The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


YOGACURSUS 2

Narayana

We gaan verder met de bespreking van de derde strofe, die handelt over het pad van devotie of Bhakti Yoga. De zoeker mediteert hier over een symbool dat de kristallisatie is van de hele schepping.

De Ishta Devataa belichaamt een bepaalde eigenschap. God wordt vereerd in velerlei vormen: als licht, als wijsheid, als Vader, als Moeder enz. Swami Sivananda vergelijkt een Bhakta met iemand die suiker wil proeven en God met suiker. Later versmelt de Bhakta met het voorwerp van zijn verering en wordt hij wij wijze van spreken zelf suiker.

Shravana betekent: luisteren naar (lezen over) de verhalen en bijzonderheden in verband met de Ishta Devataa (studie van de Schriften). Smarana betekent: herinnering, in gedachten houden. Paadaseva betekent letterlijk: het dienen van de voeten. Archan is het offeren van bloemen. Bloemen zijn het eindproduct van de plant. Zij symboliseren dan ook de vruchten van je leven. De bloemen worden naar de afbeelding van de Ishta Devataa geworpen met de herhaling van zijn Mantra.

Vandana betekent: neerbuigen. Daasya is het gevoel: "Daasoham. Ik ben Uw dienaar." Saakhya is het gevoel: "Ik ben Uw vriend." God wordt gezien als een Vriend. Aatmanivedan is zelfovergave.

De beoefening van Bhakti Yoga gaat gepaard met Oepaasana (devote meditatie) of Poejaa (eredienst). Ook sommige mensen van bij ons houden van deze gevoelsmatige, devote benadering. Vaak willen ze het niet toegeven. Menselijk opzicht is immers een sterke factor. Anderen kunnen dit om welke reden ook niet hebben. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik een brief krijg van een brave man, die schrijft: "Nog zo'n artikel en ik zeg mijn abonnement op." Anderen vragen mij: "Waarom schrijf je daarover niet vaker?" Protestanten hebben een afkeer van alles wat met rituelen te maken heeft. Ze denken dat je door bijvoorbeeld reukstokjes te branden boze geesten aantrekt. Ook van hen ontving ik al brieven. Het is nu gelukkig al een tijd geleden. Misschien hebben ze ons opgegeven als hopeloze gevallen.

Je kent wellicht het geval van de man, zijn zoontje en zijn ezel. De man zat op zijn ezel. Zijn zoontje liep ernaast. Iemand riep: "Schaam je je niet, grote loebas, je zoontje te voet te laten gaan, terwijl jij rustig op je ezel zit?" De man zette zijn zoontje vóór zich op de ezel. Iemand maakte de opmerking: "Schamen jullie je niet dat arme dier zo af te jakkeren?" Ze gingen nu beiden te voet. Iemand zei spottend: "Zijn jullie gek, een ezel hebben en te voet gaan?" De man zette nu zijn zoontje alleen op de ezel. Iemand vroeg aan het zoontje: "Schaam je je niet je oude vader te voet te laten gaan ?" De goede man had het toen begrepen. Hij deed voortaan wat hem best uitkwam en wat zijn gezond verstand hem dicteerde.

Er bestaan bij mensen in de Yogales en bij lezers begrijpelijke weerstanden. Maar waarom zouden wij hun persoonlijke weerstanden verheffen tot algemene norm ? Eén man maakt een opmerking tegen de Yogaleraar en van hem hoor of lees ik dan: "Ze zeggen dit," of: "Ze zeggen dat." Hij verheft de mening van één persoon tot algemene norm en denkt al onmiddellijk aan censuur. Het is beter een vooroordeel aan te pakken met sympathie en geduld en het te beschouwen als een interessante uitdaging.

Katholieken zijn vertrouwd met rituelen, maar zij vrezen nogal eens terecht te komen in een andere religie. Alles in het aanbod van Yoga is altijd wel voor iemand geschikt. Ook het aanbod moet er dus zijn, aangezien ook de vraag bestaat. En er is meer! Religie is een feit dat in iemands leven volkomen los kan staan van welke georganiseerde religie ook. Kun je je niet voorstellen dat iemands godsdienst gewoon de dienst van God kan zijn en dat hij én katholiek én protestant én hindoe én moslim enz. is, met andere woorden dat hij de eenheid in de verscheidenheid ziet?

