The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


YOGACURSUS 2

Siva

 

   11e LES   

 

In de 10e les werd de studie van Hatha Yoga aangevat met de eerste elf verzen van de Gheranda Samhitaa. De assimilatie en de toepassing ervan zijn het geheim van succes. In vers 9 leerden we dat er zeven reeksen oefeningen zijn om zeven geschiktheden te verwerven. De eerste reeks mikt op SHODHANAM of ZUIVERHEID van de hele persoonlijkheid.

De zuivering van de annamayakosha, het lichaam of het van voedsel gemaakte omhulsel, was het hoofdthema, al beperkten we ons voorlopig tot wenken die eeuwig gangbaar waren in de Indiase traditie en grotendeels gesteund zijn op aayoerveda. Laten we daar wat dieper op ingaan.

AAYOERVEDA IN EEN NOTENDOP

Aayoerveda, de wetenschap van het leven, is de oudste gezondheidsleer ter wereld, die met een eeuwigheid praktijk zijn kwaliteiten bewijst. In India wordt ze nog op grote schaal toegepast en in het Westen, vooral in Engeland, groeit de belangstelling zienderogen. De BBC wijdde een reeks uitzendingen aan de succesvolle praktijk van Indiase aayoervedische dokters in Engeland. Aayoerveda is gebaseerd op feiten gerealiseerd door de oude Indiase rishis of zieners. Laten we de belangrijkste feiten op een rijtje zetten.

De vijf elementen
De mens is, zoals alle andere wezens (!), een knooppunt van BEWUSTZIJN (Poeroesha) en NATUUR (Prakriti), bestaande uit vijf elementen.
Het begrip "elementen" werd ontleend aan de Saankhyafilosofie en heeft niets te maken met het gelijknamig begrip in de scheikunde. Het gaat om onze vijfvoudige ervaring via onze vijf zintuigen en om de media waarin de zintuigen werken.
De vijf elementen zijn ETHER. LUCHT, VUUR. WATER en AARDE. Ze zijn respectievelijk verbonden met het oor, de tastzin, het oog, de smaak en de neus. Belangrijk voor de praktijk is dat de elementen samengaan met ZES SMAKEN. In ether is smaak niet aanwezig. Lucht gaat samen met BITTER en WRANG, vuur met ZUUR, ZOUT en vooral met SCHERP, water met WRANG, ZUUR, ZOUT en vooral met ZOET en aarde met WRANG en ZOET.

De drie doshas
Uit het samenspel van de vijf elementen ontstaan de drie DOSHAS: VAATA (wind), PITTA (gal) en KAPHA (slijm). De doshas zijn veel meer dan wat de enge betekenis van hun naam aangeeft. Het zijn dravyas of substanties met heel wat eigenschappen en functies. Het zijn substanties en krachten die de hele persoonlijkheid beheersen, net zoals de overeenstemmende macrodoshas VAAYOE (de wind), SOERYA (de zon) en CHANDRAA (de maan) het leven op aarde te beheersen. Vaata (wind) is onwaarneembaar (tenzij door Kaamadeva; zie 9e les), maar wordt gekend door de resultaten van zijn werking. Vaata is de belangrijkste dosha. Hij is het leven zelf en beheerst Pitta en Kapha. Aan een ontoereikende of overmatige Vaata worden 80 kwalen toegeschreven, terwijl Pitta en Kapha respectievelijk 40 en 20 kwalen kunnen veroorzaken. Vaata wordt daarom TANTRAYANTRAADHAARA genoemd, de steun (aadhaara) van alle activiteiten (tantra) van de Natuur (Yantra of Shakti). De Yogis geven er bijzonder veel aandacht aan, onder meer met zuiveringsoefeningen, praanaayaama (ademhalingsoefeningen), meditatie over de praanas enz.

Als Vaata normaal werkt, functioneert het lichaam perfect. Vaata bepaalt alle mentale, verbale en lichamelijke handelingen. Hij is de natuur die handelt, met een onvoorstelbare intelligentie, dank zij de aanwezigheid van Bewustzijn. Die idee ligt aan de basis van Tantra en Kriyaa Yoga.

Vaata is het medium van klank en wordt gunstig beïnvloed door de beoefening van karnadhauti (wordt beschreven in een volgende les), het herhalen van mantras, kiertan en het offer van luisteren. Hij zet de tastzin en de spraak in beweging (hij doet ajapa japa). Hij doet het oor functioneren, waardoor de Luister van luisteren ALTIJD geniet van klank. Hij stimuleert Agni of het vuur van de spijsvertering. Agnisaardhauti (in een volgende les) steekt hem een handje toe. Hij zuivert het lichaam enz.

