je van je leven een offer te maken, met andere woorden: doe wat je doet voor anderen. Er is geen andere oplossing. Bovendien is dit het geheim, het koninklijk geheim, van het geluk en van de innerlijke vrede. Egoïsme is het gevolg van onwetendheid betreffende je wezenlijke werkelijkheid. De soevereine methode is dan ook Zelfkennis, Gnyaana.

Overweeg deze ideeën. Het is de moeite waard. Investeer er ruim tijd en energie in. Zie ze in hun juiste samenhang. Ze zullen je ook uit de handen van de dokters, psychiaters en advocaten houden.

De derde trede is Aasana, Houding. Je gaat met Aasana dieper naar binnen. Je relaties liggen meer aan de oppervlakte van de persoonlijkheid dan het lichaam.

Wat is dit lichaam voor een Yogi ? Alleszins meer dan vlees en beenderen. Het lichaam is het dubbel van de geest: de geest maakt zich een lichaam voor de uitdrukking van zijn gevoelens, gedachten enz. en voor de bevrediging van zijn begeerten. Het lichaam is de geest zichtbaar gemaakt voor het oog.

Het lichaam wordt bekrachtigd door een energielichaam. Als het energielichaam uit het fysieke lichaam wordt teruggetrokken gaat het fysieke lichaam tot ontbinding over.

Het energielichaam bestaat uit energiecentra (Chakras) en energiebanen (Naadies). De meeste dokters geloven niet in dit energielichaam, want als je een lijk ontleedt, vind je de Chakras en Naadies waarover Yogis spreken niet terug. De Chakras en de Naadies behoren immers tot het levend organisme. In Aasana wordt het energielichaam in evenwicht gebracht.

Als je het doel van iets kent, begrijp je ook beter de methode. Dit is een goede regel om te onthouden. Het doel van Aasana is de onbeweeglijkheid van het lichaam tot stand te brengen, zodat je diep kunt mediteren. Patanjali's definitie is: "Sthirasoekhamaasanam. Houding (Aasana) is dat wat vast (Sthira) en aangenaam (Soekha) is."

Er zijn vele Aasanas of Yogahoudingen. Het zijn evenwel allemaal variaties op hetzelfde thema. Een reeks Aasanas wordt steevast beëindigd in Shavaasana of Lijkhouding. Dit is de diepe ontspanning in rugligging. De onbeweeglijkheid van het lichaam is dan zo volkomen dat een eventuele toeschouwer zou denken dat daar iemand dood ligt.

Met de Lijkhouding eindigt de oefening niet. Het is immers niet voldoende dat je ontspannen bent. Je moet ook alert zijn. Daarom ga je na de Lijkhouding in een Zithouding zitten.

De Zithouding is zeer belangrijk in het leven van een Yogi. Je moet met de Zithouding wat experimenteren in het begin om te ontdekken welke houding je best ligt (zie Wegwijs in Yoga, Yogagids, Bhagavad Gietaa en onze andere boeken).

De Zithouding kan in het begin een marteling betekenen voor de benen en de rug. Maar het lichaam past zich vlug aan en je zult merken dat je al voor heel wat hetere vuren hebt gestaan.

De wervelkolom moet in de Zithouding verticaal worden gehouden. Je kunt de Zithouding vervolmaken, zegt Patanjali, door de natuurlijke neiging aan banden te leggen en door te mediteren over de oneindigheid. De natuurlijke neiging is: beweging. Bewegingloos leren zitten is een hele opgave. Je zult er een lange tijd zoet mee zijn.

Je hebt allerlei tics: in je haar krabben, in je neus pulken, misschien op je nagels bijten, je voeten op en neer wippen enz. Ook je rusteloosheid, je ongeduld, je nieuwsgierigheid enz. spelen een rol. Swami Sivananda noemde dit: de ratholes of life, de rattenholen van het leven: ratten graven kanalen in dijken, waardoor het water wegsijpelt en de dijk zijn stevigheid verliest. In de Aasana wordt het wegvloeien van de energie gestopt en opwaarts gericht. Het lichaam komt dan helemaal tot rust en je verliest meer en meer je lichaamsbewustzijn.