Poejaa is gewoon een wetenschappelijke methode, die ons werd gegeven door grote wijzen, om een gevoel van eenheid op te bouwen. Wat je vereert is jouw eigen zaak. Hoe je het doet, dat kan Yoga je leren. Een ritueel om het ritueel, zelfs los van religie, kan zin hebben. Denk bij voorbeeld aan de Japanse theeceremonie. Het gaat gewoon om een nieuwe wijze van zien, een nieuwe wijze van horen, een nieuwe wijze van handelen. Het helpt je naar de Ziener, naar de Luisteraar, naar Degene-die-handelt te gaan. Het werkt hetzelfde proces uit als ieder ander Yogapad. De rituele gebaren die je in Poejaa maakt zijn niets anders dan wat je in het dagelijks leven doet. De bedoeling van de wijzen die ons de Poejaa nalieten was dat al je activiteiten een andere kwaliteit krijgen, dat je hele dagelijks leven een offer of Yagnya wordt in het vuur van Waakzaamheid.

De Bhakta die Poejaa doet weet dat God zijn eigen wezenlijke werkelijkheid is, die zetelt in "de innerlijke kwartieren van zijn hart". Maar door het naar buiten gericht zijn van zijn zintuigen en zijn geest kan hij Hem daar niet naar hartelust vereren. Daarom symboliseert hij God op een of andere wijze in een beeld.

Hij weet dat dit beeld maar een beeld is. Toch vereert hij het met alle eerbied en liefde die zijn hart kan opbrengen.

Ik veronderstel dat je wel ergens een foto hebt van je ouders, man, vrouw, kinderen, kleinkinderen enz. Stel dat ikje vraag een van die foto's te nemen en erop te spuwen. Zou je dat doen? Ik denk het niet. En toch is de foto maar papier. Maar wat hij voorstelt, is géén papier.

Tijdens de Poejaa zit je met het gezicht naar het noorden of het oosten. Het beeld staat ter hoogte van je ogen.

Je aanroept om te beginnen de Kosmische Kracht voor bijstand en leiding. Op een andere plaats op deze website (zie onze cd's) vind je enkele universele hymnen in het Sanskrit, die gemakkelijk te leren zijn en die een grote spirituele kracht hebben. Je doet daarna een paar ademhalingsoefeningen om je hele wezen op het Poejaa-gebeuren af te stemmen. Je observeert een tijd je geest. Hij komt daardoor tot rust. Dan is de tijd gekomen om de Ishta Devataa, de Vereerde Godheid, te verzoeken je eredienst te aanvaarden in de vorm van het beeld of Moerti (belichaming). Je vereert Hem in die vorm als een vereerde gast, met alle symbolen van de zintuigen: licht, water, reukstokjes, gerinkel van bellen enz. Je herhaalt ook Zijn Mantra. En met elke herhaling van de Mantra werp je wat bloemen naar het beeld. De echte bloem die je offert is je hart. Vergeet dat niet. Op het einde stel je je voor dat de Ishta Devataa opnieuw Zijn plaats inneemt in het hart van je hart.

In zijn boek "Yoga Asanas" geeft Goeroedev Swami Sivananda een methode van mentale Poejaa, Het is zelfs geen boek over filosofie, meditatie enz. Het gaat over Yogahoudingen. Toch schrijft hij in de inleiding over Poejaa. Welke conclusie trek je hieruit? Ik vertaalde zijn tekst:

O Heer, wat ik me afvraag is dit: wat kan ik doen om U welgevallig te zijn?
1. De heilige wateren ontspringen aan Uw voeten; kan ik dan water nemen voor Uw ablutie?
2. Bestaan-Bewustzijn-Zaligheid is Uw gewaad; welk gewaad kan ik U dan omhangen?
3. Gij verblijft in alle wezens en in alle onbeweeglijke voorwerpen van dit heelal; wat moet ik U dan aanbieden als zitplaats?
4. De zon en de maan staan altijd in Uw dienst; heeft het dan nut U een spiegel voor te houden?
5. Gij zijt het Licht van alle lichten; zeg me dan welk licht voor U te ontsteken?
6. De Anaahata-geluiden (subtiele geluiden in het hart) verwelkomen U dag en nacht; heeft het dan zin dat ik voor U trommels en cimbalen bespeel en op schelphoorns blaas?
7. Alle Schriften bezingen slechts Uw lof; welke hymnen moet ik dan voor U zingen?
8. Alle smaken zijn slechts Uw smaak; wat kan ik U dan aanbieden als voedsel, O Heer?



Have Vivek, Vairaagya, Shama, Dama, Tiliksha, Oeparati, Shraddhaa, Samaadhaan, Moemoekshoetva.

De vierde strofe van Song of Abhyaasa luidt: "Heb Viveka, Vairaagya, Shama, Dama, Titiksha, Oeparati, Shraddhaa, Samaadhaana, Moemoekshoetva."

Deze mondvol Sanskrit somt de Saadhana Chatoeshtaya op, de vier voorwaarden om dit pad te kunnen betreden.

De eerste eigenschap is Viveka. Viveka is onderscheidingsvermogen. Het is het vermogen om het onderscheid te maken tussen wat vergankelijk is en wat onvergankelijk is, tussen wat waardevol is en wat waardeloos is, tussen het Zelf en het niet-Zelf, tussen wat men is en wat men niet is. De tweede noodzakelijke eigenschap is Vairaagya. Vairaagya is onthechting. Vairaagya is het logische verlengstuk van Viveka. Er wordt verzaakt aan dat wat Viveka als waardeloos, als vergankelijk en als niet-Zelf bestempelt.

De derde eigenschap bestaat uit zes deugden of Sampat, die samen de Shatsampat worden genoemd. Shama is rust of gelijkheid; het is vaststaan in je wezenlijke werkelijkheid of bron. Dama is beheersing. Titiksha betekent: uithoudingsvermogen: je verdraagt zonder morren alle tegenslagen en moeilijkheden en ziet ze veeleer als een test dan als een hindernis. Oeparati is afkeer van zingenot. Shraddhaa is geloof en vertrouwen in de woorden van de Sadgoeroe (spirituele leraar) en de Schriften. Samaadhaana is diepe meditatie.

De vierde eigenschap na Viveka, Vairaagya en Shatsampat is Moemoekshoetva, het verlangen naar verlichting. De grote beroemde wijze (Romain Rolland behaalde de Nobelprijs met een biografie van deze wijze) uit de 19e eeuw, Shrie Ramakrishna Paramahamsa, illustreerde dit met het volgend verhaal. Op de oever van de Ganges leefde een Yogi in een hut. Een dorpeling wilde graag zijn discipel worden. Maar de wijze weigerde hem als discipel te aanvaarden. De dorpeling bleef evenwel maar aandringen. Op zekere dag dacht de wijze: "Ik moet het toch eens duidelijk aan zijn verstand brengen dat hij niet rijp is." En hij vroeg hem samen een eind de rivier in te zwemmen. Daar sprong hij bovenop de dorpeling en hield hem kopje onder. Toen de dorpeling bijna verdronken was, trok de wijze hem op het droge. Hij liet hem van de schrik bekomen. Toen vroeg hij: "Wat was je grootste verlangen toen ik je kopje onder hield ?" De dorpeling antwoordde: "Een teug lucht!" De wijze sprak: "Als je de Waarheid met dezelfde intensiteit begeert als die teug lucht toen je dacht te verdrinken, zal ik je inwijden." Die intensiteit is Moemoekshoetva. Als die begeerte wordt bevredigd volgt de begeerteloze staat.

