The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


YOGACURSUS 2

Siva

 

   14e LES   

 

In de eerste 9 lessen van deze cursus, inmiddels gepubliceerd in boekvorm onder de naam "Yoga Cursus 1", werd uitgebreid studie gemaakt van de filosofie, de psychologie en de praktijk van Yoga in het algemeen. Het was de bedoeling de fundamentele oorzaken bloot te leggen van alle persoonlijke, intermenselijke en maatschappelijke problemen en aan te tonen dat Yoga naar de kern ervan gaat en zonder weerga alle vragen beantwoordt, die bewust of onbewust leven in het hart van alle mensen. Ook depressieve en angstige mensen vinden er een uitweg, verduidelijkt door 50 bladzijden toelichtingen en brieven van lezers, met de antwoorden erbij. Terwille van de bewijs- en overtuigingskracht werd overvloedig een beroep gedaan op diepborende Westerse denkers, zoals Freud, Reich, Kierkegaard, Capra enz. De subliemste van alle Yogabenaderingen werden er beschreven. En zo ontstond een document dat Yoga in een juist daglicht plaatst, dat misschien een van de belangrijkste bijdragen is tot de doorbraak van Yoga in het Westen, dat elke zoeker een reële keuze biedt tussen het oude, ziekmakende bewustzijn en de luister van Yoga en dat de blauwdruk is voor het herdenken van opvoeding, zelfontplooiing, intermenselijke relaties en maatschappelijke vernieuwing.

Vele lezers misten er terecht het ABC van Yoga en de rijkdom aan praktische oefeningen. In de 10e les vingen we daarom de studie van Hatha Yoga aan, met de eerste 11 verzen van de Gheranda Samhitaa, een van de eerste drie meest gezaghebbende Hatha-Yogabronnen (naast de Siva Samhitaa en de Hatha Yoga Pradiepikaa).

De studie van Hatha-Yogaoefeningen zou maar half zo relevant zijn en op vele punten onduidelijk blijven, zonder kennis te maken met aayoerveda, de oudste, op principes gebaseerde en meer dan ooit geldende visie op gezondheidszorg. Daarom werden de 11e, 12e en 13e les integraal gewijd aan aayoerveda, telkens met verwijzingen naar de praktijk van Yoga.

Gewapend met noodzakelijke en fundamentele kennis, kunnen we nu de studie van de Yogapraktijk voortzetten.

In de 10e les werd, na een overzicht van de belangrijkste openingsverzen van de Gheranda Samhitaa, een studie gemaakt van de eerste van de zeven door Yoga te ontwikkelen geschiktheden, namelijk SHODHANAM of ZUIVERHEID.

In de lessen over aayoerveda werd overvloedig aandacht geschonken aan de zuivering van ANNAMAYAKOSHA, letterlijk het van voedsel gemaakte omhulsel, waarmee het tastbare, grofstoffelijke lichaam wordt bedoeld. Die lessen bewezen dat zuivering veel dieper gaat dan het lichaam: smaken, panchakarma (vijfvoudige zuivering) en aayoervedische middelen hebben een diepgaand effect op alle lagen van de persoonlijkheid.

PRAANAMAYAKOSHA, de bedekking gemaakt van praana, levensenergie of het leven zelf, wordt overigens gezuiverd door zowat alle Yogaoefeningen, maar in het bijzonder door meditatie over de vijf praanas (zie blz. 52 van Yoga Cursus 1), door meditatie over de chakras (zie verzen 53 en 54 van de 9e les), door de oefening vermeld in vers 70 van de 9e les, door kapaalarandhra (zie verder), door naadieshodhanam en allerlei ademhalingsoefeningen, die we later bestuderen.

