The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Vedanta

Narayana

Uit: Licht van Sivananda, april 2001, vol. 426

Het eerste probleem

In zijn eerste brief in 1962 schreef Goeroedev Swami Sivananda ons onder andere een afdeling te stichten van The Divine Life Society (DLS). (Je vindt deze brief op onze website onder Boeken on line, in Onthoud.Vergeet.) Hij gaf ons de raad samen te komen op zondagmorgen met enkele vrienden. Hij zou ons helpen met brieven en boeken. "Geleidelijk zal jullie werk groeien", schreef hij. Vol jeugdig enthousiasme volgden we zijn raad op. Ik moet erbij zeggen dat ik me daarbij behoorlijk onwennig voelde en alles behalve opgewassen tegen de voorgestelde taak. Maar hoe dan ook, we deden het, en zoals ik zei, met enthousiasme. Ergens schrijft Goeroedev, en ik dacht aan die begintijd toen ik het jaren later las, ik denk dat het in zijn Wisdom through Humor is: "Wat is het gemakkelijkste op de wereld en wat is het moeilijkste?" Het antwoord is: "Het gemakkelijkste is raad geven en het moeilijkste is die raad ook opvolgen."

Het eerste probleem was natuurlijk: hoe gaan we de nieuwe vereniging noemen? We lazen gretig de boeken die Swami Sivananda ons stuurde en probeerden ons de Swamis in India voor te stellen bij wie we ons zouden gaan aansluiten in het verre Rishikesh. De naam Rishikesh alleen al heeft een wonderbare klank. Hij is afgeleid van het Sanskrit Hrishiekesha, wat Heer van de zinnen betekent. De Swamis hebben allen een naam die eindigt op aananda: Sivananda, Chidananda, Krishnananda, Nadabrahmananda, Vidyananda, Devananda, Satchidananda... De meeste lezers zeggen deze namen niet veel, bij mij roepen ze vele herinneringen op. Aananda betekent: zaligheid. Ter wille van de omgang wordt er iets aan toegevoegd, maar in wezen is het allemaal zaligheid. Daardoor geïnspireerd bedacht Siva voor de nieuwe vereniging de naam "Yoga Vedantananda" en hij schreef dat in zijn brief aan de DLS. Ik liet hem maar betijen, denkend: "We zien wel." Eigenlijk is dat de hele tijd zo gegaan. En toen ik eindelijk voor iets warm liep, was zijn interesse vaak al bekoeld. Misschien verklaart de combinatie van die twee heel verschillende temperamenten het succes van Yoga in Aalst. Swami Satchidananda, de eerste van Goeroedevs discipelen die ons in mei 1966 een eerste maal bezocht, had een andere verklaring voor het feit dat Yoga hier gedijt. Zeer zeer lang geleden was hier de oude hemel, zei hij. Vandaar de dubbele a in de naam Aalst. AA staat altijd voor eerste kwaliteit. Het zal wel zijn onnavolgbare manier zijn om zijn appreciatie uit te drukken. Ze antwoordden Siva, vanuit Goeroedevs Aashram, dat de naam Yoga Vedantananda niet kon en dat het moest zijn, als we de termen Yoga en Vedanta wilden behouden: Yoga Vedanta, afdeling Aalst van The Divine Life Society.

Ik werd voorzitter, Siva secretaris en Moeroega zaliger penningmeester. (Terloops, ten behoeve van degenen die het nog niet mochten weten: die namen werden ons in 1967 gegeven door diezelfde Swami Satchidananda. Na zijn tweede bezoek schreef hij ons uit Amerika dat hij ons allemaal een Yoganaam ging geven.) Ik ben op die Yoganaam erg gesteld. Op brieven en officiële stukken echter dring ik er telkens op aan het Narayana weg te laten. Op zekere dag kreeg ik een aangetekende brief uit India. Ik was niet thuis en moest dus de dag nadien met de kaart van de postbode naar het postkantoor. De loketbeambte vroeg mijn pas. Hij zei dat de naam op het stuk niet klopte met de gegevens op mijn pas. Onze postbode die juist langs kwam, legde hem uit dat "het om een titel ging die ik in de Yoga had". Maar de man achter zijn loket was onvermurwbaar. Hij dacht dat ik een illegaal huisvestte.

De naam Yoga Vedanta is gebleven en toen we van de in 1962 gestichte feitelijke vereniging (vereniging zonder in het Staatsblad gepubliceerde statuten) in 1969 officieel een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) maakten, werd de naam opgenomen in de statuten.

