The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Alvorens Yogahoudingen te beoefenen is het belangrijk dat het lichaam wordt opgewarmd en dat de geest wordt voorbereid. Een tijd in een goede, stevige zithouding zitten en OM-zingen of over OM mediteren is het allerbeste begin. Je stemt je op die manier immers af op wat volgt. Adem eerst diep in, door de neus vanzelfsprekend, open dan de mond en laat de klank o opstijgen vanuit de basis van het lichaam. De trillingen verspreiden zich opwaarts en eindigen in de keel. Sluit dan de lippen en zoem een m. De trillingen verspreiden zich door het hele hoofd en eindigen in de top van de schedel. Herhaal dit driemaal of in reeksen van drie. De o is lang, de m is kort. O is een tweeklank, die bestaat uit a en oe. A verzinnebeeldt het begin, oe de voortzetting of levensduur, m is het einde. Maar vóór het begin en na het einde en ook in de tussentijd is er een onvergankelijke Werkelijkheid, die er was voor wat dan ook werd geschapen en die er zal zijn als al het geschapene weer is opgeslorpt in zijn bron. Ze wordt gekenmerkt door Bestaan: ze IS. Ze is in wezen Bewustzijn en haar aard is Zaligheid. Dit is OM.
Een tijdje in een zithouding zitten is al een goede voorbereiding op de Yogahoudingen.
Om het lichaam op te warmen is er Soeryanamaskaaram of Groet aan de Zon. Daarin zitten twaalf fasen voor de twaalf manen in een jaar en de oefening is volledig als ze twaalfmaal wordt herhaald. Je kunt tussen elke ronde wat gewoon ademen of als je goed getraind bent van de ene ronde overgaan in de andere. De Zon die je groet is Dat wat je in wezen bent. Het lichaam, de geest en de hele natuur zijn als de maan: ze schitteren niet met hun eigen licht, maar met het licht van Bewustzijn dat erachter staat. Je moet daarna wat ontspannen. Dat hoeft niet in rugligging. Je kunt het staande doen in Berghouding, op dezelfde manier als in de Lijkhouding.
Berghouding met voorbereidende oefeningen en enkele kriyaas is een andere onvolprezen manier om je voor te bereiden op de Yogahoudingen.
Er is nog een derde uitstekende manier. Dat is Padahastaasana de Handen-aan-de-voetenhouding of de voorwaartse buiging staande. Houd de benen samen en goed gestrekt. Buig voorover zover je met gemak kunt terwijl je met de zakkende handen zachtjes op de benen duwt. Ontspan zo goed mogelijk. Laat de adem vrij. Dat wil zeggen dat je de adem niet mag blokkeren. En wees er hier en nu bij. Laat met andere woorden niet toe dat je geest met jou op de loop gaat. Tel dan rustig tot 15: "OM 1, OM 2, OM 3…OM 15." Kom dan even rustig overeind terwijl je met de handen op de benen duwt. Doe 's anderendaags hetzelfde, maar tel tot 30. Ga zo door tot 180 tellen. Buig daarna wat dieper en herbegin met 15 tellen.
Beoefen onmiddellijk daarna de Halve-Maanhouding (Ardha Chandraasana): benen samen, hef inademend de handen boven het hoofd, buig achterwaarts zover mogelijk terwijl je de adem inhoudt, laat uitademend de armen zakken. Herhaal dit driemaal of meer. Je kunt nu rustig alle andere Yogahoudingen beoefenen.
Waarom wil jij altijd met evenwichtsoefeningen beginnen? De meesten doen dat op het einde van de les. Dus waarom jij in het begin? Hans.
Een man was op bezoek bij zijn kleinzoon. Hij was een heel rusteloze man, die geen minuut stil kon zitten en die altijd iets omhanden moest hebben. Zijn achterkleindochtertje klom op zijn schoot en zei: "Opa, moet jij dit ook eens proberen?" Ze stak een klein, rond ding in zijn handen, dat bovenaan gesloten was met doorzichtig plastic. Er zaten drie kleine, zwarte bolletjes in die men in drie kleine putjes moest zien te manoeuvreren. Opa probeerde het en was gedurende een half uur geboeid met niets anders bezig. Hij deed iets moeilijks dat al zijn aandacht opeiste. Zijn kleinzoon moest driekeer roepen: "Pepe, aan tafel. Het eten is klaar!" Yogis maken gebruik van dit principe: ze zetten iemand gedurende een tijd op zijn één been. Dit doet immers een beroep op al zijn aandacht, want de minste verstrooidheid heeft evenwichtsverlies tot gevolg. Hij wordt er daardoor onmiddellijk hier en nu en helemaal bijgebracht.
Na de opwarming, moet men er ook voor zorgen dat er een einde wordt gesteld aan de versnippering, rusteloosheid en deconcentratie. Daarvoor zijn de evenwichtshoudingen ongeëvenaard. Om die reden plaats ik ze altijd in het begin van het oefenschema, na de opwarming. Men kan ze natuurlijk ook inlassen op andere plaatsen in het oefenschema. Ze zullen ook dán werken, maar ze staan toch beter in het begin, omdat ze de rest van het oefenschema doeltreffender maken.