The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


YOGACURSUS 1

Siva

Het ik blijft een tijd lang doorzichtig genoeg om de staat van Prakaasha (waakzaamheid) niet in de weg te staan. Maar een opeenstapeling van ogenblikken van ongeborgenheid maakt de altijd falende hang naar "uiterlijke zekerheden" zo groot dat het oneindige Bewustzijn wordt vernauwd en naar buiten wordt gericht. Het falen schept de behoefte uiterlijkheden te manipuleren, te onderdrukken en om vanuit een leerproces (het vasthouden van het verleden) een toekomst te scheppen. Daarmee begint alle menselijke dwaasheid en wordt de basis gelegd voor het Zelfdodend Oedipuscomplex, dat van seconde tot seconde een onechter en schizofrener zelfbeeld schept.

Afdalen in een hel van dualiteit, eenzaamheid, conditionering, stress, angst enz.

Samenvattend kunnen we stellen dat de vereenzelviging van Bewustzijn met het denken en het lichaam de 1e STAP naar zelfvervreemding vormt, waaruit het onderscheid tussen het eenzaam ik en de wereld ontstaat. De 2e STAP naar zelfvervreemding is de uit gevoelens van ongeborgenheid ontstane afkeer voor alleenzijn en eenzaamheid, met het gevolg dat een mens, uiterlijke zekerheden zoekend, wegloopt van zichzelf.

Het Oedipuscomplex: van pure seksualiteit naar waanzin

Het Oedipuscomplex, een complex van problemen, bevat alle verdere stappen naar zelfvervreemding. In alle werken van Freud staat het op de eerste plaats als verklaring van zowat alle problemen en kwalen. Het ontstaan ervan heeft te maken met de oorspronkelijke eenheidsbeleving van het kind.

Freud ging ervan uit dat de mens bij zijn geboorte PURE SEKSUALITEIT is. De Yogafilosofie beaamt dat, in die zin dat een baby en een Zelfgerealiseerde wijze een minnespel zijn van Bewustzijn en Natuur (Bhagavad Gietaa). Een baby is PUUR ZIEN (Siva), ongericht, keusloos, inspanningloos, zonder voorkeur en afkeer, zonder attitudes, zonder vergelijken, zonder verleden en toekomst, gestalteloos, allesomvattend en fris. Dat Zien (Zijn) wordt verknald op het ogenblik dat het mysterieuze ik (1e en 2e stap) zijn intrede doet. Het mysterie van het ik is dat het geen concreet bestaan heeft -het is enkel een vereenzelviging!- en toch alle ware Zelfbeleving versluiert: zoals de duisternis niets anders is dan afwezigheid van licht, zo ook is het ik niets anders dan de afwezigheid van de oorspronkelijke Zelfbeleving. Het is een niets dat IN SCHIJN alles doet, een primaire onwetendheid en een superimpositie van een groeiend onecht zelfbeeld op Siva en Nara. zoals de superimpositie van een slang op een touw dat in het halfduister voor een slang wordt genomen.

Naarmate een kind zich vereenzelvigt met zijn mond, zijn duim, de erogene zones van zijn lichaam, zijn zintuigen, zijn gewaarwordingen, zijn gedachten enz., ontstaat de kloof tussen het Zelf en wat het kind ervaart te zijn. Jantje is dan niet meer Jantje-als-een-ervaring-IN-hemzelf, maar Jantje tout court, een klein mensje dat zijn allesomvattende staat van ZIEN (Zijn) vernauwt tot een zien dat Jantje "doet", gericht, kiezend, bepalend, beoordelend, vergelijkend enz.

Maar...