Je leert dit maar op één manier: door in de Zithouding die je koos te zitten, elke dag. Op een stoel zitten is geen goede oplossing. Als je in diepe meditatie gaat, heeft je houding geen stevigheid genoeg en kun je vallen.

De vierde trede is Praanaayaama. Praana is de levenskracht. De letterlijke betekenis van het woord Praanaayaama is: beheersing (Ayaama) van de Praana (levenskracht). In de praktijk gaat het om ademhalingsoefeningen (zie Wegwijs in Yoga), die je twee dingen leren: ademen met de gehele longen en aan een veel langzamer ritme. Praanaayaama trekt je nog meer naar binnen. Woorden kunnen je wellicht niet overtuigen. De ervaring zal je overtuigen. Je ervaart in Praanaayaama een grote rust, vrede en kracht. Daarom: D.H.N. Doe Het Nu.

De volgende trede wordt Pratyaahaara genoemd. Dit wordt omschreven als: het terugtrekken van de zintuigen van de zintuiglijke voorwerpen. De ogen terugtrekken van vormen en kleuren is gemakkelijk: je sluit de ogen. Een paar andere zintuigen zoals bij voorbeeld de oren zijn niet zo gemakkelijk te beheersen. Pratyaahaara is deconcentratie. Voorbij de vierdetrede wordt het voor velen moeilijk, omdat de oefening dan heel wat subtieler wordt en er ook heel wat oefening (regelmatige oefening) nodig is.

Laten we ons nu even voorstellen dat je gaat zitten op de voorgeschreven wijze en dat er niets is dat je gemoed bezwaart. Je zit rechtop en vast. Je hebt de Praana in evenwicht gebracht met behulp van enkele ademhalingsoefeningen. Wat gebeurt er?

Swami Sivananda schrijft ergens: "De geest is niets, maar hij doet alles." Met "de geest is niets" wordt bedoeld dat hij zoals de duisternis is: steek het licht aan, waar is nu de duisternis? De geest heeft niet echt een bestaan, maar hij doet alles. Hij gaat onophoudelijk met je op de loop. Jij zit in Aalst te mediteren, maar hij gaat met je naar de bioscoop in Brussel of op reis naar India of naar New York... Je bouwt luchtkastelen. Dit is de ervaring van iedereen die met meditatie begint. De geest gaat onophoudelijk naar de talrijke zintuiglijke voorwerpen. Dit is zijn aard. En bovendien heb je hem altijd al een volledige bewegingsvrijheid gegeven. Dit maakt de moeilijkheid nog groter. Hij is immers gewend van te doen wat hem zint. Maar door oefening (met wijsheid en geduld) is een oplossing mogelijk!!!

De geest gaat van het ene voorwerp naar het andere, van de ene situatie naar de andere. Zonder basis kan hij niet bestaan. Hij heeft als basis altijd een of ander voorwerp nodig.

Herinner je dat we bezig zijn ons voor te stellen dat we met de praktische oefening bezig zijn. Je hebt Praanaayaama gedaan. Je doet nu Pratyaahaara. Dat wil zeggen je observeert een tijdje geest. Je laat hem gaan waarheen hij wil. Je bent je bewust van alle gewaarwordingen, gevoelens enz.

De volgende trede is Dhaaranaa of concentratie. Dhaaranaa betekent: houden: je vestigt de geest op één plaats. Je houdt hem vast op één plaats. Dit kan een uiterlijk voorwerp of een innerlijk punt zijn. Je brengt hem telkens naar die plaats terug.

Wanneer nu de gedachten onophoudelijk in die plaats vloeien, spreekt men van Dhyaana of meditatie. Als de geest volledig versmelt met zijn bron spreekt men van Samaadhi.

Jij bent de Getuige. De geest komt daardoor spoedig tot rust.

