The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Portret van een yogi
Narayan
Deel 01 Deel 02 Deel 03 Deel 04 Deel 05 Deel 06 Deel 07 Deel 08 Deel 09
Deel 10 Deel 11 Deel 12 Deel 13 Brief 1 Brief 2 Brief 3 Deel 17 Fotos

PORTRET VAN EEN YOGI

Swami Sivananda werd geboren op 8 september 1887 in Pattamadai in Tamil Nadoe (gedeelte van India waar Tamil gesproken wordt). Zijn geboortenaam was Koeppoeswami. Hij stamde uit een familie met een grote spirituele traditie. Zijn vader was rentmeester van een groot domein, de Ettayapoeram Estate. Koeppoeswami's moeder heette Parvati Ammal.

Tot 1903 ging Koeppoeswami naar de Raja's High School. Daarna naar het S.P.G. College (Society tor propagation of the Gospel), dat werd geleid door de Jezuïeten en waar alleen de allerbeste leerlingen werden toegelaten. Vele jaren later herinnerde de directeur van de school zich nog Koeppoeswami's vertolking van Helena in Shakespeares Midsummer Night's Dream.

In 1905 ging hij naar het Tanjore Medical Institute. Toen zijn medische studies voor de helft voorbij waren overleed zijn vader, zodat hij het financieel moeilijk kreeg. Zijn moeder wou hem een ander beroep doen kiezen, maar hij was vastbesloten dokter te worden. Hij zocht naar een middel om wat geld te verdienen. Met een beginkapitaal van 100 Roepies stichtte hij een medisch maandblad, "Ambrosia", dat de eerste maal verscheen in 1909. Het bevatte 32 blz. Hij schreef zelf de meeste artikelen in het Engels en het Tamil onder verschillende pseudoniemen. Ook begon hij medisch advies te verstrekken per briefwisseling. Na een tijd vond hij ook een baantje in een apotheek van Madras. Dr. Haller's Pharmacy. die eigendom was van twee partners, Haller en Damry. Toen zij uit elkaar gingen stond Koeppoeswami voor een moeilijk probleem: de apotheek overnemen of iets anders beginnen. Hij dacht op dat ogenblik aan een dokter die hij in Madras had ontmoet. Dr. lyengar, en die nu in Singapore verbleef. Hij schreef hem om te vragen of er voor hem geen werk was in Singapore. Dit gebeurde in 1913. "Ambrosia" was vier jaar oud.

Zijn idee om uit te wijken was thuis niet erg welkom, maar opnieuw zette hij door en stoomde naar Singapore. Van Dr. lyengar kreeg hij een brief voor Dr. Harold Parsons van Seremban, die voor hem echter geen werk had en hem naar A.G. Robins verwees, die hem onthaalde met de vraag : "Kun je een hospitaal besturen ?" Door zijn antwoord: "Ik kan er drie besturen", werd Koeppoeswami zonder verdere plichtplegingen aanvaard. Hij kreeg het Senawang Estate Hospital onder zijn beheer tegen een maandwedde van 150 dollar. Hij werd er vooral populair en geliefd als armendokter: hij wachtte niet tot de arme mensen om hulp kwamen; hij zocht ze zelf op. Ik denk hierbij aan Swami Satchidananda, die tegen een van onze leerlingen, een medisch student, zei : "Word een Yogi-dokter zoals Swami Sivananda." "Is onze geneeskunde dan niet goed ?" vroeg de student. "Jazeker," antwoordde Swamiji "maar behandel je arme patiënten gratis."

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vertrok Parsons naar het front. Toen hij terugkeerde in 1920, verhuisde Koeppoeswami naar het Johore Medical Office Ltd in Johore Bahroe nabij Singapore. Tussendoor schreef hij nog talrijke artikelen over gezondheid, hygiëne en sanitaire voorzieningen in The Malaya Tribune en andere bladen en publiceerde hij enkele boeken: "Household Remedies", "Fruits and Health". "Diseases and their Tamil Terms", "Obstetric Ready Reckoner" en "Fourteen Lectures on Public Health". Hij had ook een uitgebreide eigen praktijk en kreeg een schitterend salaris.

Degenen die hem in Malaya kenden herinneren hem zich als een onvermoeibaar werker, als iemand die hield van sport -hij was zelfs een tijd sportredacteur van The Malaya Tribune-, als iemand die hield van mooie kleren, die niet dronk, niet rookte en de vrouwen met rust liet, als iemand die veel las over Yoga en Vedanta en met een onweerstaanbare overtuiging Kiertan en prachtige Bhajans zong.

Koeppoeswami had als kind al spirituele neigingen. Hij begon al vroeg met de lectuur van de Bhagavad Gietaa, de Mahaabhaarata, de Raamaayana en de Tamilwerken van Thayoemanavar Ramalingaswami en de achttien Siddhas. In Malaya begon hij ook met Yogaasanas (Yogahoudingen), Praanaayaama (ademhalingsoefeningen) en meditatie. Hij volgde een dieet en beoefende een tijd ook Tantra Yoga.

Op dat ogenblik werd Malaya geteisterd door een griepepidemie, die vele doden eiste. Koeppoeswami kwam er erg van onder de indruk.

Hij ging door een zware crisis. De vraag "Wat is de dood ?" liet hem geen rust. In die moeilijke tijd behandelde hij een rondtrekkende asceet, die hem een boek over Vedanta gaf : "Jiva-Brahma Aikya Vedanta Rahasya" door Coeddapah Satchidananda Swami. Dit was zijn eerste werkelijke les in Vedanta. Het hielp hem over zijn moeilijkheden heen en gaf aan zijn leven een nieuwe richting. Tijdens die periode beoefende hij ook Anaahata Laya Yoga (Anaahata: innerlijke geluiden ; Laya: versmelten in) en Svara Saadhanaa (Svara : klank).