Vaata
Vaata heeft ether en lucht als elementen en wordt gekenmerkt door beweeglijkheid.
Vaata omvat vijf vaatas: praana, apaana, vyaana, oedaana en samaana (de vijf eerder beschreven praanas die onder meer met meditatie, met kleuren en mantras, in hun juiste plaats en functie worden gevestigd). In Zelfvervreemding doolt vaata in het lichaam rond, als een dier gewond door een pijl.

PRAANA heeft haar zetel in het hart en vloeit in de keel, de mond. de neusholte, de ogen en de hersenen. Haarfuncties worden geoptimaliseerd door praanaayaama, het observeren van de adem, meditatie over de praanas en alles wat de praana, de zintuigen, de geest en het intellect tot rust brengt. De belangrijkste zuiveringsoefeningen zijn kapaalarandhra, neti, kapaalabhaati enz. (in een volgende les).

APAANA heeft moelaadhaara tot steun en bevindt zich in de onderbuik. Ze drijft de malas uit: faeces, urine, menstruatie en sperma. Ze houdt de malas vast -ook een foetus in de baarmoeder- en brengt ze op het gepaste ogenblik naar buiten. Praana moet sterk zijn en apaana licht (door een zuivere en matige voeding, zuiveringsoefeningen enz.). Apaana vloeit neerwaarts. Vloeit ze niet, dan worden meditatie over apaana, zuiveringsoefeningen, klismas, hete compressen, carminatieven (windverdrijvende middelen), water- en zweetafdrijvende middelen enz. voorgeschreven. De belangrijkste zuiveringsoefeningen die apaana een ruggensteuntje geven zijn moelashodhanam, basti, laulikikarma enz. (in een volgende les).

VYAANA doordringt het hele lichaam en brengt rasa (voedingssappen) naar elke cel. Vyaana is de energie achter de hele bloedsomloop. Hriddhauti is de belangrijkste zuiveringsoefening (in een volgende les).

OEDAANA, letterlijk opwaarts vloeien, heeft haar steun in de keel en houdt het lichaam rechtop, ook als het bijvoorbeeld in Berghouding compleet aan zichzelf overgelaten is.

Ze houdt de kracht van het lichaam in stand en voedt het denken, het geheugen en het intellect. De belangrijkste zuiveringsoefening is kapaalabhaati. Er bestaan overigens moedraas en oefeningen gekend als vyaayaam, die oedaana versterken en dan ook later zullen worden beschreven.

SAMAANA heeft manipoera tot steun en wakkert het vuur van de spijsvertering aan. De belangrijkste zuiveringsoefeningen zijn de antardhautis (in een volgende les).

Pitta (gal)
In pitta overheerst het element vuur, gekenmerkt door kleurgeving, spijsvertering, lichaamstemperatuur, intelligentie, gezichtsvermogen, honger, dorst, zachtheid en glans van de huid, blijgezindheid en moed.

Pitta heeft vijf functies: paachaka, ranjaka, saadhaka, aalochana en bhraajaka.

PAACHAKA verteert het voedsel en ondersteunt de vier andere functies van Pitta. Er zijn vele kruiden die paachaka stimuleren en maag-, gal- en leverkwalen verdrijven. Sommige van die kruiden behoren tot de onovertroffen Indiase kookkunst en werden, samen met kruiden die bitterstoffen bevatten, verwerkt in "AGNI".

RANJAKA, dat wat kleur geeft, is gevestigd in de lever en de milt en speelt een rol in de omvorming van de spijsbrij in rode kleur (bloed).

SAADHAKA, inzet, is gevestigd in het hart, draagt bij tot de luister van het intellect (waakzaamheid) en een goed geheugen.

Saadhaka wordt sterk door saadhanaa of integrale Yogabeoefening. Ze wordt gestimuleerd door roos, sandel enz., het dragen van halfedelstenen, het gebruik van bloemenextracten, het houden van bloemen (roos, fresia, naaldboompjes enz.) in de woonkamer enz. Saadhaka verdrijft tamas (lethargie, luiheid). Saadhaka werkt optimaal door saadhanaa en vooral door een waakzaamheid die een onbetrokken getuige is van de voortdurende film van ervaring.

AALOCHANA is gevestigd in het oog en houdt het gezichtsvermogen in stand. Ze wordt gestimuleerd door traataka (in een volgende les), meditatie over een beeld en ... het offer van zien!