MANOMAYAKOSHA, het omhulsel bestaande uit het denken, wordt gezuiverd door het blootleggen van fundamentele conditioneringen, zoals angst voor eenzaamheid en de obsessie dat alle zekerheden buiten onszelf liggen (zie 6e en volgende lessen van Yoga Cursus 1), door het ontrafelen van zijn verborgen motieven, zoals zijn tot veroveringsdrift vertekende hang naar de oorspronkelijke eenheidsbeleving, zijn diepe nood aan bevestiging en erkenning, zijn onstelpbare hang naar geborgenheid, zijn weerbarstige verdedigingsmechanismen, zijn identificatie met stupide idealen en dingen, zijn strijd om zijn voortbestaan als een zo fraai mogelijke schijn van werkelijkheid, zijn jacht op buit in de nacht van menselijke onwetendheid enz., door vrijwillig en blij gezind al die onwerkelijkheid los te laten en te kiezen voor een zoektocht naar Waarheid, door het denken keusloos en inspanningloos te observeren, zonder een andere observator dan waakzaamheid geofferd in Waakzaamheid, door uit te stijgen boven het oude zelf, en met het offer van zien-luisteren-ademen-Yoga-tapas enz., te ontdekken dat alles wat we ooit dachten te zijn, in zijn oorspronkelijkheid (nara) behoort tot de Natuur of Shakti, gehuld in de allesomvattende Staat van Zien (Siva of het Zelf), door liefde en toewijding voor die Werkelijkheid, door een actie met die Werkelijkheid als bron (Karma Yoga), door Absolute Liefde en door af en toe de golven van de denkstof zo stil te maken als een kaarsvlam in een tochtvrije ruimte enz.

VIGNYAANAMAYAKOSHA of TEJOMAYAKOSHA, het omhulsel gemaakt van waakzaamheid of luister of het intellect, dat, teruggetrokken uit het denken, straalt met het licht van het Zelf, wordt gezuiverd en geboend door de functies van het intellect (bepalen, benoemen, beoordelen, kiezen enz.) te verheffen tot de oorspronkelijke gelijkheid (samatvam, zie hoofdstuk II van de Bhagavad Gietaa) van het intellect, een luister die geopenbaard wordt door alle offers of oefeningen, die, zoals het herhalen van een mantra, een bestendige waakzaamheid vragen.

AANANDAMAYAKOSHA, het omhulsel gemaakt van zaligheid, waartoe het onbewuste behoort, wordt gezuiverd door deconditionering, droomanalyse, meditatie over dromen, het acteren van dromen, catharsis, gesprek enz. Zoals modderig water vanzelf wordt gezuiverd door de modder te laten bezinken, zo worden ALLE koshas gezuiverd door ze over te laten aan hun eigen wonderbare intelligentie en dus door Dat te zijn wat groter is dan alle koshas (zie einde hoofdstuk III van de Bhagavad Gietaa), Dat wat, achter het denken, zonder denker en gedachten is (zie de Ribhoe Gietaa in "Als Melk en Water") en zich openbaart als Absolute Eenheid of Liefde, waarin concepten zoals subject, object en God louter schimmen van het denken blijken te zijn. De hoogste zuivering bestaat met andere woorden uit het loslaten van alle concepten en van alles watje weet (ook over Yoga), omdat dan, en dan alleen, het feit van Zien wordt geopenbaard, waarin alles van hemel tot aarde wordt gezien IN en ALS het Zelf, als één, ondeelbare en vlekkeloze Werkelijkheid.