Goeroedev Swami Sivananda illustreert Moemoekshoetva op zijn onnavolgbare manier (in Bhakti and Sankirtan; een boek waarvan we de uitgave sponsorden: 1000 exemplaren) : "Een vis die je uit het water haalt spartelt in intense doodsangst. Hij snakt naar het water. Een jongen die je onderdompelt in het ijskoude water van de Ganges raakt zeer opgewonden. Hij gilt en schreeuwt het uit. Hij wil weg uit het water. Iemand wiens huis begint te branden loopt onmiddellijk naar het gemeentehuis om de brandweer op te roepen. Hij doet onmiddellijk de nodige stappen. Een zoeker die hetzelfde verlangen, dezelfde oprechtheid of ernst koestert om de Waarheid te realiseren, als de vis naar het water, als de jongen om uit het water te worden gehaald en als de man wiens huis begint te branden om de brandweer te roepen, zal op dit eigenste ogenblik de Waarheid realiseren."



Do always Shravana, Manana, Nididhyaasana. You will have quickly Self-realisation.

In de vijfde strofe van zijn Song of Abhyaasa beschrijft Goeroedev de methodiek van Vedaanta Saadhana of de Gnyaana Yoga Saadhana.

Saadhana is de systematische, doelbewuste inspanning om het begeerde doel te bereiken. Dat doel is de Zelfrealisatie, die je, zegt Goeroedev ook in deze strofe, snel zult bereiken. Het pad van Gnyaana Yoga bestaat uit Shravana (luisteren, aanhoren, het vernemen van de Waarheid), Ma-nana (diep nadenken, overweging), Nididhyaasana (diepe meditatie): je ontvangt de lering van de Sadgoeroe met eerbied, nederigheid en ontvankelijkheid. Je denkt er daarna diep over na, want het is van het allergrootste belang datje nagaat of je zijn woorden wel correct hebt begrepen. En heb je ze correct begrepen en werden eventuele twijfels en misvattingen verdreven, dan moet je er diep over mediteren en ze realiseren. Van een ontvangen en getoetst inzicht ga je naar een diepe ervaring. De waarheid gaat van de oren naar het hoofd en van het hoofd naar het hart.

Dit pad bezingt Goeroedev ook in zijn lied Song of Real Sadhana, dat je vindt op een van de eerste bladzijden van ons boek "Als Melk en Water". De vijfde strofe luidt: "Doe altijd Shravana, Manana, Nididhyaasana, je zult snel de Zelfrealisatie hebben."

De laatste strofe zegt: "Satyam, Ghyaanam, Anantam, Brahma, Shaantam, Ajaram, Amritam, Abhayam."



Goeroedev beschrijft met de laatste strofe de realisatie van Yoga, de ontdekking van je wezenlijke aard. De Sanskritwoorden (in de tweede naamval, herkenbaar aan de uitgang m, dat wil zeggen: ze geven aan watje bent), die Goeroedev hier na elkaar plaatst betekenen: waarheid (Satyam), kennis (Gnyaanam), eeuwigheid (Anantam), absoluut (Brahma; het gaat om absolute waarheid, kennis, eeuwigheid), vrede (Shaantam), beginloosheid (Ajaram; letterlijk: ongeboren), onsterfelijkheid (Amritam) en onbevreesdheid (Abhayam).

Een methode om de draagwijdte van deze woorden enigszins te begrijpen is na te denken over de implicaties van de diepe droomloze slaap. In de diepe droomloze slaap rust je immers in een relatieloze staat, die door deze woorden goed wordt beschreven en waaruit je je bij het ontwaken verwijdert door je te vereenzelvigen met het lichaam en met je geest ten gevolge van onwetendheid.

Mensen worden geplaagd door vele angsten. Er is angst voor armoede, angst voor ouderdom, angst voor de dood, angst voor ziekte, angst voor communisten, angst voor terroristen, angst voor fascisten, angst voor schande, angst voor verlies, angst voor het onbekende... Sommigen lijden ook aan een of andere fobie, zoals smetvrees, hoogtevrees, ruimtevrees, pleinvrees enz. Dokters, psychologen, psychiaters en psychotherapeuten verdienen hieraan goed hun brood. Al deze dingen behoren tot je geest, nooit tot je wezenlijke werkelijkheid of Zelf. Het Zelf is Abhayam, zegt Goeroedev dan ook.