BHRAAJAKA, het stralende, veruitwendigt de kwaliteit van Pitta door huidskleur en luister. Bhraajaka wordt gestimuleerd door massage met Sesamolie of ghrita, bestaande uit ghie (geklaarde en gewassen boter) met eindeloos geduld volgens de regels van de kunst vermengd met tonics zoals laurier, geelwortel, roos, kalmoes en een reeks andere kruiden die Pitta doen schitteren.

Al die functies van Pitta worden gestimuleerd door zuiveringsoefeningen, Integrale Yoga, de toepassing van aayoerveda en verjongingskuren zoals "AMRIT".

Kapha (slijm)
Water is het overheersende element van kapha. Zijn kenmerken zijn: kleverigheid, voeden, de gewrichten verbinden en smeren, het lichaam eenmaken, de seksuele energie in stand houden, vastberadenheid, geduld en onthechting. Kapha veruitwendigt zich als onbeweeglijkheid, kleur, plakkerigheid, zwaarte, zweet, traagheid, koude en bleekheid. Tamas (lethargie) overheerst.

De vijf functies van kapha zijn: kledaka, avaalambaka, bodhaka, tarpaka en shieshaka.
KLEDAKA, dat wat vochtig maakt, maakt in de maag het voedsel vochtig en vloeibaar. Kledaka is de belangrijkste functie en voedt de overige vier.
AVAALAMBAKA, dat wat steun geeft, is gevestigd in de thorax, verkoelt het hart en geeft kracht.
BODHAKA, dat wat waarneemt, is gevestigd in de tong en is een medium waardoor de Genieter smaken kent. Bodhaka doet het speeksel vloeien bij het zien van voedsel. Nabhomoedraa (later) stimuleert bhodaka.
TARPAKA, dat wat kalmeert, is gevestigd in de schedel en bedaart de zintuigen. Kapaalabhaati, traataka, shaambhavie moedraa enz. stimuleren het.
SHLESHAKA, dat wat verbindt, is gevestigd in de gewrichten en houdt die in goede conditie. De gewrichten worden erdoor gesmeerd en, ondanks veel beweging, koel gehouden.

Alle functie van vaata, pitta en kapha moeten vanzelfsprekend normaal en onderling evenwichtig werken. De raakpunten van aayoerveda en Hatha Yoga, vooral de zuiveringsoefeningen, zijn zo talrijk dat ze elkaar aanvullen en bewijzen. Door wat inzicht in aayoerveda zullen vele Yogabeoefenaars met nogal wat meer inzicht en overgave hun oefeningen beleven en ondergaan. Want, het is duidelijk, Hatha Yoga heeft een onvoorstelbaar diepgaande werking!

De zeven dhaatoes
Het lichaam is opgebouwd uit zeven dhaatoes: rasa, rakta, maamsa, meda, asthi, majja en shoekra.

RASA, chylus, ontstaat uit de spijsbrij en voedt het bloed. Het kalmeert de zintuigen en de geest. Het wordt gestimuleerd door oefeningen die het vuur van de spijsvertering aanwakkeren, zoals agnisaardhauti, de voorwaartse buigingen enz.
RAKTA, bloed, komt voort uit rasa, houdt de levensverrichtingen gaande, voedt maamsa, verhoogt de vitaliteit en geeft een natuurlijke huidskleur. Alle Yogaoefeningen, bloedzuiverende middelen en aayoervedische verjongingskuren houden het bloed in optimale conditie.
MAAMSA, spierweefsel, geeft het lichaam steun en voedt meda. Het is duidelijk dat soerya- en chandranamaskaar, aasanas, kriyaas, vyaayaama enz. maamsa versterken.
MEDA, vet, maakt het lichaam koel en doet het transpireren. Meda zorgt voor weerstand en voedt. Een voeding die evenwicht schept in vaata, pitta en kapha, genomen binnen de maat van het metabolisme, zorgt voor de juiste hoeveelheid vet, de juiste reserves en een goede weerstand.
ASTHI, beenweefsel, ondersteunt het lichaam en voedt majja.
MAJJA, merg, vult de holtes in de beenderen en voedt shoekra.
SHOEKRA, sperma of ei, geeft kracht en een gevoel van tevredenheid.