Toch zullen we Hatha Yoga bestuderen, die van het begin tot het einde berekend is op de systematische zuivering van alle lagen (koshas) van de persoonlijkheid (nara), omdat de meeste mensen zo diepgaand vastzitten in Zelfvervreemding en de daaruit voortvloeiende essentiële kwalen (onzuiverheden), dat ze niets anders kunnen beleven en begrijpen dan het mechanisch doen van oefeningen. Voor die mensen die in het offer van zien zichzelf niet kunnen ontstijgen, is er het ABC van Yoga dat, zoals het leren lezen en schrijven, de mogelijkheden biedt tot kennis en verdieping en tot de ontdekking van het ware wonder van Yoga. Dat ABC is even wonderbaar, omdat het voortkomt uit de eenheidsbeleving van Zieners die de samenhang van alle dingen zien en vertrouwd zijn met Shakti's spel met goenas, elementen, doshas enz. Alle Yogaoefeningen dragen het stempel van de Waarheid zelf en falen nooit als ze beoefend worden als een offer aan de Waarheid, waarin al het oude vrijwillig en blijgezind wordt losgelaten in de Stilte van het Hier en Nu en waarin men kiest voor die Stilte, veel meer dan voor de vruchten van de oefeningen. De vruchten groeien in die Stilte, niet in de spanning van verwachten, streven enz.

In de ABC-fase moeten zoekers tijd maken voor oefeningen en het opbrengen ze te doen, gemotiveerd door Gheranda met het beeld van divyadeha, een lichaam als de goden, de heerschappij over de elementen en noem maar op. Degene die het opbrengt om te oefenen en daarin het oude loslaat, wordt vlug geraakt door Waarheid, waarvan Goeroe, Zelf en Genade synoniemen zijn, en voelt een innerlijke impuls om oefeningen te offeren, om het offer van zien of waakzaamheid te ontdekken en om 24 uur op 24 daarin gevestigd te zijn. Nu Hatha Yoga.

SHAT KARMAS of ZES ZUIVERINGSOEFENINGEN

De praktijk van Hatha Yoga wordt in de Gheranda Samhitaa aangevat met zes zuiveringsoefeningen. Sommige van die zuiveringsoefeningen, zoals kapaala randhra, lauliki karma, traataka, kapaalabhaati enz., behoren tot het dagelijks oefenschema van de Hatha Yogis, terwijl andere zuiveringsoefeningen, zoals vamana dhauti (ter kalmering van kapha dosha), basti (ter kalmering van vaata dosha) en vaarisaara dhauti (ter kalmering van de drie doshas), worden beoefend bij kapha-, vaata- en pittaziekten of wanneer één of meerdere doshas overheersen ingevolge de constitutie, het seizoen, de leeftijd enz.

Om de werking van die laatste zuiveringsoefeningen te begrijpen, moet je weten dat de doshas, ofschoon ze het hele lichaam doordringen, een bepaalde plaats innemen of overwegend gevestigd zijn in bepaalde delen van het lichaam. Die welbepaalde plaats is het bovenste gedeelte van de maag wat kapha betreft, de hele maagstreek wat pitta betreft en de dikke darm wat vaata betreft. Met die informatie wordt het specifieke effect van die zuiveringsoefeningen duidelijk.Nu de praktijk van de zuiveringsoefeningen, gebaseerd op de Gheranda Samhitaa.

Dhauti, basti, neti, lauliki, traataka en kapaalabhaati zijn, aldus Gheranda, de zes zuiveringsoefeningen die gekend zijn als SHATKARMAS, letterlijk zes handelingen.

DHAUTI (wassen)

Er zijn vier dhautis die de onzuiverheden van het lichaam wegwassen. Ze zijn antar dhauti, danta dhauti, hrid dhauti en moelashodanam.

Antar dhauti

Vaatasaara, vaarisaara, vahnisaara en bahishkrita zijn de vier antar dhautis (antar: inwendig).

Vaatasaara dhauti bestaat uit het drinken en opboeren van lucht, met de bedoeling schadelijke gassen uit de maag te verdrijven, het vuur van de spijsvertering aan te wakkeren en daardoor het hele lichaam te zuiveren. Een goed laaiend spijsverteringsvuur belet dat ama (onverteerd voedsel) wordt opgenomen, dat kanalen in het lichaam verstoppen (door cholesterol b.v.) en dat het lichaam wordt verontreinigd.