Het is wonderzoet als je 't geen geweld aandoet

Het Sanskritwoord Vedanta wordt op alle mogelijke manieren geweld aangedaan. Ze maken er vendanta, vendetta, vandatta, vedetta en noem meer op van. (Ik vraag me af wat ze ervan gemaakt zouden hebben, mocht Siva's Vedantananda aanvaardbaar zijn geweest.) Ik heb vaak bij mezelf de bedenking gemaakt dat ik eens iets over dat gedeelte van de naam van onze vereniging moest schrijven. Deze maand is het er eindelijk van gekomen.

Het woord vedanta is een samenstelling. In een samenstelling staan de woorden in hun grondvorm, dat wil zeggen in hun onverbogen vorm. Alleen het laatste deel van de samenstelling krijgt de grammaticale uitgang. Men kan ook in het Nederlands woorden aaneenhangen. Men kan zeggen: personenwagens of wagens van personen. Dit is wel niet helemaal hetzelfde als in het Sanskrit aangezien het eerste deel van de samenstelling niet in de grondvorm staat, maar in het meervoud. Zo heb je in het Sanskrit: Goeroerdeva en Goeroedeva. Beide betekenen: spirituele leraar. Maar in het eerste geval is het woord Goeroe verbogen (het staat in de nominatief: Goeroeh; de h wordt voor de stemhebbende g een r volgens de regels van sandhi of welluidendheid). De tweede vorm is een samenstelling of compositum.Vedanta is samengesteld uit veda en anta en moet dus eigenlijk zijn vedaanta (een korte a gevolgde door een korte a wordt een lange a), maar de schrijfwijze vedanta raakte ingeburgerd en staat in die vorm ook in de officiële stukken zoals de statuten. Bij het uitspreken moet je er echter wel op letten dat je de lange a respecteert.

Veda is afgeleid van de werkwoordswortel vid, weten. Anta betekent: einde. Vedanta betekent dus: einde van het weten of het hoogste weten.

Er bestaat in Nederland al lange tijd een vereniging die Yoga en Vedanta heet. Ik herinner me twee van haar medewerkers, die ik op het einde van de zestiger jaren enkele keren ontmoette. De ene was Rama Polderman, een arts. Dat Rama is geen inwijdingsnaam, het is zijn doopnaam. Zijn ouders waren in de Theosofie en hij was het jongetje dat in Ommen, Nederland, de eeuwige vlam aanstak bij de opening van het meditatiekamp waaraan Krishnamoerti deelnam. Dat moet in de twintiger jaren zijn geweest. Later verliet Krishnamoerti de Theosofische vereniging, die hem naar voren schoof als de Messias van deze tijd. De andere was Wolter Keers zaliger, die, alleszins in theorie, een Vedantin was. Rama Polderman verdedigde de Yogatheorie. Ze voerden in het blad van Yoga en Vedanta bitsige polemieken. Ik heb dat altijd fout gevonden. Ze hadden tot een synthese moeten komen. Iedereen kan een dosis Vedanta best gebruiken. En allen kunnen met wat Yogahoudingen en Yoga-ademoefeningen hun voordeel doen. Ik heb nooit echt waardering kunnen opbrengen voor strakke systemen of voor mensen die vinden dat ze zich moeten profileren, wat in de praktijk betekent zich afzetten tegen anderen.

Dat is het wat me aantrok in Swami Sivananda: het was voor hem niet Yoga én Vedanta, maar gewoon Yoga Vedanta. Het gaat niet om twee verschillende filosofieën. Het gaat om filosofieën die elkaar aanvullen. Het gaat om de eenheid in de verscheidenheid.

Wat is Vedanta eigenlijk?

Swami Sivananda was een Vedantin en meer bepaald een Advaita Vedantin. Advaita wordt doorgaans vertaald als non-dualistisch. Dvaita is afgeleid van dvi, wat twee betekent. De a drukt een negatie uit: niet-tweeheid. Goeroedev was een heel actief man: hij schreef elke dag, ontving bezoekers, leidde de Aashram, maakte opnamen van zijn liederen en kiertans (het meditatieve zingen), waar vele mensen nu heel blij mee zijn. Maar geregeld trok hij zich uit alle activiteit terug. Bij zo'n gelegenheid placht hij te zeggen: "Naaham na toem daftar goem." Hij bedoelde ermee: "Noch ik noch jij, het kantoor is gesloten." Toen hij getroffen werd door een beroerte op het einde van zijn leven, gaf hij het schrijven niet op. Elke dag riep hij een discipel, die pen en papier moest nemen en moest opschrijven wat Goeroedev hem dicteerde. De laatste zin die hij dicteerde was: "Happiness comes when the individual merges in God. Het geluk komt als het individu versmelt met God."

