The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


SIVANANDA GITA
Swami Sivananda
0

inleiding

I

Jnana Yoga

II

Raja Yoga

III

Karma Yoga

IV

Bhakti Yoga

V

Japa Yoga

VI

Nada Yoga

VII

Hatha Yoga

  VIII  

Koendalini Yoga

IX

Adhyatma Yoga

l. Jnana Yoga.

1. Er is één Aatman of Zelf dat onafhankelijk is van het lichaam en de geest en dat onsterfelijk en onveranderlijk is. Realiseer dit Aatman en wees vrij.

2. Dit Aatman is Satchidaananda (absoluut bestaan - bewustzijn - zaligheid). Het bestaat in het verleden, het heden en in de toekomst. Het is dus SAT. Het is puur en absoluut Bewustzijn zonder één gedachte. Het is dus CHIT. Het is absolute Zaligheid. Het is dus AANANDA.

3. Het lichaam is onwerkelijk en vergaat, maar het Aatman of Dat wat voorbij het lichaam reikt, is onsterfelijk. Wees niet droevig als iemand sterft. In werkelijkheid is het Aatman onsterfelijk.

4. Dit Aatman kan door niemand worden gekwetst. Het is subtiel en regeert alles. Het is het innerlijke Zelf van alles.

5. Dit Aatman ondergaat geboorte noch dood, noch verandering. Als het lichaam wordt gedood, wordt het Aatman niet vernietigd. Wees niet droevig, jammer niet. Wees altijd vrolijk.

6. Vuur kan dit Aatman niet verbranden, een zwaard kan Het niet doorboren, een bom kan Het niet vernietigen, een mitrailleur kan Het niet doden.

7. Dit Aatman is eeuwig, onveranderlijk, zonder weerga. Het bestaat op zichzelf. Hel is zijn eigen centrum. Weet dit en wees niet droevig als je vader, je moeder, je zoon, je vrouw of een van je vrienden sterft.

8. Dit sterfelijk lichaam zal zeker vergaan. Maar wat er het innerlijke Zelf van is zal nooit verdwijnen. Je bent het onsterfelijke Aatman. Betreur het onvermijdelijke niet.

9. Brahman of Aatman ligt buiten het bereik van de geest en de spraak. Het ligt buiten het bereik van de logica, de rede, de denkprocessen, de wetenschap, Het moet worden gerealiseerd in meditatie.

10. Je kunt je bestaan niet betwijfelen of ontkennen. Dit bestaan is het Aatman of je eigen Zelf. Degene die kent, twijfelt of ontkent bestaat altijd. Degene die kent is je eigen Aatman.

11. In je dromen ben je verschillend van het fysieke lichaam. In de diepe slaap ben je verschillend van het lichaam en de geest. Je geniet in deze toestanden geluk en zaligheid. Dit bewijst dat je het lichaam, noch de geest bent, maar dat je altijd het eeuwig-gelukkige, zalige Zelf bent.

12. Er is maar een enkele werkelijkheid of waarheid. Dat is Brahman of Aatman. Alle verschijnselen zijn onwerkelijk, Ze zijn het effect van Maayaa, de verbeeldingskracht van Brahman.

13. Zie het onsterfelijke Aatman als één en enig achter alle namen en vormen. Er is geen andere waarneming dan deze, die juist is.

14. Onwetendheid is de oorzaak van lijden en smart. Vernietig deze onwetendheid door Brahma-Gnyaana. Al je problemen zullen een einde nemen.

15. Dit Aatman is voorbij tijd, ruimte en oorzakelijkheid. Tijd, ruimte en oorzakelijkheid zijn scheppingen van de geest.

16. Zoals men in de schemering soms een koord voor een slang aanziet, zo zijn deze wereld en dit lichaam ingebeeld in Brahman.

17. Doe het licht branden en de slang verdwijnt en alleen het koord blijft over. Bereik de verlichting en deze wereld en dit lichaam verdwijnen. Alleen het Aatman blijft - Jij zelf bent dit Aatman : Tat Tvam Asi.

18. De ik-gedachte, de gedachte dat het ik iets bezit en de gedachte te handelen en te genieten binden je aan Samsaara (het relatieve bestaan). Vereenzelvig je met hel Aatman dat niet actief is, dat niet geniet. Je zult de onsterfelijkheid en de onvergankelijke vreugde verwerven.

19. Zingenot is slechts lijden. Het is een tijdelijke opwinding van de geest, een vluchtige ervaring van het vlees, een jeuk, een korte trilling van de zinnen.

20. Vraag je af : "Wie ben ik ?" Ontken of verwijder de dingen die je begrenzen (lichaam, geest, enz.) ; ken het Zelf en wees vrij.

21. Denk onophoudelijk aan het Onsterfelijk Aatman, dat overal tegenwoordig is. Houd op met te denken aan het lichaam. Je zult het Zelf realiseren.

22. Je bent steeds vrij. Je bent reeds vrij. Moksha (verlossing) is geen toestand die je moet bereiken. Je moet weten dat je het Aatman BENT, dat je NU vrij bent.

23. Vernietig de Vaasanas (subtiele begeerten) en de Trishnas (sterke verlangens). Dit zal leiden tot de beheersing van het denken. Vernietiging van de gedachten leidt je naar Brahma-Gnyaana of Zelfkennis.

24. Deze wereld is denkbeeldig. Alleen Brahman is werkelijk. Jij bent gelijk aan Brahman. Realiseer dit en wees vrij.

25. De bevrijde wijze is altijd gelukkig. Hij rust in zijn Satchidaananda Svaroepa (wezenlijke natuur die bestaan-bewustzijn-zaligheid is). Hij is vrij van zelfzucht, zingenot, haat, hebzucht, toorn en de paren van tegenstellingen. Hij heeft een gelijkmoedige visie en een evenwichtige geest. Hij is Brahman zelf.

26. OM is het symbool van Brahman. OM is je echte naam. Mediteer met Bhaava (gevoel) over OM en over zijn betekenis. Je zult het Zelf realiseren.

27. "Ik ben het onsterfelijk Bewustzijn dat alles doordringt. Ik ben zuiver Bewustzijn. Ik ben Satchidaananda Svaroepa. Ik ben de Getuige of Saakshi." Dit zijn de formules die je voortdurend moet overdenken en waarover je steeds moet mediteren.

28. Wapen je met de vier middelen : Viveka (onderscheidingsvermogen), Vairaagya (onthechting), Shat-Sampat (de zes deugden : Shama of rust, sereniteit, Dama of beheersing van de zintuigen, Oeparati of afkeer van zingenot, Titiksha of het verduren, Shraddha of geloof, Samaadhaana of concentratievermogen), en Moemoekshoetva of het verlangen naar verlichting. Luister naar de Shroetis (Schriften), denk erover na en mediteer erover. Je zult het Zelf realiseren.

29. Je bent niet dit sterfelijk lichaam. Je bent niet deze veranderlijke geest. Je bent Bewustzijn of het Aatman dat alles beheerst, dat oneindig, onsterfelijk en onveranderlijk is. Realiseer dit en ga vooruit in vreugde.

30. Bestudeer je ademhaling. Ze zingt Soham : So tijdens de inademing en Ham tijdens de uitademing en wil je er op die manier aan herinneren dat je Dat bent. Mediteer op Soham en realiseer het Zelf.

31. "Ik ben dit lichaam. Ik handel. Ik geniet. Dit is mijn vrouw. Dat is mijn zoon. Dit behoort mij toe." Dit is slavernij. "Ik handel niet. Ik geniet niet. Zij is mijn ziel. Niets behoort mij toe." Dat is vrijheid.