De techniek van vaatasaara dhauti wordt door Gheranda beschreven als volgt:
"Houd je lippen in de vorm van een kraaienbek en drink langzaam vaata (lucht, letterlijk wind). Vul de maag met lucht, doe de lucht in de maag bewegen en boer de lucht weer op." De houding van de mond is bedoeld om in de mond een met lucht gevulde ruimte te scheppen. De lucht in de mond wordt telkens ingeslikt tot de maag opgeblazen aanvoelt. Dan brengt men de lucht in de maag in beweging door agnisaara dhauti of lauliki karma (zie verder). Het slikken van de lucht doet men bij voorkeur in vajraasana of diamanthouding. Het in beweging brengen van lucht doet men staand. Het rustig afwachten van het spontane opboeren van de lucht doet men in vajraasana.

Mensen met maagkwalen mogen die oefening dagelijks doen, maar -let wel!- telkens op een ogenblik dat de maag compleet leeg is.

Vaatasaara verdrijft winderigheid en helpt bij het gekende broeksriemsyndroom en allerlei andere maagkwalen.

Vaarisaara dhauti
Vaarisaara dhauti wordt door Gheranda geheim gehouden. Hij beschrijft de techniek met zo weinig details dat de lezer verplicht is zijn toevlucht te nemen tot een adept: "Drink water tot het in de keel staat. Doe het water bewegen in de maag en breng het water naar buiten. Vaarisaara is geheim. Door ze omzichtig te beoefenen krijgt men een goddelijk lichaam."

Deze oefening is ook in de traditie weinig bekend. Zelf leerde ik ze van Soebramanya Boea, een bekend specialist in dit soort praktische toepassingen van aayoerveda en Hatha Yoga. Vaarisaara heeft hetzelfde effect als pancha karma in aayoerveda (zie vorige les). Ze zuivert niet alleen het hele spijsverteringskanaal van de mond tot de anus, maar kalmeert ook de drie doshas. Ze wordt voorafgegaan door snehana (massage met olie), svedana (zweetbad) en een lange ontspanning of Yoga Nidraa, waarin bij wijze van suggestie de oefening wordt gevisualiseerd en mentaal voorbereid. Op de vooravond van de oefening eet men enkel vloeibaar voedsel. Op de dag van de oefening wordt gevast tot na de oefening.

De benodigdheden zijn een kom lauw water op lichaamstemperatuur, waaraan zout wordt toegevoegd tot men het zout er begint in te proeven, en een glas van een kwart liter. De oefening verloopt als volgt.

Drink rustig vier glazen van het water en beoefen dan de hierna volgende oefeningen die elk achtmaal worden herhaald.

Drink daarna twee glazen water en herhaal de oefeningen op dezelfde wijze, telkens rustig en ontspannen en zonder te denken aan lukken of mislukken.

Drink daarna nogmaals twee glazen water en herhaal de oefeningen.

Ga dan een tijdje op het toilet zitten, ongeacht of je al dan niet de aandrang tot stoelgang voelt. Voel je helemaal geen aandrang, dat is het goed wat in de hurkzit te zitten.

Na de stoelgang of na een tijdje geduldig wachten, drink je nog twee glazen water en herhaal je de oefeningen. Normaal gaat het water op dat ogenblik door de dunne darm naar de dikke darm en voelt men de aandrang.

De eerste stoelgang is vast, maar wordt vlug vloeibaar.

Dan wordt er weer water gedronken, zonder de oefeningen te herhalen. Daar gaat men rustig en ontspannen mee door tot de stoelgang zo helder is als water.

Daarna is een half uur ontspanning nodig, waarin men zich bewust is van de volmaakte zuiverheid van alle koshas.