Ik zou nu allerlei geleerde theorieën kunnen ontwikkelen,

maar dat is al meer dan genoeg gebeurd. De vraag is: wat betekent voor mij Vedanta in het dagelijks leven en wat kan het voor jou gaan betekenen? Als je wakker wordt op een ogenblik dat je niet aan het dromen was, dan moet je je eens voornemen bij die ervaring stil te staan. Je zult vaststellen dat je niet geneigd bent onmiddellijk uit je bed te springen. Druk je daarmee niet uit dat je uit een staat komt die begerenswaardig is en dat je in een situatie gaat stappen die dat heel wat minder is? Je herinnert je dat je lekker hebt geslapen. Dat je een herinnering aan iets hebt, is alleen mogelijk als je in dat wat je je herinnert ook bewust aanwezig was. Er is met andere woorden in jou iets dat nooit slaapt. Het is ook nu, in waakbewustzijn, aanwezig. Het drukt zich uit als de zekerheid van te bestaan. Niemand twijfelt aan zijn bestaan. Niemand hoeft je dat te bewijzen. Er is in jou iets dat eigenlijk nooit geboren wordt en dat nooit sterft. Je kunt je bewust zijn van de zon, de maan, de sterren, zelfs van sterren die zo ver weg zijn dat hun licht ons nog niet eens heeft bereikt. Er is in jou dus iets dat alles omvat. Dat je je de diepe droomloze slaap herinnert als een zalige staat, betekent dat je in je diepste wezen zaligheid bent.

De Vedantafilosofie heeft voor die basis van je wezen en van alle dingen verscheidene woorden. Het eerste is Brahman. Dit betekent: het Absolute. Er zijn dingen die je kunt waarnemen en kennen. Er is evenwel iets dat je niet kunt waarnemen en kennen, omdat het zelf de waarnemer en de kenner is. Om dit duidelijk te maken, gaven ze het volgende voorbeeld. Je kunt allerlei dingen zien, maar er is iets wat je nooit kunt zien en dat zijn je ogen, omdat zij het zijn die zien. Je kunt in het beste geval hun spiegelbeeld zien. Shankara zegt in zijn Drig Drisya Viveka (Het Onderscheid tussen de Ziener en het Geziene): "De ogen zien de zintuiglijke voorwerpen die een veelheid zijn, omdat ze een eenheid vormen. De geest ziet de ogen die een veelheid zijn, omdat hij een eenheid vormt. Het Zelf ziet de geest die een veelheid is, omdat het een eenheid vormt. Maar er is niets om het Zelf te zien." De ogen worden een veelheid genoemd, omdat ze samengesteld zijn uit delen en allerlei kenmerken hebben zoals kleur, scherpte, mate van gezondheid, allerlei afwijkingen enz. Ook de geest wordt een veelheid genoemd, omdat hij bestaat uit verschillende onderdelen en kenmerken heeft zoals rust, opwinding, intelligentie enz. De zintuigen en de geest functioneren als een eenheid. De Bhagavad Gietaa (III 42) zegt: "Ze zeggen dat de zintuigen groot zijn, maar groter dan de zinnen is de geest, groter dan de geest is het intellect, groter dan het intellect is Hij." Dit betekent hetzelfde als wat Shankara zegt. De Werkelijkheid waar ze het over hebben, is onveranderlijk aanwezig achter alles wat verandert en vergaat. Ze wordt door Shankara avaangmanasaagocharam genoemd. Dit betekent: niet te meten met de spraak en de geest of buiten het bereik van de geest en de spraak. Ze kan alleen worden benaderd door meditatie (dhyaanagamyam) of door Zelfbewustzijn (gnyaanagamyam).