Zoals de maan niet verdwijnt omdat er een ondoorzichtig wolkendek is, zo verdwijnt die oorspronkelijke staat van ZIEN (Siva) evenmin omdat er een ik is. Yoga levert vele bewijzen van het onvergankelijk bestaan ervan -lees een voorbeeld ervan in de 3e les -, maar aangezien heel wat mensen Westerse bewijzen nodig hebben, doe ik een beroep op de befaamde Kierkegaard: "Als er in een mens geen eeuwig bewustzijn bestond, als aan alles slechts een wildgistende macht ten grondslag lag. die in duistere hartstochten kronkelend alles tevoorschijn bracht, zowel het grote als het onbetekenende, indien onder alles slechts een bodemloze. niet te verzadigen leemte schuilging, wat zou het leven dan anders zijn dan vertwijfeling?... In eeuwigheid kan ik van de eeuwigheid geen afstand doen. Dat zou een tegenspraak zijn, omdat het eeuwige de mens wezenlijk eigen is. Ontkent of trotseert hij dit, dan vertwijfelt hij..."

Bewustzijn verdwijnt dus niet, maar wordt versluierd door het ik en VERTEKEND TOT DE LUST OM DINGEN (die de baby was) TE VERKENNEN, in de waan dat ze ALS OBJECT in BEZIT kunnen worden genomen. De versluierde aanwezigheid van het Zelf (Siva) is dus niets anders dan een HELAAS VERTEKENDE hang naar herstelling van de oude eenheidsbeleving of de "DRIFT" om alles te omvatten. "Een kind streeft zuiver en alleen", aldus Freud, "naar een onmiddellijk en direct uiten van zijn driften." Dat noemt Freud het LUSTPRINCIPE.

Het is duidelijk dat men een object per definitie niet kan bezitten en dat de waan iets te "bezitten" nooit de verwachte bevrediging brengt, omdat het slechts een surrogaat is van de oorspronkelijke eenheidsbeleving.

Die bezitsdrang (de Bhagavad Gietaa noemt hem "verwerven en behouden", II 45) is de 3e STAP naar zelfvervreemding.

Volgens Freud is de eerste seksuele fase van het kind de orale fase, waarin seksualiteit zich concentreert op de mond: "Omdat de moeder, onder andere omdat zij het kind de borst geeft, als het ware de eerste seksuele partner van het kind wordt, ontwikkelt het kind een bijzonder sterke band met zijn moeder, een band die veel verder reikt dan de eerste fase."

Persoonlijk meen ik dat een sterke abstractie dient gemaakt van het seksbegrip van Freud. In een cursus over experimentele psychologie las ik dat de hang van het kind naar zijn moeder niet slaat op moeder als bron van voedsel, maar op de moeder zelf.

Wat me verwondert is dat Freud, die in alles en nog wat symbolen zag, bij mijn weten de moederfiguur niet zag als het symbool van de te veroveren omgeving. Het "lustprincipe" is inderdaad een onbewuste vertekening van de hang naar de oorspronkelijke eenheidsbeleving. De op de moeder gerichte lust kan dan ook niets anders zijn dan de lust om alles te bezitten en, later, "de wil tot macht" (Nietzsche). De moeder is trouwens de vertegenwoordigster van de omgeving, zoals het meditatiebeeld voor de Yogabeoefenaar een symbool hoort te zijn van de hele Werkelijkheid. Zoals het meditatiebeeld, zo voldoet ook de moeder aan twee voorwaarden: ze is verbonden met de hele omgeving en met het op haar verwijlende kind. De aanwezigheid van de moeder wordt dan ook ervaren als een geborgenheid waarin het kind wat terugvalt op een surrogaat van wat het eens was. Het kind wil de moeder kennen, omvatten en transcenderen! Maar het ik, de eeuwige boosdoener, maakt daar louter een bezitsdrang of lust van.

De 4e STAP naar zelfvervreemding vloeit daaruit voort: "Een belangrijke figuur", aldus Freud, "staat de op de moeder gerichte lust in de weg: de vader die, als seksuele partner van de moeder, de lust van het kind tegenwerkt." Het kind ervaart de vader als rivaal die, vanuit de religieuze en burgerlijke moraal, vlug taboes legt op de hang van het kind om de moeder (de hele omgeving) te kennen en te omvatten. De hang naar eenheidsbeleving wordt nog hartsgrondiger verdrongen.