Pas dan volgt de eerste maaltijd bestaande uit goed gaargekookte witte rijst, vermengd met twee eetlepels ghie (geklaarde en gewassen boter). Pas vier uur na de maaltijd mag er weer gedronken worden, liefst mineraalarm water. 's Avonds wordt nogmaals rijst met ghie gegeten. De volgende dag horen daar wat gekookte groenten (kookwater wegdoen) en melk bij. En zo wordt in de daaropvolgende dagen langzaam, via een sober en lichtverteerbaar dieet, overgeschakeld op een voeding met een evenwicht tussen lichte en zware en verkoelende en verwarmende voeding, met alle smaken.

Die oefening wordt beoefend door mensen met chronische, weerbarstige kwalen. Mensen met hartkwalen, acute ziekten en ontstekingen mogen ze niet doen. Doorgezonde Hatha Yogis wordt ze wel eens beoefend als na- of voorjaarskuur. Het geheim ligt in het rustig en ontspannen oefenen, voor wie het kent, zo diepgaand als Kriyaa Yoga.

De vier oefeningen die na het drinken elk telkens achtmaal worden herhaald zijn Bhoejanga kriyaa, tadaasana kriyaa, kati chakra kriyaa en oedarakarshana kriyaa.

BHOEJANGA KRIYAA wordt gedaan in buikligging, de handen onder de schouders. Hef het hele lichaam gestrekt als een plank van de grond en laat dan het bekken ontspannen neerzakken terwijl de armen volkomen gestrekt blijven. De eigenlijke kriyaa bestaat erin dat je over een schouder kijkt naar de tegenovergestelde hiel, hetzelfde doet aan de andere zijde en dat alles achtmaal herhaalt.

Bewust en ontspannen bewegen, een volstrekt ontspannen buik en vrij ademen doen het water door de uitgang van de maag vloeien. Spontaniteit is het geheim!

TADAASANA KRIYAA begint met berghouding. Eens ontspannen strengelt men de vingers in elkaar vóór het lichaam en heft de armen boven het hoofd. Laat vooral de ingewanden diep neerzakken in de buik en maak de adem vrij, desnoods door het topje van de tong ver naar achteren tegen het gehemelte te drukken. De kriyaa bestaat erin dat je met een inademing naar links buigt -LANGZAAM!- overeind komt met een uitademing, naar rechts buigt men een inademing en weer overeind komt met een uitademing. Dat alles achtmaal. Het geheim ligt in het loslaten van de buik, in vrij ademen en -dat is de basis- in gedragenheid!

KATI CHAKRA KRIYAA begint eveneens met berghouding. Diepgaand. Laat de armen los hangen. Draai de romp in een torsie naar links en rechts, terwijl je telkens de armen om je heen slaat. Herhaal dat alles achtmaal. Een ontspannen buik, gedragenheid en vrij bewegen zijn de geheimen.

OEDARAKARSHANA KRIYAA begint met hurkzit, de hele voetzolen op schouderbreedte plat op de grond. Plaats, na diepgaand ontspannen in gedragenheid, de handen op de knieën. Leg je hele gewicht op de rechtervoet, terwijl je de linkerknie bij de grond brengt en een torsie naar rechts maakt. Het zitvlak blijft daarbij zo laag mogelijk bij de grond. Kom terug in hurkzit en doe precies hetzelfde aan de andere zijde.

Herhaal dat alles achtmaal. Is de oefening te moeilijk, dan volstaat het ze een paar maal te doen, eventueel zonder de voeten in de hurkzit op de grond te plaatsen. Het geheim ligt in gedragenheid, een ontspannen buik en vrij ademen.

Het effect van vaarisaara dhauti kan moeilijk worden overschat. Als de regels stipt worden gevolgd is ze ongevaarlijk. Toch is het aangewezen je vooraf te laten adviseren door iemand met ervaring. Terloops wil ik overigens benadrukken dat het beoefenen van de vier beschreven kriyaas, ook zonder dhauti (wassen, drinken) een bijzonder gunstig effect heeft op de spijsvertering en in enige mate ook het hele lichaam zuivert.