Een ander woord waarmee ze die Werkelijkheid aanduiden is Aatman. Dit wordt veelal vertaald als het Zelf. Dit deden ze om je te behoeden voor de vergissing dat die Werkelijkheid "iets anders" zou zijn. Ze is niet iets anders, ze is je eigen wezenlijke werkelijkheid. Het Satchidaananda of het Bestaan-Bewustzijn-Zaligheid, waarover de Vedantafilosofie spreekt, zijn geen eigenschappen van die Werkelijkheid, ze zijn er het wezen zelf van. Zoals vuur heet en water nat is, zoals de wind waait en ijs koud is, zo is die Werkelijkheid Bestaan-Bewustzijn-Zaligheid. Dat ze die Werkelijkheid ook aanduidden als het Zelf betekent dat je in je diepste wezen van diezelfde aard bent.

De tegenstelling

Het dagelijks leven vertelt evenwel een totaal ander verhaal. Mensen vragen zich af: "Als ik Bestaan-Bewustzijn-Zaligheid ben, waarom ervaar ik dat dan niet?" Ze zien geen eenheid. Ze zien een veelheid. Ze voelen zich alleen en van alles afgesneden in een vijandig heelal. Als ze al een Werkelijkheid erkennen die van alles de basis is en die ze God noemen, dan plaatsen ze die Werkelijkheid steevast buiten zich. Ten derde denken ze dat alle heil, alle geborgenheid en alle geluk afhankelijk zijn van relaties en dat de aard van de dingen lijden is. Die drievoudige verkeerde kijk werd door de oude wijzen Maayaa genoemd. Dit wordt vertaald als illusie. Het woord is samengesteld uit maa en yaa en betekent letterlijk: niet-dat.

Het klassieke voorbeeld is de slang in het touw. Iemand in India ziet in de duisternis een cobra. Hij slaakt een gil. Zijn reisgenoten komen naar buiten gelopen en steken het licht aan. De cobra blijkt een touw te zijn. Zodra men de ware aard van het touw inziet, verdwijnt de angst voor de slang, al blijven de gevolgen van de angst nog een hele tijd nawerken. Zo is het ook in het dagelijks leven. Als men de ware aard van de wereld achterhaalt, verdwijnen alle negatieve gevoelens die het gevolg zijn van de illusie, al laten de gevolgen ervan zich nog een hele tijd gevoelen.

De oorzaak

De oorzaak van de moeilijkheid is vereenzelviging. Zodra je 's morgens wakker wordt, vereenzelvig je je met je lichaam, met een partner, met je kinderen, met je werk enz. Dat je je vereenzelvigt met een lichaam dat kerngezond is, heeft een totaal andere inhoud dan dat je je vereenzelvigt met een lichaam dat allerlei ziekten herbergt. De partner met wie je je vereenzelvigt, kan er daadwerkelijk zijn. Het is ook mogelijk dat die partner er nooit was, al zou je wel willen dat hij of zij er was. Ook de kinderen met wie je je vereenzelvigt, kunnen er echt zijn of ze zijn er ooit geweest of ze zijn er nooit geweest, al zou je willen dat ze er waren. Het werk waarmee je vereenzelvigt, kan een werk zijn dat je hebt of een werk dat je zoekt of dat je zonet verloor. Als je je vereenzelvigt met een trouwe, jonge partner, die prettig in de omgang is en die je op alle mogelijke manieren ter wille is, dan voel je je daarbij in de zevende hemel. Maar de vereenzelviging met een partner die oud en ziek, nukkig en onhandelbaar werd, brengt je zo al niet in de hel dan toch in het vagevuur. Als je kinderen volgzaam zijn en goed leren dan is de vereenzelviging met hen iets groots. Als je dan zegt: "Ik ben hun moeder", of: "Ik ben hun vader", dan voel je je borst zwellen. Maar veronderstel dat het met hen hoe dan ook misliep, dan voel je je diep ongelukkig. Je bent tevreden als je je vereenzelvigt met een baan die goed betaalt en die je heel wat voldoening schenkt. Maar als je je brood moet verdienen aan de lopende band, tegen een karig loon, dan is de vereenzelviging met dat werk een last. Dit is ieders ervaring.

Als ik je vraag: "Wat deed je vandaag?" dan zeg je bijvoorbeeld: "Ik stond op, ik ging even wandelen, ik waste me, ik at", enz. Maar eigenlijk deed je heel wat meer: je voedsel verteerde, je hart klopte, je klieren produceerden allerlei stoffen enz. Maar die dingen zijn in je antwoord naar je activiteiten niet vervat. Dit betekent dat je je er niet mee vereenzelvigt. Als je je er wel mee vereenzelvigde, zou je dan al niet wat dichter bij de waarheid staan? En als je je vereenzelvigde met dat wat al die processen mogelijk maakt, zou je dan niet nog dichter bij de waarheid staan?