De 5e STAP, een sterke aantrekking tot de moeder en een haat jegens de vader, schept een diepgelegen mentaal mechanisme van liefde en haat ( Bhagavad Gietaa III 37) aan de basis van alle denken dat, aldus de Gietaa, het Zelf versluiert, zoals een spiegel bedekt wordt door stof. De Gietaa noemt het "allesvernietigend" en zegt: "Ken dit als de vijand hier."

Wat het Oedipuscomplex tot een complex maakt, is de tegenstrijdigheid van de gevoelens jegens de vader: "Hij is niet alleen een vijand die dreigt met straf bij elke uiting van lust voor de moeder, hij is ook iemand die door het kind wordt bewonderd en geacht."

Die bewondering ontstaat uit het feit dat de vader de "uiterlijke werkelijkheid" veel beter beheerst dan het kind en het kind kan leren hoe het zich in bepaalde situaties uit de slag kan trekken en zijn "doel" bereiken.

"Vanuit die bewondering wil het kind (als) de vader worden, omdat die de omgeving beheerst." Het kind IDENTIFICEERT zich dus met de vader en met alles waar hij voor staat. De vader is zijn NORM en zo wordt het ziekmakend begrip "NORMAAL ZIJN" geboren en wordt het onechte zelfbeeld gevestigd en erkend, met een inhoud die niets te maken heeft met het SVADHARMA of de eigenheid van het kind (een samenspel van Siva, Shakti, het onderbewustzijn en Nara).

Dat is de 6e STAP die door de Bhagavad Gietaa (II 35) als volgt wordt beoordeeld: "Beter is Svadharma (eigen Dharma), al is het zonder verdienste, dan het Dharma van een ander goed vervuld. Andermans Dharma is beladen met ANGST." Met die 6e stap wordt het kind dus iets wat het niet is en moet het zich, hoog op de tenen lopend, als zodanig waarmaken. Dat is de bron van alle angst!

De verhouding van het kind tot zijn omgeving wordt door Freud het realiteits PRINCIPE genoemd, dat inhoudt dat het kind zich algauw moet oriënteren in de hem omringende "uiterlijke werkelijkheid" (die een ONWERKELIJKHEID is), zich moet aanpassen aan de eisen ervan en moet leren "realistisch" (eigenlijk onwerkelijk) te zijn.