Veronderstel dat je als oefening Japa doet (een Mantra herhalen). Je herhaalt de Mantra met een éénpuntige aandacht. De geest dwaalt telkens weer af. Maar je brengt hem telkens weer terug naar de herhaling van de Mantra. Als nu de hele geest in de herhaling betrokken is, spreekt men van Dhyaana of meditatie.

Om de hele methodiek van Raaja Yoga te begrijpen en samen te vatten, stel ik voor dat we nu nagaan welke moeilijkheden er zich tijdens onze oefening hebben voorgedaan. Je moest al verscheidene moeilijkheden uit de weg ruimen om zelfs maar te kunnen gaan zitten voor meditatie. Je hebt studie achter de rug en ook heel wat voorbereidende oefening. Dit komt onder de noemers Yama, Niyama, Aasana, Praanaayaama enz. Al spoedig deden je benen, je rug enz. behoorlijk pijn. Je voelde je rusteloos worden. Je had zin om op te staan. Je had last van lawaai enz. Je geest was rusteloos. Je wist ook niet goed wat te doen. Je zat te twijfelen. Je zat je af te vragen wat je eigenlijk aan het doen was.

De oplossing die Maharshi Patanjali voorstelt wordt systematisch uitgewerkt. Zijn pad leidt je geleidelijk meer en meer naar binnen, via het lichaam, de adem, de zenuwen, de geest, het intellect tot je niet verder meer kunt en ontdekt dat "binnen" en "buiten" niet echt een betekenis hebben en tot je geest versmelt met zijn bron.

Je zit rechtop. Je voelt dat het lichaam wordt gedragen. Maar je benen doen pijn. Je rug doet pijn. Wat is de oplossing? Verbijt de pijn een beetje. No gains without pains: niets zonder moeite. Neem het als een ervaring. Wees een Getuige. Leg je doenerschap af. Het zal stilaan beter beginnen te gaan.

Je geest is rusteloos. Hij gaat onophoudelijk op de loop. Wat is de oplossing? Laat hem op de loop gaan. Worstel niet met de geest. Maar laat niet toe dat hij met jou op de loop gaat. Wees een Getuige. Blijf de voorgeschreven tijd in de Zithouding zitten en doe (en onthoud het: zonder doenerschap) de voorgeschreven oefening. Meer en meer brengt dit een bestendigheid in je waakzaamheid.

Maak je geen zorgen over de resultaten of de vruchten. De vruchten of resultaten dragen zorg voor zichzelf.

Probeer je dagelijks leven in overeenstemming te brengen met wat je in je meditatie wenst te realiseren. Doe wat je te doen hebt, maar doe het zonder doenerschap. Swami Chidananda leerde me een Sanskritvers dat je hierbij helpt: "Naaham Kartaa Hari Kartaa Tvat Poejaa Karma-chaakhilam Yat Yat Karma Karomi Tat Tat Akhilam Shambo Tava Aaraadhanam. Ik ben niet de doener, God is de doener. Alles wat ik doe is te Uwer ere, O Heer."



Do Shravana, Kiertan, Smaran, Paadasevan, Archan.
Vandan, Daasya, Saakhya, Aatmanivedan.



In de volgende strofe van Song of Abhyaasa beschrijft Goeroedev het pad van Bhakti Yoga: "Doe Shravana, Kiertan, Smarana, Paadaseva, Archana, Vandana, Daasya, Saakhya, Aatmanivedan."



Je telt in deze zin negen Sanskritwoorden. Dit zijn de Nava-vidya Bhakti, de negen vormen van Bhakti. Een ervan ken je; het is Kiertan, het bezingen van de Kierti of faam van de Onvergankelijke Werkelijkheid of God.

Een beoefenaar van Bhakti Yoga wordt een Bhakta genoemd. De Bhakta richt zijn gevoelens op zijn Ishta Devataa of Uitverkoren Godheid.

De keuze van de Ishta Devataa is van groot belang, want men zegt dat je wordt zoals je denkt. Met nog meer recht kan men zeggen dat je wordt wat je mediteert. Als je bijvoorbeeld over een aap mediteert verwerft je de eigenschappen van een aap.



klik