Je zit bij voorbeeld in een lift. De lift stopt onverwacht. Je drukt in paniek op alle knoppen. Maar er gebeurt niets. Je claustrofobie steekt de kop op. Het is niet de eerste maal datje dit krijgt. Je herinnert je dan ook levendig alle beangstigende symptomen van vorige aanvallen. Er is dus niet alleen de angst. Er is ook nog de angst voor de angst. Dit alles heeft een verlammend effect. Maar je bent niet weerloos als je onthoudt wat Swami Sivananda je zegt. Met andere woorden, wees een Yogi! Dat wil zeggen, vraag je af: "Van wie is deze angst?" De angst is gewoon een mechanisme dat leeft in je geest. Zet in gedachten een stap achteruit en bekijk de activiteit van je geest als een ervaring. Wees een Getuige. De angst ebt weg.

Het is alleen de vereenzelviging die je parten speelt, de vereenzelviging met je geest. Het geleerd woord voor vereenzelviging is: identificatie. Offer dit product van onwetenheid aan Zelfbewustzijn. Het wordt door Zelfkennis verzwolgen en verteerd. Nodig Gnyaana of Zelfkennis aan de dis, zodat de identificatie wordt ge-dis-d en disi-dentificatie wordt.

Veronderstel dat je tanden op je tong bijten of dat je rechterhand bij het timmeren op je linkerhand klopt of dat je linkerenkel een schop krijgt van je rechtervoet. Is je tong dan boos op je tanden ? Is je linkerhand dan bang van je rechterhand? Maakt je linkerenkel dan ruzie met je rechtervoet? Natuurlijk niet. En je vindt dit vanzelfsprekend. Het is ieders ervaring. De simpele verklaring is het gevoel van eenheid dat hen verbindt. Zo is ook de Yogi, die de eenheid of de niet-tweeheid (Advaita) ziet, vrij van woede, vrij van angst en vrij van spanning.

Dit betekent niet dat Yoga een negatieve staat is van afwezigheid van ongewenste gevoelens. Neen, het is een positieve staat van zaligheid. Het is één massa van Bewustzijn-Zaligheid. Woorden schieten tekort. Woorden zijn maar wegwijzers. En ook wegwijzers zijn nooit de plaats die ze aanwijzen.

De melodie en de sfeer van het lied kan ik niet op papier zetten. Daarvoor moet je naar de Satsang komen. Geef een seintje en we zingen voor jou het lied. Velen hebben dit lied opgenomen. Ze kunnen het dan thuis beluisteren en leren (zie onze cd's).

Kiertanisten kunnen hun stem vormen door dagelijks de bijademing te beoefenen (Bhraamarie): in- en uitademen met een luid gezoem (door de neus!). Ze leren zodoende zingen vanuit de buik. Ook moeten ze het Sanskrit correct leren uitspreken. Ik krijg de kriebels als ik soms die wondermooie woorden hoor radbraken.

Enkele wenken:
Letters als bh, kh, dh, gh vormen één letter; de b, k, d, g worden gevolgd door een aangeblazen h. De g is hard zoals in het Frans; het is niet de zachte Vlaamse g. Om een woord goed te leren uitspreken moet je het splitsen in lettergrepen; bij voorbeeld: Ni-didh-yaa-sa-na. Let op het verschil tussen de korte en de lange klinkers: aa als in paard, a als in kat. Spreek de lettergrepen na elkaar uit zonder dat je ergens de klemtoon legt. Je zult merken dat er een natuurlijke klemtoon ontstaat, die aan de tekst een grote muzikaliteit geeft.

J wordt uitgesproken als dzj (Japa: dzjapa). Y klinkt als de j in ja.

Het zingen van de Namen (Naama) heet: Kiertan (het bezingen van de Kierti of faam van die Werkelijkheid die de Schoonheid van de schoonheid is). Het zingen van liederen heet Bhajan (letterlijk: verering). Dit is een grote Yoga. Stress toont zijn hielen. De geest wordt gezuiverd. Het hart zet uit.



klik