Zijn de doshas in evenwicht en zonder tekort of overmaat, dan scheppen die voortreffelijke dhaatoes in een onderling goede verhouding. In dat geval is de mens gezond en bestand tegen spanningen en beoefent hij graag wat goed is. Hij wordt gekenmerkt door een zachte, warme en aangename stem. Hij is gelukkig, vreugdevol en eerlijk

De malas
De malas zijn KAPHA (slijm, een bijproduct van rasa of chylus), PITTA (gal, een bijproduct van Rakta), MOETRA of urine. SHAKRIT of faeces, PRAJANANA of afscheiding van de geslachtsdelen en KHAMALA of de uitscheiding van het oor, de neus, de mond en de huid. Ook het haar, de baard, de lichaamsgeur en de nagels behoren daartoe.

De malas vervullen een natuurlijke functie, maar zoals bij de doshas en de dhaatoes bepalen VRIDDHI of overmaat en KSHAYA of tekort het ontstaan van ziekte. De doshas spelen daarin de belangrijkste rol. In orde van belangrijkheid wordt bij een diagnose aandacht gegeven aan de doshas, de dhaatoes en malas. Samen worden ze doshadhaatoemalavignyaana of de leer van doshas, dhaatoes en malas genoemd.

AGNI
De opsomming is rond met een beschrijving van agni en de verteringsprocessen.

AGNI, letterlijk vuur, zorgt voor de vertering van het voedsel. Agni omvat 13 agnis: de vijf bhoetaagnis (de Vuren van de vijf elementen), de zeven dhaatvagnis (de Vuren van de zeven dhaatoes) en jatharaagni (het Vuur van de spijsvertering in de maag, door Krishna in de Bhagavad Gietaa vaishvaanara genoemd: "Ik ben het Vuur vaishvaanara en verteer het viervoudige voedsel"). Achter al die agnis staat het "Vuur van de zintuigen" of het "Vuur van Brahman" (Bhagavad Gietaa IV 25 en 26). Het vuur van de zintuigen of Brahman is Bewustzijn, het Zelf of Poeroesha. Daaruit leid ik af dat de 13 agnis de voorzittende goden (Intelligenties) zijn van de spijsvertering en het metabolisme.

JATHARAAGNI is, door de aanwezigheid van het Vuur van Brahman, de essentie van alle agnis in het lichaam. Het is vervat in paachaka, de verterende functie van pitta, en onderhoudt het metabolisme, de lichaamstemperatuur, de gezondheid, het weerstandsvermogen, de energie en de luister en kleur van de huid. Staat jatharaagni op een laag pitje, dan dooft het leven uit en wordt men beslist ziek. Ook een te fel laaiend jatharaagni is een oorzaak van ziekte. Agni, de spijsvertering en het metabolisme liggen dan ook aan de grondslag van gezondheid en ziekte.

PITTA, een veruitwendiging van agni, is overal in het lichaam aanwezig, beheerst het metabolisme en schept de dhaatoes. Zijn brandstof is voedsel. Voedsel is met andere woorden de behoeder van energie en vitaliteit en is daarom uitermate belangrijk! Wij beoordelen voedsel op basis van het gehalte zetmeel, eiwitten, verzadigde en onverzadigde vetzuren, vitaminen, mineralen, enzymen enz. Aayoerveda beoordeelt voedsel op basis van zijn goena (eigenschap: zwaar of licht bijvoorbeeld), de smaken die erin aanwezig zijn, de potentie, de smaak die erin aanwezig is na de vertering enz.! De hoeveelheid voedsel moet overigens binnen de maat van het metabolisme blijven en eraan aangepast zijn wat zwaarte of lichtheid betreft. Het voedsel moet overigens aangepast zijn aan het seizoen, op basis van andere normen dan de onze. Een overmaat aan onaangepaste voeding die overigens geen rekening houdt met de constitutie en een eventueel onevenwicht van de doshas is steevast een bron van ziekte!

Er zijn vier soorten voedsel: ASHIETA (verwarmend, zoals rijst en tarwe bijvoorbeeld), PIETA (vloeibaar), LIEDHA (halfvast, zoals gerstepap bijvoorbeeld) en KHAADITA (vast, zoals brood, vruchten enz.)

Voedsel bestaat uit vijf bhoetas of elementen, zoals het lichaam zelf. Eerst wordt het in zijn geheel verteerd door jatharaagni in de maag, daarna door de vijf bhoetaagnis (de Vuren van de vijf elementen). Het vaste bestanddeel van voedsel wordt verteerd door het Aardevuur en komt ten goede aan de vaste weefsels van het lichaam (been, spieren enz.). Het vloeibare deel wordt verteerd door het Watervuur en komt ten goede aan de vloeibare stoffen in het lichaam (chylus, bloed enz.). Het hete deel wordt verteerd door het Vuurvuur en voedt de energie. Het gasvormige deel wordt verteerd door het Luchtvuur en voedt de geest en het geheugen. Het etherische deel wordt verteerd door het Ethervuur en komt ten goede aan het intellect... Dat is een reden om ook bij psychische kwalen, werk te maken van de aayoervedische principes!