Dat is de 7e STAP. Als een kind zichzelf kon oriënteren in een enigszins menselijke en natuurlijke omgeving -in India krijgt een kind geen opvoeding vóór zijn 6e!-, dan was die stap niet zo destructief en huiveringwekkend. Het zich aanpassen komt bij ons neer op het zich inpassen in een gezagsstructuur die, in tegenstelling tot een menselijk en op waarheid gebaseerde en aanvaardbare autoriteit, gebaseerd is op egoïsme, op principes á la Napoleon en op een diep inwerkende drang om het Svadharma op te geven en het te verwisselen voor een dwangbuis, aaneengeregen met stupide idealen van zelfvervreemde ouders. Dat proces gaat het hele leven door, niet alleen in het gezin, maar ook op school, in het bedrijf enz. Gezagsstructuren, de top, autocratisch leiderschap, beloning en straf enz. blijven het leven lang de formules waarmee de mens, op basis van angst, wordt ingepast in een onmenselijke, vernietigende karikatuur van de werkelijkheid. Het gezag heeft een woordenschat die de ondergeschikte niet mag gebruiken. Toen de adjudant in het leger me tijdens een schietoefening zei: "Kiekens, dat stelt geen fluit voor", antwoordde ik: "Adjudant, er is zoveel mist, ik zie ook geen fluit", en kreeg drie dagen straf. Elk gezag bakent zijn territorium af, dat niet ongestraft kan worden betreden. En zo wordt de Westerse maatschappij een dwangbuis "waarbij zelfs het kind, als laatste toevlucht om opgelopen frustraties tot ontlading te brengen, de pop bestraffend vermaant en in de hoek zet". Zelfs de pop moet eraan geloven! "De stoute pop is de resultante van twintig eeuwen Westerse beschaving." (Prof. De Batselier). De principes van de schizofrene mens en de wijze waarop hij oude morele principes begrijpt, zijn vernietigend en ziekmakend. Zelfs een Eichmann baseerde zich met een goed geweten, onder het label "Gott mit uns", op het in zijn omgeving geaccepteerde principe van de Uebermensch, om alles wat vreemd was, met een bodemloze vreemdelingenhaat, uit te moorden. Eichmann is een extreem voorbeeld, maar, als het niet moeilijker was onszelf te beoordelen dan onze eigen rug te zien, dan was het niet moeilijk duizend voorbeelden te geven. In de Bhagavad Gietaa (XVI 7 en volgende) vind je voorbeelden in overvloed van een gedrag dat algemeen wordt geaccepteerd, maar dat de Gietaa demonisch noemt. Dat gedrag is het dat door het kind in de vader wordt bewonderd en waarin het zich inpast. Het kind identificeert zich ermee en leert, zoals de vader, alles te veroordelen wat er vreemd aan is.

En zo leven we in een gekke, gevaarlijke wereld die Louis Paul Boon ertoe aanzette te schrijven dat we elkaar een geweten moeten schoppen. Maar niemand neemt dat voor zijn rekening, omdat we allen goedhartige scouts zijn "die als goeie daad van de dag in het ziekenhuis de vrouw bezoeken die we gisteren hielpen oversteken".

Die inpassing en verdwazing begint met beloning en straf, MET DOOR HET KIND ONBEGREPEN MOTIEVEN. Goed en kwaad worden daardoor louter conditioneringen en geen dingen die door het kind als zodanig worden aangevoeld. Zo wordt het geweten van het kind gemaakt! Kraaiend van welbehagen plassen en kakken baby's en ervaren dat zichtbaar als een geschenkje voor de moeder. De moeder bestraft dat met een door het kind onbegrepen motief en zadelt het kind op met het gevoel dat het vies is en het houdt zich op, zodat het soms voor het hele leven geconstipeerd raakt en niet zonder schroom durft te plassen. Jantje wordt berispt als het zijn "vieze" piemeltje aanraakt of als hij vraagt: "Ma, heb jij ook een piemel?" Als hij ontdekt dat ma of zus geen piemel hebben, krijgt hij castratieangst. Het vies zijn van een piemel achtervolgt hem zijn hele leven lang. En dat zijn maar een paar voorbeeldjes. Op zeker ogenblik is het kind groot, IS het dat allemaal en wordt het vader! Dat alles noemen we cultuur en we zijn verwonderd dat die barst van stress, eenzaamheid, verveling, depressie, angst, geweld enz.

De kern van het probleem is dat de mens zijn tot bezitsdrang ("wil tot macht") en lust vertekende hang naar eenheidsbeleving "moet offeren op het altaar van het realiteitsprincipe (Freud), omdat een omgeving zich niet laat bezitten. Wat op basis van de sociale norm niet kan en mag, wordt dan ook verdrongen, vervangen, gesublimeerd en omgekeerd (vervangen door het omgekeerde). Daaruit ontstaat een schijnbaar fraaiere, maar nog gekkere poespas die de kern van het probleem bedekt. En wordt de mens, in zelfgenoegzaamheid of angst, een vreemde voor zichzelf.

De 8e STAP is de daaruit voortvloeiende teloorgang van het geweten. Het geweten, wat is dat? Aananda Mayi Maa en alle Zelfbewuste Yogis ZIJN ge-"weten"! Het Zelf (Siva) is geweten. De Bhagavad Gietaa bevestigt dat met de idee dat een juist onderscheid en alle deugden ontstaan uit het Zelf.