Vahnisaara dhauti
"Druk de navel honderdmaal naar de wervelkolom toe. Dat is agnisaara dhauti, de zuivering met vuur, die Yogasiddhi geeft aan de Yogi. Die dhauti kriyaa vernietigt ziekten van het abdomen en stimuleert het vuur van de spijsvertering. De beoefening ervan geeft je een lichaam zoals dat van een engel." Aldus beschrijft Gheranda de techniek en het effect van vahnisaara dhauti.

Vahnisaara en agnisaara zijn synoniemen.

Yogasiddhi betekent hier het vermogen om Yoga te doen. Gheranda vergelijkt het lichaam van de beginner met een ongebakken aarden pot, die stukgaat als men er water in giet. Zoals een aarden pot hard wordt door hem te bakken in het vuur, zo wordt het lichaam van de Yogi, onder meer door agnisaara dhauti, genoeg gehard om moeilijker Yogaoefeningen aan te kunnen.

Vahnisaara dhauti wordt beoefend vanuit berghouding, ontspannen en gedragen. De handen worden op de dijen geplaatst, terwijl zo diep mogelijk wordt uitgeademd. De longen worden leeg gehouden, terwijl de buik ritmisch wordt ingetrokken, met het gevoel dat de navel bij de wervelkolom wordt gebracht. Na elke intrekking wordt de buik plots ontspannen. Het gaat dus om een nogal vlugge, vloeiende, maar volkomen ontspannen beweging die wordt volgehouden zolang de longen leeg kunnen worden gehouden. Beginners doen het langzaam en omzichtig. Meestal halen ze 15 intrekkingen.

Daarna wordt volkomen ontspannen in berghouding en wordt alles nog tweemaal herhaald. Het aantal samentrekkingen wordt stilaan opgedreven. Adepten doen het honderdmaal, maar een streefpunt in gedachten houden steelt de ontspanning en is tegengesteld aan de hier- en nuheid die Yogis zich als basisregel opleggen.

Vahnisaara dhauti behoort tot de kriyaas die dagelijks mogen worden beoefend.Ze is aangewezen voor mensen wier spijsverteringsvuur (metabolisme) op een te laag pitje staat. Ze helpt bij spijsverteringskwalen en bij het bestrijden van zwaarlijvigheid. Ze vitaliseert het hele lichaam en doet de manipoera chakra schitteren met het licht van de middagzon.

Bahishkrita dhauti
"Houd de mond in de vorm van een kraaienbek. Vul de maag boordevol lucht en houd de lucht in de maag gedurende een halve yam (een yam: 3 uur). Laat dan de lucht neerwaarts gaan in het darmkanaal. Die dhauti is een groot geheim en zou nooit mogen bekend gemaakt worden aan anderen." Zo beschrijft Gheranda een van de moeilijkste kriyaas. Noodgedwongen onthoud ik me van commentaar, omdat die oefening me nooit gelukt is.

Danta dhauti

"Danta moela, jihva moela, de randhras van de oren en kapaala randhra zijn de vijf types van dantadhauti."

Danta moela dhauti
"Masseer de wortels van de tanden met droge klei. Doe dat verschillende malen en spoel telkens de mond tot alle onzuiverheden weg zijn. Danta moela dhauti wordt elke morgen beoefend ter bescherming van de tanden."

Het spreekt vanzelf dat, naast massage van het tandvlees met klei, ook de tanden dienen gepoetst. Klei is daar ongeschikt voor, omdat het tandglazuur er door wordt aangetast.

Jihva moela dhauti
"Wrijf de basis van de tong schoon met de wijs-, midden- en ringvinger en verwijder het slijm."

Een beslagen tong wijst meestal op een slechte maagfunctie. Het is goed die aanslag te verwijderen, maar het is beter de maagfunctie te verbeteren.

Karna dhauti
"Voeg de wijs- en middenvinger samen en reinig er beide oren mee. Een innerlijk kosmisch geluid wordt gehoord, mits dagelijkse oefening."