In 1923 werd hij gegrepen door een spiritueel verlangen en verliet hij Malaya. Hij stoomde met de boot naar Madras. Hij logeerde er een tijd bij een vriend alvorens met een zwerftocht door India te beginnen.

Hij zwierf door heel Noord-India en verbleef een tijd in Varanasi (Benares). Hij had één gedachte: "Ik moet God realiseren." Hij liep blootshoofds en blootsvoets en bedelde zijn voedsel : "Ik ben een Madrasi Brahmin. Ik heb honger. Kunt u mij wat voedsel geven ?"

In het dorpje Dhalaj werkte hij als kok bij de postmeester, tot die na vier maand ontdekte wie zijn kok werkelijk was en dan ook weigerde zich nog langer door hem te laten bedienen, maar de rollen omkeerde.

Koeppoeswami zette zijn zwerftocht verder. Toen de postmeester merkte dat zijn smeekbeden niet hielpen, kocht hij voor Koeppoeswami een spoorkaartje naar Hardwar en zette hem op de trein. In Hardwar vond Koeppoeswami geen plaats in de Dharamshala (afspanning voor de bedevaarders). Hij sliep daarom onder de blote hemel op de Hari-ki-Pauri aan de Ganges. Van Hardwar trok hij naar Rishikesh, waar hij sliep op de veranda van de Charan Das Dharamshala nabij het postkantoor. Hij zag er 's morgens veel Saadhoes (heilige mannen).

Een van de Sannyaasins (monniken) trok zijn bijzondere aandacht. Er ging voor Koeppoeswami iets onweerstaanbaars van hem uit. Uit een overweldigende liefde en devotie viel hij aan de voeten van deze asceet. Met grote genegenheid trok de Swami hem bij de schouders overeind, omhelsde hem en begon een gesprek. Zijn naam was Swami Visvananda.

Later op de dag ging Koeppoeswami naar de Baba Kalikambliwala Kshettar, een plaats waar gratis voedsel werd bedeeld, maar omdat hij geen Sannyaasin was kreeg hij niets. Kort daarna ontmoette hij opnieuw Swami Visvananda, die hem nog dezelfde dag inwijdde en hem het oranje kleed omhing. Koeppoeswami was nu dood. Swami Sivananda was geboren. Het was 1 juni 1924. De dag nadien vertrok Swami Visvananda naar zijn geboortestreek, Varanasi, vanwaar hij schreef naar zijn nieuwe discipel over Sannyas Dharma, de plichten van de verzaker. Later werden de uitgebreide religieuze riten van Viraja Homa opgedragen door Swami Vishnoedevananda, een geleerde van de orthodoxe Kailas Ashram.

De eerste tijd bleef Swami Sivananda in Rishikesh. Hij haalde zijn voedsel in de Kalikambliwala Kshettar. Zijn lichaam dat gewoon was aan lekker eten had het moeilijk om. te wennen aan het slecht gekookt voedsel van de Kalikambliwala Kshettar. Toen hij eens vijf Roepies kreeg van een advocaat spoedde hij zich naar een winkel en at Jilebi. een lekkernij, naar hartelust.

Na een tijd verhuisde hij naar Kolghat, twee mijl verder, weg van de drukte van Rishikesh. Dat betekende echter dat hij elke dag vier mijl moest lopen om proviand te halen. Tweemaal per maand kon hij zich in dezelfde Kshettar ook gratis laten scheren. Maar om tijd te winnen liet hij zijn baard staan.

Toen Kolghat overstroomd werd door een vloedgolf verhuisde Sivananda naar Brahmananda Aashram in Moeni-ki-Reti, twee mijl ten noorden van Rishikesh. Kolghat was twee mijl ten zuiden van Rishikesh. In Moeni-ki-Reti had hij een goed uitzicht op de Ganges en Himalayas.

Hij verzorgde er de zieke Mahaatmas. Er brandde een verlangen in hem om zijn medemensen te dienen. Toch verlangde hij soms naar totale afzondering. Hij nam dan de boot naar Lakshmanjhoela aan de overzijde van de Ganges, waar hij genoot van de geweldige natuur en Kiertan zong in het dorp. Hij sliep in een leegstaande Koetir of op een of andere veranda. Na een tijd ontdekte hij er een vervallen Koetir, waar hij sliep op een hoop bladeren.

Tijdens zijn omzwervingen werd het hem steeds duidelijker hoe erg de Saadhoes het te verduren hadden van koude, ziekte en ondervoeding. Hij vorderde dan ook de vijfduizend Roepies op die hij in de loop van jaren gespaard had bij een verzekeringsmaatschappij en plaatste het geld. met de hulp van een vriend advocaat, op de Post Office Savings Bank en bestelde met de interest geneesmiddelen in Calcutta en kocht melk, curd, sago en gerst. In 1925 stelde een Swami Kalikananda hem voor te beginnen met een liefdadigheidsapotheek. Zo ontstond het Satya Sevashram Dispensary, enkele honderden meters ten noorden van Lakshmanjhoela op de weg naar Badrinath en Kedarnath. Een anekdote beschrijft zijn mentaliteit beter dan wat ook. Op zekere dag verzorgde hij een zieke Saadhoe. Toen de Saadhoe al een tijd weg was schoot het Sivananda te binnen dat Amritdhara. een bepaaalde medicijn, in het geval van de Saadhoe heel doeltreffend zou zijn geweest. Ogenblikkelijk ging hij achter zijn patiënt aan. Na vijf, zes mijl lopen, haalde hij hem in. De Saadhoe kreeg tranen in de ogen van dankbaarheid.