Maar het probleem is dat het Zelf, het geweten, in zeven stappen hartsgrondig werd verdonkeremaand door een gemaakt geweten dat conditionering van begin tot einde en een gids á la Eichmann is: "Verbijsterd door vele grillen, verstrikt in de netten van lust, vallen zij in een lage hel ( Bhagavad Gietaa XVI 16)". Antonin Artaud schreef: "Het leven gaat voort in zijn oude sfeer van wellust, anarchie, wanorde, delirium, chronische waanzin, burgerlijke vadsigheid en traagheid, doelbewuste oneerlijkheid, botte huichelarij, lage minachting voor alles wat kwaliteit heeft, overheersing van een klasse die zich baseert op de vervulling van een primitief onrecht... of, kort gezegd, van de georganiseerde misdaad." In zo'n bikkelhard oordeel kunnen we, geconditioneerd als we zijn, onszelf en onze omgeving nauwelijks herkennen, want ja, we zijn scouts, geïndoctrineerd met de idee dat alles wat we doen netjes en keurig is. Het zijn de zieners en ook de angstige en depressieve mensen die, doorheen die mist van keurigheid, "de groteske hel van menselijke relaties" en alle roodknipperende crisissignalen zien.

De 9e STAP is een dubbelzinnige angst voor de vader: "Enerzijds de angst voor het verliezen van de bescherming van de vader en alleen gelaten te worden in een niet te hanteren werkelijkheid en, anderzijds, de angst om gestraft te worden voor het verlangen de seksuele partner van moeder te worden". Die angst die, ingevolge identificatie met de vader, te maken heeft met het zelfbeeld van het kind of met wat het kind zou willen zijn, uit zich als onzekerheid, angst voor de toekomst, faalangst, angst voor de angst, onwezenlijkheid, doodsangst, zelfangst en een vloed van sociale fobieën. "Vanwaar ik zit", schreef Sylvia Plath, "zie ik de wereld als beheerst door één ding en dit ene ding alleen: paniek met een hondenkop, een duivelskop, een heksenkop, een boerenkop, paniek in hoofdletters zonder kop -het is allemaal dezelfde Johnny Panic, wakend of slapend." Die angst wordt overigens gecultiveerd, omdat angst nu eenmaal het middel is om mensen in het gareel te laten lopen; met angst uit de boot te vallen werd zelfs een Eichmann gemotiveerd.

Al die stappen van versluiering van de Werkelijkheid, bewustzijnsvernauwing en zelfvervreemding die met de dag toenemen (!), en door professor De Batselier "een zachte moord op de Mens in de mens" genoemd, zijn maar de essentie van het Oedipuscomplex. Er zijn nog meer stappen! In 1920 ontdekte Freud overigens, naast de seksuele oerdrift (EROS), ook de doodsdrift (THANATOS). Freud zag in de mens een dualistisch wezen dat streeft naar leven en dood. Mijns inziens zijn die twee driften echter de twee aangezichten van de vertekende hang naar de oorspronkelijke eenheidsbeleving: die hang zelf en de daaruit voortvloeiende onvrede met het onechte zelfbeeld dat door het Oedipuscomplex tot stand komt.

De kennis van het Oedipuscomplex, ouder dan Freud

Terloops wil ik er je aandacht op vestigen dat het Oedipuscomplex kort, maar zeer precies beschreven staat in de 4000 jaar oude Bhagavad Gietaa (II 62 en 63) als een altijd aanwezig spel van begoocheling dat, zonder te graven in het verleden, HIER en NU kan en moet worden doorbroken. Het antwoord op het Oedipuscomplex ligt niet in een revolutie of terreur tegen alles wat met gezag te maken heeft. Neen, de Gietaa is het antwoord, de Gietaa die nu een open boek is en de methode om alle zelfvervreemding en bewustzijnsvernauwing te bestrijden in hun wortels zelf.