De spijsvertering wordt beïnvloed door vijf factoren:
PAACHAKA (een functie van pitta), SAMAANA (een functie van vaata), KLEDAKA (een functie van kapha), tijd en een goed samenspel van de vier genoemde factoren.

Paachaka ontsteekt het vuur, samaana wakkert het vuur aan, kledaka maakt het vochtig en vloeibaar en tijd zorgt voor het verloop van het proces in een goed samenspel van alle factoren.

Het voedsel wordt eerst verteerd in de mond en het bovenste gedeelte van de maag, respectievelijk door bodhaka en kledaka. Dat is de zoetvertering of MADHOERAVIPAAKA. Dat is het werk van kapha.

Vervolgens zorgt pitta voor de zuurvertering of AMLAVIPAAKA.

In de dikke darm zorgt vaata voor de bittervertering of TIKTAVIPAAKA, terwijl agni de spijsbrij uitdroogt met wat de scherpvertering of KATOEVIPAAKA wordt genoemd.

Teveel suiker versterkt de zoetvertering, met een overmaat aan kapha tot gevolg.

Teveel zuur voedsel versterkt de zuurvertering en schept een overmaat aan pitta. Teveel bitter voedsel versterkt de bittervertering, met een overmaat aan Vaata.

Ziedaar, beste lezer, een loutere opsomming van feiten, waar we in de volgende les zullen leren mee werken. Dat zal gemakkelijk zijn in de mate dat je alle begrippen uit deze les zo goed mogelijk assimileert.

Vooral beginners in Yoga zullen denken dat deze les te moeilijk en beslist niet voor hen is. Dat is niet waar! Uit de volgende les zal trouwens ten overvloede blijken dat ook de leek aayoerveda ter hand kan nemen om zijn gezondheid in stand te houden, te verjongen en zijn Yogaoefening te ondersteunen.

WENKEN VOOR NAZOMER EN HERFST
September. In de nazomer staat het vuur van de spijsvertering wel eens op een te laag pitje en laat de algemene gezondheidstoestand soms wat te wensen over. Het vuur van de spijsvertering moet in dat geval wat aangewakkerd worden met voorwaartse buigingen (padahastaasana, pashchimottaanaasana en halaasana), gember, zwarte peper, wat citroen enz. Een kop warme melk met gemberpoeder of een glas karnemelk met gember of wat citroensap na de maaltijden, doet agni alvast wat meer laaien. Karnemelk wordt nooit verwarmd.

De herfst doet VAATA overheersen. Vooral de mensen met een VAATACONSTITUTIE hebben, naast ALLE andere smaken, een extra behoefte aan zuur en zout. Vet voedsel, granen, ghie (geklaarde en gewassen verse roomboter), kleine hoeveelheden koudgeslagen honing bij de voeding enz. zijn aangewezen. Honing mag nooit worden verwarmd. Aanbevolen thees: hibiscus, rozenbottel, braam enz.

Heet, licht (rauwkost, veel bladgroenten) en vloeibaar voedsel, veel eten, nat worden en overdag slapen zijn ziekmakers in dit seizoen.

Bij het begin van de herfst is een zuiveringsoefening gewenst om VAATA te bedaren: Lavementen of klisma's met warme sesamolie.

* een paar eetlepels zuivere, koudgeperste sesamolie drinken.
* daarna een heet bad nemen en alle onreinheden uitzweten.
* dan neem je iets dat VAATA stimuleert, zodat de overmaat ervan gemakkelijker kan uitgedreven worden: een glas karnemelk bijvoorbeeld, sterk gekruid met gember (bitter).
* neem pas dan het lavement met lauw warme sesamolie (1,5 liter).
* je hele lichaam heeft regelmatig massage nodig vooral de oksels, de borst, de tepels, de navel enz.!

BELANGRIJKST!
De herfst is een tijd van inkeer, bezinning, rust en diepe ontspanning. Meditatie, soberheid, weinig seks, vroeg naar bed gaan, rustig aandoen, niet sporten, joggen, te veel wandelen enz. en wat niets doen zijn aanbevolen. In de herfst zijn onder alle lichaamsoefeningen enkel rustig beoefende aasanas en kriyaas aangewezen. De nadruk ligt op de ontspanning en de inkeer, met de natuur mee.

klik