Kapaala randhra
"Plaats je rechterduim op de top van de schedel en masseer die met water. Die oefening verdrijft kapha (slijm) en verkoudheid."

Houd je hand onder de top van de schedel en laat er koud water recht van de kraan inlopen tot de top van de schedel koud is. Masseer dan de top van de schedel met de duim. Als je inmiddels volmaakt ontspant, heeft dat een versterkend effect op het hele zenuwstelsel. Kapaala randhra wordt beoefend bij het ontwaken, na de maaltijden en vóór het slapengaan.

Hrid dhauti

Vamana dhauti
"Drink water tot het in de keel staat, na een maaltijd. Richt je blik opwaarts en braak het water dadelijk uit."

Er zijn twee soorten vamana dhauti: baghi kriyaa beoefend na de maaltijd en jal vamana dhauti beoefend met lege maag. In beide gevallen wordt tijmhoning aan het water toegevoegd, die helpt bij het reinigen van de maag.

"De dagelijkse beoefening van vamana dhauti geneest kapha- en pittakwalen."

Aldus Gheranda. Ze wordt aanbevolen bij astma, chronische bronchitis, coryza en maagkwalen. Het spreekt vanzelf dat vamana dhauti enkel wordt gedaan wanneer bovengenoemde kwalen aanwezig zijn en wanneer kapha overheerst ingevolge constitutie, leeftijd, seizoen enz.

Moela shodhanam
"Maak de anus schoon met een zachte gemberwortel of met de middenvinger.

Was de anus daarna met water. De harde stoelgang wordt daardoor uit de dikke darm verdreven, terwijl zwakke ingewanden worden versterkt. Het lichaam wordt mooi en gezond en het spijsverteringsvuur wordt aangewakkerd. Zolang moela shodhanam niet wordt beoefend, vloeit apaana niet vrij."

Swami Sivananda noemde dit Ganesha kriyaa en paste dit toe bij patiënten met kwalen veroorzaakt door een slecht functionerende apaana vaayoe (een van de belangrijkste functies van de vaatadosha).

In de praktijk wordt de met sesamolie ingesmeerde middenvinger in de anus gebracht en langzaam heen en weer bewogen om apaana te stimuleren. Het effect van die kriyaa is veel groter dan men zich kan voorstellen.

Bij aambeien wordt rozemarijnhoning in de anus gebracht.

Winteradvies
In de winter overheerst pitta en laait het spijsverteringsvuur, zeker bij mensen die buitenshuis werken. Het spijsverteringsvuur heeft dan meer brandstof nodig, die overigens meer energie levert: vooral vaste stoffen waarin de elementen aarde en water overheersen, zoals granen, ghie met melk, boter, melk en panir (geschifte melk door ze te koken met citroensap; 1 citroen per liter; laten uitlekken in een kaasdoek).

Eet men onder de maat van het spijsverteringsvuur, dan gaat vaata overheersen en ontstaan er wel eens vaatakwalen, te behandelen met zoet, zuur en zout.

Vasten, licht en verkoelend voedsel, teveel scherp, bitter en wrang, afkoelend voedsel en te weinig slapen zijn af te raden. Zonnegroet, veel aasanas, massages met warme olie en een goede nachtrust zijn warm aanbevolen. Verkoelende en dus te vermijden voedingsstoffen zijn: groene groenten, tomaat, komkommer, meloenen, pompoenen, druiven, bananen, citrusvruchten, vruchtensappen, munt, komijn, ginseng, yoghurt, karnemelk, suiker, witte rijst enz.

Verwarmend zijn: granen, peulvruchten, kool, wortels, knollen, noten, melk met ghie, honing, gedroogde perziken, hete kruidenthees, kruidnagel, kaneel, gember, zwarte peper, kardemom, dille en geelwortel enz. Charaka zegt: "Maak 's winters het lichaam sterk, je legt er de basis mee voor een goede gezondheid het hele jaar door."

klik