De geest

De moeilijkheid van het hele probleem is de geest. Swami Satchidananda gaf me tijdens zijn eerste bezoek in mei 1966 een van de drukwerkjes die ze uitgaven in zijn aashram in Sri Lanka. Ik zie het nog voor mijn ogen: op de omslag stond gedrukt: "De mens minus de geest is God. God plus de geest is de mens." Het is de geest die je bindt en hij is ook het instrument van je verlossing.

Je zult merken dat mensen over zichzelf denken op een bepaalde wijze. En dat doen ze niet altijd welbewust. Het is veeleer een dwangmatigheid. De geest gaat zijn eigen gang. Vanuit hun verstand en gevoel willen ze wel allerlei dingen, maar met een "Ja maar" zetten ze dat altijd op losse schroeven. Als ze iets hebben geleerd over Yoga hoor je hen spreken over verlossing. Ze zouden dan toch eens moeten nagaan wat ze daarmee bedoelen. Het Zelf of hun wezenlijke Werkelijkheid kan niet worden verlost, want niets kan het binden. Ze willen eigenlijk worden verlost van hun geest.

Je kunt het vergelijken met iemand die op wandel is in het woud en die in een doorn trapt. Hij kan de doorn niet grijpen, hij zit te diep. Thuis zou hij een naald nemen om de doorn te verwijderen. Maar hij is hier in het woud en hij heeft geen naald. Wat is de oplossing? Hij zoekt een andere doorn om de doorn in zijn voet te verwijderen. De oorzaak van zijn pijn en ongemak is de doorn. De doorn is ook het middel om van de pijn en het ongemak te worden verlost. Op dezelfde manier is de geest de oorzaak van je gebondenheid en is de geest ook het middel om die gebondenheid ongedaan te maken.

Dé moeilijkheid

Het probleem is dat de geest niet in staat is de ultieme waarheid te vatten. Je kunt niet mediteren zonder de geest en je kunt niet mediteren met de geest. Ook Patanjali bepaalt Yoga in zijn Yoga Soetra als een staat van de geest: "Yogashchittavrittinirodhah." De chitta is de geest of de denkstof. De chitta vrittis zijn golven in de geest. Nirodha is het verdwijnen van die golven of van de geest. Er zijn allerlei voorafgaande stadia die een zodanige staat beogen dat de geest je toelaat zijn beperking te overstijgen. Het werd vergeleken met het verassen van een lijk. Als het vuur niet goed meer brandt, omdat de as het verstikt, trek je een stok uit het vuur om in te as te porren, zodat het vuur zuurstof krijgt en weer goed begint te branden. Uiteindelijk gooi je ook de stok in het vuur.

In zijn Song of Meditation zegt Goeroedev in de eerste strofe: "Truth is Brahman, Truth is your own Self. Realise this Truth, be free, be free, be free. De Waarheid is het Absolute, de Waarheid is je eigen Zelf. Verwerkelijk deze Waarheid, wees vrij, wees vrij, wees vrij." Swamiji had het talent om een idee met weinig woorden neer te zetten op een zodanige manier dat je ze nooit meer vergeet. Deze eerste strofe van zijn lied is er een bewijs van. Er is een Waarheid, met een hoofdletter. Ze is dat wat nooit verandert, wat nooit ontstond en wat nooit vergaat. Brahman wordt doorgaans vertaald als het Absolute. Het is dat wat aan alle bepalingen en ideeën ontsnapt. Het is geen leegte. Ze wordt integendeel Volheid, Poerna, genoemd. Ze is de grond van je eigen wezen en de verwerkelijking van dat feit zal je vrij maken.

Swami Satchidananda placht te zeggen: "Yoga zal je voorstellen aan iemand die je niet kent: jeZelf." En als dat lukt, is het iets geweldigs.

De grootste gift die je kunt ontvangen, is dat men je teruggeeft aan jezelf. Soms proberen mensen toegang te krijgen tot de zaligheid die de basis is van hun wezen met behulp van drugs. Dat schijnt op het eerste gezicht te lukken. Het maakt hen high, maar… het houdt hen niet high. Het laat hen achter met een verschrikkelijke kater. Ze verliezen ook het beetje vrede dat ze bezaten voor ze aan de drugs waren. "Drugs beroven je van jezelf", zei een verslaafde op tv. En dat is inderdaad de naakte waarheid. Een zinnig mens komt nog niet in de buurt van die dingen.