Zelf zie ik overigens een 10e STAP, namelijk het feit dat we, kijkend doorheen de mist van conditioneringen en zelfvervreemding, niet meer in staat zijn de omgeving te zien in haar eigen status, zoals ze is. De gevolgen daarvan zijn onoverzichtelijk. Fritjof Capra, een van de groten op het gebied van de theoretische natuurkunde en kernfysica, zei daarover: "Het is, geloof ik, voor ons allen nogal duidelijk dat er een crisis gaande is: een bewapeningscrisis, een economische crisis, een milieucrisis, een gezondheidscrisis (!) enz. Naar mijn mening zijn dat slechts facetten van één en dezelfde crisis, namelijk een crisis in onze manier van WAARNEMEN, veroorzaakt door het feit dat we een verouderd wereldbeeld toepassen op een nieuwe werkelijkheid, die met termen van onze oude conceptie niet meer kan worden beschreven." Eens waren de aarde en de mens het centrum van het heelal. De mens was een superwezen dat zelfs God en de duivel in zijn ban had, door aflaten en heksenverbranding. Sedert Galileï zijn we onbelangrijker. De aarde bevindt zich in een vergeten hoekje van een oneindig aantal galaxies. Sedert Descartes scheiden we de werkelijkheid in materie en geest, met het resultaat dat het universum en de mens niet meer dan machines werden, beheerst door mechanische wetten, die sedert Newton een na een werden geformuleerd zonder één fundamentele vraag over de aard van de dingen op te lossen.

De oude beelden van de werkelijkheid waren onwerkelijk, maar onze voorzaten hadden er een houvast aan zoals een kind aan zijn identificatie met de vader. En zo voltrok er zich ook maatschappelijk een soort Oedipuscomplex, een ik-syndroom, dat de mens naar de vernietiging leidt. Vandaag de dag staat alles op losse schroeven. Gedwongen door de resultaten van nucleair onderzoek, groeit er in de voorste gelederen van de wetenschap een nieuw wereldbeeld: "Wij maken deel uit van een groep levensvormen die over de hele wereld van elkaar afhankelijk zijn, die op biologisch, psychologisch, ecologisch en sociaal gebied met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk zijn.

Het nieuwe wereldbeeld is holistisch en toont een grote overeenkomst met de opvattingen van de mystici en vooral met de ideeën van de Oosterse mystieke tradities.

Onze neigingen om de wereld in aparte delen te splitsen en ook onszelf als een geïsoleerd ego in deze wereld te voelen, zien zij allen als een illusie die stamt uit ons metende en indelende intellect..." (Capra). Grote Oosterse filosofen, zoals Swami Krishnananda, secretaris van The Divine Life Society, bewonderen wetenschappers als Capra, maar blijven erbij dat zelfs de benadering van Capra een geleerde-kikkerbenadering is (zie 2e les ) en dat het nieuwe wereldbeeld een concept en geen ervaring is. Capra mist de dimensie waarvan Yoga vertrekt: ZELFBEWUSTZIJN. Zo'n concept zal dan ook de allesomvattende crisis niet oplossen, al zal het hopelijk te voorschijn komen met een nieuwe opvoeding, een nieuwe moraliteit enz. Maar zelfs dat zal falen zolang de mens niet de weg opgaat van de realisatie van de oorspronkelijke eenheidsbeleving. "Te zijn zoals dezen" (kinderen) is de enige moraliteit en de enige weg naar een crisisloze zelfbeleving en een crisisloze maatschappij.

Dat is de basis van Yoga. Van nu af aan zullen we ons dan ook veel meer kunnen verdiepen in de PRAKTIJK van Yoga. Een begrepen en hartgrondig beleefde praktijk is de aangekondigde doorbraak. Uitkijken dus!!!

klik